Nee, geen gegrilde stukjes, zoals ik vorige week aankondigde. Ze lagen klaar in de koelkast, maar ik kon mezelf er niet toe zetten. M’n weerstand tegen dat vegetarische eetgedoe was te groot geworden. Drie keer in de week met nauwelijks ingehouden woede een pan smerig anti-eten op tafel smijten, dat gaat je opbreken. Er waren twee mogelijkheden: stoppen met het experiment, of proberen na te gaan waar die enorme afkeer vandaan komt. Het eerste zou mijn dochters teleurstellen, dus ben ik met frisse tegenzin op zoek gegaan naar de bron van mijn woede. Welke vegetarische ervaring had mij zo getraumatiseerd?
Het antwoord was snel gevonden: ‘de redactielunch’. Ik ben twee jaar redacteur geweest bij een tijdschrift waar ik geen enkele affiniteit mee had. Ik moest verhalen schrijven over in mijn ogen volmaakt absurde en ongeloofwaardige verschijnselen. En of dat niet beklemmend genoeg was, werd er dagelijks geluncht met het voltallige personeel. Als je corvee had, moest je met een collega de maaltijd verzorgen voor een vijftienkoppig gezelschap.
Bewustmensen
De aard van het tijdschrift bracht met zich mee dat ongeveer de helft van het personeel vegetariër was. Ik zie me nog met dichtgeknepen strot acht potten kikkererwten leeggieten in een reusachtige trog op een aanrecht vol groenten die ik nog moest snijden, terwijl ik eigenlijk een verhaal moest fabriceren over het ‘feit’ dat je kind een beter cijfer op school haalt als het rood voedsel heeft gegeten (te denken valt aan bieten). Als ik dan uitgeput aanschoof tussen de collega’s, waren daar de gesprekken over de actualiteit en het leven zelf. En vergeef me dat ik het zeg, maar het waren altijd de vegetariërs die luidkeels de meest extreme, in mijn ogen absurde meningen verkondigden: biologische producten zijn gezonder; het inenten van kinderen is nergens voor nodig; een avondje groepsmediteren verlaagt het misdaadcijfer in de regio; een stem op de Partij voor de Dieren is geen verloren stem; de Maya’s en 2012; Derek Ogilvie is geen oplichter; Mesologie is een serieus te nemen geneeswijze… de lijst is eindeloos.
Dus dát is het! Iedere keer als ik voor mijn onschuldige kroost tofu sa te snijden of een kaasschnitzel in de pan mik, val ik weer ten prooi aan de Bewustmensen en wil ik maar één ding: maken dat ik wegkom.
Als je het probleem kent, is de oplossing vaak simpel. Ik hoefde alleen maar om me heen te kijken: het is m’n eigen keuken; aan tafel zitten m’n meisjes die ook een hoop onzin kunnen uitkramen, maar dat mag als je twaalf en veertien bent. En dat ze vleeseten zielig vinden voor de dieren, is een prima gedachte. Ik besloot mijn nieuwe inzicht te vieren met zelfgemaakte bonenburgers.
Deze week in de test
Om therapeutische redenen koos ik voor kikkererwten en daar heb ik net zolang ui en kruiden bijgedaan totdat het lekker smaakte. Dat is echt een voordeel boven het werken met gehakt: je kunt het rauw proeven zonder vrees voor bacteriële infecties. Het was wel lastig om burgers te vormen van de bijzonder plakkerige substantie, maar eenmaal in de pan bakken ze lekker bruin. Ik ben zo vrij geweest een pakje cheddar toe te voegen aan het recept, zodat het cheeseburgers werden.
Het testpanel
Unaniem: lekker! Zeker als je ze bedekt met een laag mayo en ketchup, smaken ze echt als een soort hamburgers. Ik riep trots dat mijn burgers lekkerder waren dan die van McDonalds, maar toen werd ik uitgelachen. Het is ook wel een rare substantie: tussen de bruingebakken buitenkanten zit een plakkerige smurrie die zich als een dot Kukident aan je gebit hecht. Het heeft oudste dochter een bezoek aan de orthodontist gekost om haar beugeldraadje weer vast te laten zetten. Maar met de smaak is niks mis.
Score: een 7+
Toelichting: het cijfer is aan de lage kant (zelf dacht ik aan een 8) maar dat komt omdat een meerderheid van het panel de balletjes nét lekkerder vond.
Volgende week: nepgehakt