Na de reconstructie is vanzelfsprekend de tijd om verder te kijken want over anderhalf jaar begint weer een nieuwe campagne, dan voor de gemeenteraadsverkiezingen. Het is goed dat een commissie onder leiding van Andreè van Es het echec gaat onderzoeken. Een doorwrocht onderzoek is noodzakelijk om lering te trekken voor de toekomst. Op dit moment is het dan ook niet aan de orde om personen af te rekenen op het slechte verkiezingsresultaat. We zijn echter ook niet in de luxepositie om af te gaan wachten tot het congres in het voorjaar het rapport kan bespreken en vaststellen. Brechtje Paardekooper geeft dat terecht weer in haar blog.
Jolande Sap
Over het algemeen staat Jolande Sap er nu niet slecht op, algemeen wordt erkend dat ze een goede campagne heeft gevoerd en kennis van zaken heeft. Ze wordt als dapper gezien. Ze heeft in anderhalf jaar fractievoorzitterschap veel tegenwind gehad en vanzelfsprekend beginnersfouten gemaakt. Maar ze is fier overeind gebleven.
Het voordeel van politiek is dat er altijd weer nieuwe kansen komen. Met bovenstaand vertrekpunt kunnen we weer verder. Sterker nog het geeft nieuwe kansen, de raads- en statenfracties zijn nog op sterkte en zullen de partij landelijk moeten voeden. Er moet ruimte blijven voor lokale invulling maar tegelijkertijd zal een strakkere hiërarchie in de partij moeten komen die de permanente campagne minder vrijblijvend maakt. Er mag meer van lokale politici worden verwacht in het uitdragen van het merk GroenLinks.
Van straat naar staat?
Dan onze idealen, die staan als een huis is mijn volle overtuiging. Het toekomstproject heeft op het congres van november 2008 voor een helder programma van uitgangspunten geleid. Diegenen (zoals Anne Zeven vorige week in De Volkskrant) die daar aan twijfelen, hebben echt een paar stappen gemist.
Wel is het cruciaal dat idealen op de juiste manier worden vertaald naar concrete politiek. Daarbij is het van belang dat aansluiting wordt gezocht met de samenleving. Daar moeten we het nog maar eens goed met elkaar over hebben, want in mijn beleving zijn we teveel een beleidspartij geworden. Het boek over 20 jaar GroenLinks van Gerrit Voerman en Paul Lucardie heeft als titel een vraag; Van straat naar staat? In mijn opinie kunnen we die vraag nu met ja beantwoorden en moeten we als de sodemieter weer terug naar de straat.
Dat is enerzijds letterlijk bedoeld maar ook overdrachtelijk. De uitstraling van GroenLinks is in het eerste decennium van deze eeuw toch teveel die van de elitaire Amsterdamse grachtengordel geweest. Het stijgende gezag en bijbehorende electorale succes van Femke Halsema heeft dat gemaskeerd. Maar hier ligt een dieperliggend probleem.
Voeling met de samenleving
Wat uit sommige voorstellen en besluiten alsmede de affaires naar voren komt is dat er onvoldoende voeling is met de samenleving. De thermometer zit er zogezegd niet goed in. Oud-senator voor GroenLinks Jos van der Lans benoemd dit probleem regelmatig maar slaat in zijn column Anti-overhead partij (pdf) in GroenLinks Magazine van december 2011 de spijker op de kop.
Hij geeft aan dat links-progressief Nederland voor het overgrote deel bestaat uit de zogeheten leemlaag, de managers en beleidsmedewerkers binnen overheid, zorg en onderwijs. Dat heeft als eerste nadeel dat er weinig terecht komt van de herstructurering van de overheid maar relevanter voor mijn analyse van GroenLinks, er is te weinig besef van de ervaringen op de werkvloer. De overwinning van Diederik Samsom is meer dan alleen een paar handige debattrucs, het is ook de voeling met de kiezers die hij door zijn activiteiten als straatcoach en zijn intensieve campagne in het voorjaar heeft gehouden.
Laten we daarom de verbindingen tussen lokale fracties/afdelingen en de Tweede Kamerfractie intensiveren en weer iets van het actieverleden oppoetsen.
Dit was deel drie in een drieluik. Deel één vindt u hier en deel twee hier.