Onze waardering voor de natuur is terug bij af. Twee eeuwen geleden moesten we niks hebben van de natuur. Daar had een mens niks te zoeken. De natuur was het toevluchtsoord van misdadigers, klaplopers, wolven en heksen. Alleen jagers waagden zich in de natuur. Natuur moest zo snel mogelijk uit de weg worden geruimd. Bossen moesten omgezaagd; ‘woeste grond’ moest ontgonnen. Daarna gaven we héél even om de natuur. Toen de laatste echte natuur in rap tempo verdween, ontdekte we ‘natuurbescherming’. Want toekomstige generaties moesten toch ook kunnen ‘genieten’ van de natuur. De laatste restjes werden met hekjes en bordjes afgebakend. Die nieuwe generatie is er inmiddels. En ziet, ze geeft geen zier om de natuur.
Onze natuurparken en reservaten – ze lopen leeg. Organisaties als Natuurmonumenten zagen die ontwikkeling al lang geleden aankomen, en probeerden die trend te keren door te roepen dat natuur gezond zou zijn. Acht jaar geleden was het voorjaarscongres van Natuurmonumenten gewijd aan het thema ‘natuur en gezondheid’. Een maand later kwam de Gezondheidsraad met een rapport waarin stond dat wandelen in de natuur goed is voor de gezondheid. De Raad had maar twee studies kunnen vinden waarin dat enigszins hard werd gemaakt – Jomanda scoort beter – maar de samenhang ‘natuur = gezond’ ligt zó voor de hand dat twee voldoende bleek voor een positief advies: we moeten naar buiten.
Vernietigende mening van jeugd
Maar dat gebeurde niet. We bleven binnen. Achter de ipad. Ouders zeggen heel braaf dat natuur ‘natuurlijk’ goed is, en belangrijk. Maar ze laten daar direct op volgen dat ze geen tijd meer hebben om in het bos te slenteren. In feite vinden ze natuur vermoeiend, vies en (voor hun kinderen) gevaarlijk. En die kinderen? Die zijn een stuk eerlijker, en vinden natuur gewoon eng. Vijf jaar geleden deed antropoloog Celine van den Boorn onderzoek naar de mening van de jeugd over ‘natuur’. Die was redelijk vernietigend. Ze kwamen er liever niet. Kinderen die aan de rand van de steden wonen associëren bos met ‘homo-ontmoetingsplek’. Echte stadskinderen associëren bos met zwervers en andere ongure types. Onbekend maakt onbemind? Welnee. Vergeleken met het internet en de ipad ís de Nederlandse natuur gewoon ongelofelijk saai.
Dat alles is buitengewoon slecht nieuws voor de clubs die de Nederlandse natuur een warm hart toedragen. Zij hebben zich lang geleden al gerealiseerd dat de oude, steile opvatting dat natuur een eigen, ‘intrinsieke’ waarde heeft, geen toekomst heeft. Dat betekent immers: hek erom, en geen mens erin. Dat betekent dus ook op termijn: maatschappelijke afkeer van de natuur. Dus hebben die organisaties een aantal jaren geleden gekozen voor de insteek: natuur heeft een maatschappelijke functie. Natuur ontspant. Natuur is gezond. Maar die aanpak lijkt dus te falen. Geen wonder. Alleen ouderen tobben over hun gezondheid.
Oerrr
In een poging om het tij te keren, lanceert Natuurmonumenten vandaag de ‘Oerr-campagne‘. Kinderen in heel het land worden opgeroepen om weer het bos in te gaan. Als ze zich voor Oerrr aanmelden, krijgen vier keer per jaar een set opdrachten toegestuurd: om te klimmen, rotte boomstammen open te scheuren, gaten te graven en ga zo maar door. Marketingmanager (jaja!) Charles van Renesse roept boswachters daarbij op minder streng te zijn, want ‘zo kweken wij de natuurbeschermers van morgen. Als kinderen niet meekrijgen hoe mooi en leuk de natuur is, zullen ze zich daar later nooit voor inzetten.’
Geen redding zonder aanranding. De traditionele natuurbeschermers, en de rustzoekers, gruwen uiteraard van deze oproep. Maar gelukkig (voor hen) zal deze actie nauwelijks enige weerklank vinden. Het zijn immers nog steeds de ouders die toestemming moeten geven – en die zien ook niks in de natuur. Die laten hun kinderen écht niet met een dergelijke set opdrachten los in het bos. Het blijft dus ongetwijfeld heerlijk stil in onze natuur. Genezend stil. En dankzij natuurlijke sterfte onder Homo sapiens, wordt het ook steeds stiller. Tot Den Haag op het idee komt al die doodsaaie, nutteloze bossen en heidenvelden geschikt te maken om er mooie woningen in te zetten. Nog een jaar of twintig, en geen hond die daartegen zal protesteren.