Wat vinden burgers eigenlijk van de Europese Unie? De Europese Commissie doet veel onderzoek naar deze vraag. Al decennialang worden zogenaamde Eurobarometers afgenomen onder alle burgers van de lidstaten van de Unie. Burgers geven elk half jaar antwoord op vragen als wat zij vinden van de economische situatie, hoe zij tegen Europa aankijken en welke politieke thema’s zij belangrijk vinden.
De uitkomsten van deze onderzoeken zijn ronduit saai. Steeds weer blijkt bijvoorbeeld dat Nederlandse burgers massaal het Nederlandse EU-lidmaatschap steunen (zie grafiek). Burgers vinden het een slecht idee om, zoals Geert Wilders stelt, de Europese Unie helemaal te verlaten. Er is alleen een probleem met deze cijfers. We hebben geen idee waarom burgers de Europese Unie belangrijk vinden en waarom ze willen dat Nederland lid blijft. Burgers vinden samenwerking kennelijk belangrijk, maar welke samenwerking dan? Burgers zeggen regelmatig dat Brussel ook te bemoeizuchtig is.
Hetzelfde verhaal
De belangrijkste verklaring voor de eensgezindheid is dat burgers steeds weer met dit verhaal zijn geconfronteerd. Telkens weer is hen door politici verteld dat Europa belangrijk is, dat Nederland alleen te klein is om een rol van betekenis te spelen op het wereldtoneel en dat samenwerking goed is bij heel veel onderwerpen. Vervolgens komen talrijke voorbeelden van thema’s waarbij samenwerken belangrijk zou zijn: duurzaamheid, economie, veiligheid, wetenschap, defensie en buitenlandse politiek. Burgers hebben de boodschap van eurofiele partijen massaal opgepikt.
En dat gaat nog een stap verder. De opinieonderzoeken van de Europese Commissie laten ook zien dat burgers op allerlei terreinen gezamenlijk Europees beleid zouden willen, bijvoorbeeld op het gebied van defensie, veiligheid en buitenlandse politiek. Burgers die in andere Europese landen hebben gewoond en gewerkt kunnen uitgebreid vertellen over het belang van de economische samenwerking en de voordelen van de open grenzen: studeren en werken waar je maar wilt en betalen met één munt. Het enthousiasme over Europese samenwerking lijkt geen grenzen te kennen.
Noodzakelijke samenwerking?
Maar de vraag is hoe diep die wens om samenwerking eigenlijk is. Want Brussel is ook bureaucratisch en bemoeizuchtig, en als ze daarachter komen vinden veel burgers Europa opeens helemaal niet meer zo goed als eerst. Het onderscheidende criterium is vaak dat Europa zich met grensoverschrijdende thema’s bezig moet houden en niet met binnenlandse thema’s. Dat klinkt heel logisch, maar bij nadere beschouwing is het dat helemaal niet.
Is het inenten van dieren bij veeziektes een grensoverschrijdend thema? Sommigen zien dit als lokaal, terwijl het juist ook grensoverschrijdend zou kunnen zijn. Is het aanbesteden van publieke diensten grensoverschrijdend? Velen vinden dit een lokaal thema terwijl het juist Europees geregeld is. Deze voorbeelden laten zien dat het voor burgers helemaal niet duidelijk is waar Europa zich van nature wel en niet mee bezig zou moeten houden. Wanneer samenwerking wenselijk is en wanneer overbodig.
Burgers praten onbewust eurofiele politici na dat Europa nuttig en goed is, maar het is makkelijk burgers over dat beeld aan het twijfelen te brengen omdat ze geen onderscheid maken tussen taken die Europa moet uitvoeren en taken die niet Europees zijn. Als je dat onderscheid niet maakt, stelt de uitspraak dat Europese samenwerking goed is, natuurlijk helemaal niets voor.
Chris Aalberts is onderzoeker politieke communicatie. Hij schreef o.a. de boeken Achter de PVV en Altijd ver weg: de moeizame relatie tussen burgers en de Europese Unie.