Regelmatig klinkt er verwondering dat burgers weinig interesse in de Europese Unie en Europese politiek hebben. Er worden steeds meer besluiten in Brussel genomen, steeds meer taken worden Europees opgepakt en er gaat steeds meer geld in Europa om, maar de interesse van burgers houdt daar geen gelijke tred mee. Voor de meeste burgers is de landelijke politiek nog steeds verreweg het meest belangrijk, en Europa volgt pas op een grote afstand daarna.Velen willen deze situatie veranderen, en zoeken naar middelen om de interesse van de burger in Europa te vergroten. Zij komen al snel uit bij de journalistiek. Er bestaan nauwelijks media die veel aandacht aan Europese politiek besteden, of het nu gaat om landelijke, regionale of lokale media. Er bestaan weliswaar enkele in Europa gespecialiseerde websites, maar deze trekken nauwelijks publiek. Maar juist de algemenere media die burgers wel veel gebruiken laten Europa links liggen. Is dat te veranderen?
Wiens vraag?
Als we deze vraag willen beantwoorden, moeten we bekijken wie deze vraag stelt en om welke reden. Wie zijn de mensen die vinden dat de journalistiek haar plicht verzaakt om burgers van Europese kwesties op de hoogte te stellen? Vooral eurofielen zijn deze mening toegedaan: zij vinden Europa de politieke sfeer van de toekomst en willen dat burgers daarbij aangehaakt blijven. Voor hen is de meest logische manier om Europa tussen de oren van burgers te krijgen door hen erover te informeren. Als de journalistiek systematisch prioriteit geeft aan de landelijke of lokale politiek, vinden zij dat slecht.
Eurosceptici uiten deze klacht nauwelijks. Voor hen is er geen aanleiding om de journalistiek op te roepen meer aandacht te besteden aan Europa, simpelweg omdat de geringe hoeveelheid journalistiek over Europa precies is wat zij het liefst zien: het representeert dat de politiek in de eerste plaats nationaal en lokaal is georganiseerd, en dat een Europese politiek daar niet bijhoort. Aangezien zij ook in de toekomst liever minder dan meer Brussel willen, is het voor eurosceptici ook minder hard nodig dat burgers continu over Europa worden geïnformeerd. Eigenlijk representeert het medialandschap voor eurosceptici precies de situatie zoals die hoort te zijn.
Zinloos pleidooi
Zo bezien is het afhankelijk van degene die aan het woord is, in hoeverre het noodzakelijk is dat Europa meer in het nieuws komt. Als er meer nieuws komt over Europa, betekent dat per definitie minder nieuws over andere thema’s. Het aantal pagina’s van de krant en het aantal minuten van het televisienieuws blijven immers constant. Journalisten moeten kiezen voor zaken die het meest belangrijk zijn. Dat zijn meestal zaken die burgers ook belangrijk vinden. En aangezien burgers Europa niet belangrijk vinden, is het evident dat journalisten er weinig aandacht aan besteden.
De eurocrisis heeft de berichtgeving over Europa ongetwijfeld vergroot, en dit laat precies zien dat er eigenlijk ook geen probleem is met de verslaggeving over Europa. Door de eurocrisis is Europa voor de Nederlandse burger belangrijker geworden en ook interessanter, en daarmee neemt ook de berichtgeving toe. Voor veel andere Europese thema’s geldt dat echter niet. Eurofielen zien dat graag anders, maar zolang burgers niet om meer nieuws over Europa vragen, zal dit altijd een zinloos pleidooi blijven.
Chris Aalberts schreef o.a. Altijd ver weg: de moeizame relatie tussen burgers en de Europese Unie.
Op maandagmiddag 1 oktober wordt in Utrecht gedebatteerd over Europese journalistiek. De stelling is: Wordt het geen tijd dat journalisten zich aanpassen aan de Europese werkelijkheid? Meer informatie bij De Nieuwe Reporter.