Dick Advocaat is 65 geworden. Op 21-jarige leeftijd begon de Kleine Generaal als ADO Den Haag speler aan een lange carrière in het profvoetbal die hem langs onder meer Berchem Sport, San Francisco Gales, Zenit Sint Petersburg, Glasgow Rangers en de nationale elftallen van de Verenigde Arabische Emiraten, Rusland en Zuid-Korea bracht. Een globetrotter dus, een wereldreiziger die alles wel zo’n beetje gezien heeft. Toch blijft uit veel interviews en portretten van Advocaat een heel ander beeld hangen.
In 2008 bijvoorbeeld ging De Volkskrant op bezoek bij Dick Advocaat in Sint Petersburg. Een stad met een rijke geschiedenis in Tsaristisch Rusland en met de Hermitage als wereldberoemd cultuurgoed. Niet één keer nam Advocaat de moeite de verzameling werken van Michelangelo, Rembrandt, Da Vinci en Van Gogh te bezoeken. Dickie had wel iets beters te doen. De UEFA Cup winnen bijvoorbeeld, en het Russisch kampioenschap om die jarenlange Moskouse hegemonie eens te doorbreken.
Eenzame man
Vanaf een hotelkamer op steenworp van afstand van de Russische geschiedenis zette Advocaat drie jaar lang de lijnen uit bij Zenit Sint Petersburg op basis van avonden lang voetbalbeelden bestuderen. Het schetst een beeld van een eenzame man. Een beeld dat nogmaals werd bevestigd door een huilende Dick Advocaat voor de camera’s van Wilfried de Jong. De dood van zijn vader en de jarenlange cocon waarin hij als voetbaltrainer leefde hadden de trainer niet onaangedaan gelaten. “Uiteindelijk heb je helemaal niks.”
Dick Advocaat is terug in Nederland op een leeftijd dat veel Nederlanders met pensioen kunnen. Met een meer dan acceptabel palmares zou ook Advocaat op zijn lauweren kunnen rusten, maar voetbalverslaafd als hij is, lijkt dat nog geenszins aan de orde. Advocaat wil nog minimaal één keer in Nederland laten zien dat hij om de prijzen kan meedoen.
In de topsport, en dan met name de individuele sporten, zijn het de heroïsche verhalen van sporters die na een moeilijke periode alles opzij zetten voor het persoonlijk succes. Verhalen als die van Lance Armstrong en zwemmer Maarten van der Weijden. Het zijn verhalen die tot de verbeelding spreken, die jonge sporters inspireren ook het hoogste na te streven, ook al moet daar veel voor wijken.
Geen voorbeeld
Dick Advocaat is het voorbeeld van een trainer die het hoogst heeft nagestreefd ten koste van veel. Een voorbeeld voor velen lijkt de Kleine Generaal niet te gaan worden. Het beeld van de knorrige wat ouwelijke man die volledig door één ding lijkt te zijn geobsedeerd, roept eerder meelij op dan respect voor Advocaat’s ontegenzeggelijk indrukwekkende prestaties.
Afgelopen week was in de Volkskrant een interview te lezen met Leen van Steensel, de voetballer die op 28-jarige leeftijd stopte als profvoetballer bij Excelsior en als autowasser verder ging. Van Steensel is kritisch op de voetballerij. “Maatschappelijk sta je tien jaar stil, terwijl de wereld doorgaat.”
Als je de voetbalwereld zo bekijkt, staat Dick Advocaat eigenlijk al ruim dertig jaar stil. Zijn laatste kunstje in Eindhoven enkel uitstel van het diepe zwarte gat dat hem wacht. Of zoals hij zelf in 2009 al zei: “Uiteindelijk heb je helemaal niks.”