Leven

Column Merel Vink: Was ik nog maar eerstejaars

18-09-2012 13:27

Gisteren in de stad, op mijn nieuwe bakfiets (jaja, het is heel hip Amsterdams, maar in Groningen zijn ze ook gewoon te koop), werd ik ineens niet goed. Letterlijk. Ik was op weg naar het Museumeiland toen het zwart werd voor mijn ogen. Gelukkig was het niet druk en zat Sterre niet in de bak, anders was het misschien fout afgelopen. Ik ben gestopt, naar de kant van de weg gestept, en ben op de stoeprand gaan zitten met mijn hoofd tussen mijn benen. Zoals dat hoort. Dat hoort toch zo als je niet goed wordt?

Het voelde alsof ik mijzelf kwijt was. Letterlijk. Ik was niet meer ik, maar iemand anders. Een beetje alsof je naar jezelf kijkt die in een film speelt. Een vreemd en beangstigend gevoel, al ontbrak juist dat gevoel. Mijn handen en armen leken wel van plastic, alsof ze niet meer van mij waren.

Toen begon ik te huilen. Een kwartier lang heb ik daar gezeten op de stoep, mijn hoofd tussen mijn knieën, snikkend. De mensen die langsliepen negeerden me volkomen. Ik weet niet of dat goed of slecht was. Als ik in de war was geweest of een ongeluk had gehad. Dan was het goed geweest als iemand me had geholpen. Maar zelf probeer ik ook altijd zo snel mogelijk door te lopen als er wat op straat gebeurd. Meestal zijn het junks die huilend op straat lopen. Of gekken en zwervers.

Wel heb ik een keer als studente een Somalische meneer mee naar huis genomen omdat hij niks te eten had. Hij liep in vuilnisbakken te wroeten en vertelde in gebroken Engels en iets dat op Duits leek dat hij asielzoeker was, maar geen verblijfsvergunning had gekregen en niet terug kon naar zijn land omdat hij daar zou worden vermoord. Omdat ik altijd GroenLinks stem en ons asielbeleid onmenselijk vind, heb ik hem mee naar huis genomen en daar te eten gegeven. Toen wilde hij ook blijven slapen en ging hij aan me zitten, maar ik denk dat ik het er ook wel een beetje naar had gemaakt. In zijn cultuur gaan ze heel anders met vrouwen om en als je als jonge vrouw dan zo iemand te eten uitnodigt, vraag je er natuurlijk ook wel om. Godzijdank kon ik hem uiteindelijk met zachte hand uit mijn huis krijgen. Eerlijk gezegd ben ik toen wel anders gaan kijken naar mensen met een ander kleurtje. Daarover voel ik mij nog altijd schuldig.

Huilend zat ik op straat, terwijl ik niet meer ik was. Mijn ziel was leeggelopen als een ballon en van een afstand zag ik mijzelf huilend op straat zitten. Uiteindelijk ben ik weer op mijn fiets geklommen en heb mijzelf in een mist van tranen naar huis gepeddeld. Daar heb ik alcohol gedronken en ben ik gaan schrijven (dingen die ik zelfs hier niet schrijf).

Ik bedacht me: als ik zelfmoord wil plegen, dan moet ik mijn polsen opensnijden en mijzelf hier op de bank laten leegbloeden. Deze bank waarop mijn geliefde vreemdging met mijn beste vriendin. Een beter dramatisch effect is niet denkbaar. Ik zwolg in zelfmedelijden. De rest van de dag heb ik gedronken. Nu ben ik leeg en voel ik me schuldig. Eerlijk gezegd heb ik er over gedacht om mijzelf aan te bieden aan de eerste de beste allochtoon die een opmerking maakt over mijn uiterlijk. Om me niet langer meer schuldig te voelen over die Somalische meneer van toen. Maar, als ik weet dat ik iets wil doe om me niet langer schuldig te voelen, is het effect dan niet weg? Nu weet ik dat wat ik denk dat zo is niet meer is. Toch is er dat gevoel. Wat ik niet onder woorden kan brengen.

Was ik nog maar eerstejaars. Dan was ik nu op de Kroeg. Gelukkig te zijn.

Deze column verscheen eerder op Studenten.net.