Het had zowel iets schattigs als treurigs om zaterdag op de zender Politiek24 live te kunnen kijken naar de ultieme democratische openheid waarmee GroenLinks in een klein zaaltje afscheid nam van de partijvoorzitter Heleen Weening en het hele bestuur. Voortgekomen uit onder meer de Communistische Partij Nederland (CPN) maakte de voorzitter Henk Kamps van de partijraad resoluut korte metten door een agendavoorstel de massaal aanwezige pers niet toe te laten tijdens het beraad af te wijzen. De ontwapenende mededeling dat er wellicht niet genoeg lunch was voor de aanwezigen zal op het 18e congres van de communistische partij op 8 november in China niet vallen.Het congres zal in de hoofdstad Beijing in een besloten bijeenkomst 2270 gedelegeerden ontvangen. In de verschuivende machtsverhoudingen in de wereld is het in die zin merkwaardig dat in Nederland geen dag voorbij gaat waarin wij omstandig in de media lezen over de Amerikaanse presidentsverkiezingen en betrekkelijk weinig over China. De multipolaire verhoudingen zijn nog niet zichtbaar. En dus krijgen wij nauwelijks iets specifieks te horen krijgen over de aanstaande ontwikkelingen in China. De vraag is hoe dat kan en of dat terecht is. Ik denk van niet.
Heeft leiderschapsoverdracht in China geen nieuwswaarde?
Zeker wel. Tijdens dit 18e partijcongres sinds de oprichting zal een voorspelbare, maar grote leiderschapswisseling plaatsvinden. Zeker zeven van de negen leden van het politbureau, het hoogste orgaan zullen vervangen worden. Ook de leider Hu Jintao, waarschijnlijk opgevolgd door Xi Jinping. Een wisseling die maar een keer per tien jaar plaatsvind. De stemming komt niet helemaal als een konijn uit een grote hoed, zoals bij democratische verkiezingen in Nederland, waarbij op een dag voor de verkiezingen nog meer dan een kwart van de kiezers zwevend is. Er vinden in anderhalf jaar tijd meerdere stemmingen plaats over de longlist van toe te treden functionarissen, het echte besluit wordt pas na het congres bekendgemaakt.
Er is veel veranderd sinds de vorige leiderschap wisseling in 2002. Die vond plaats tijdens de heftige Westerse tijd waarin de Amerikaanse president Bush de bondgenoten had meegesleept in de oorlog tegen het Irak van Saddam Hussein. In de archieven van sommige Nederlandse kranten wordt in die tijd in een enkel bericht schamperend opgemerkt dat Hu Jintao van plan is om het land rijker te maken. Maar dat hij waarschijnlijk toch geen invloed zal hebben.
Sindsdien is China economisch enorm gegroeid. Het heeft zich na Amerika tot een van de belangrijkste handelspartners van Nederland buiten de Europese Unie ontwikkeld. In dezelfde tijd is Europa in de grootste financiële crisis sinds haar bestaan terechtgekomen. Dus is het merkwaardig dat het enige narratief wat hoofdzakelijk in de Nederlandse pers verschijnt in het afgelopen jaar het verhaal is van Bo Xilai, de gevallen leider van Chongqing. Best belangrijk, maar hij wordt niet de volgende leider van China. Hoe kan het dan dat de berichtgeving in Nederland na de kleine opleving tijdens de Olympische Spelen in 2008 weer terugvalt in de oude patronen? Wat zijn de verwachting voor de toekomst?
Wat gaat Xi Jinping veranderen? Is dat genoeg voor het volk?
Op basis van het beslissingsmodel van de Communistische partij is niet te verwachten dat het 18e volkscongres grote veranderingen bekend zal maken. De vele amendementen die zullen en mogen worden ingediend na de structuurveranderingen op het vorige congres maken dat de besluiten al meer dan anderhalf jaar in allerlei organen in de regio’s en 31 provincies worden voorbesproken. Xi Jinping is daar moderator, hij kan niet de agenda bepalen. Interne democratisering van de partij was een belangrijk uitgangspunt. Dat lukt tot op zekere hoogte.
Wrede afstraffing werkt tot nu toe
Demonstraties en acties van het deel van de bevolking die een echte democratie eisen worden hardhandig aangepakt. Dus is er geen nieuws? Vanuit Westers perspectief niet zoveel als hier. Als Minister Rosenthal volgende week naar Beijing vertrekt met een DVD van de partijraad van Groen Links en zijn bedenkingen en dit als voorbeeld stelt aan het grotendeels ondemocratische regime uit zal dit niet direct tot meer openheid leiden. Zo doen wij het hier is in het licht van de Nederlandse en Europese crisis in China weinig indrukwekkend. In de fixatie op de klassieke vijandige benadering van China wordt over het hoofd gezien welke werkelijke veranderingen zich in dat land in het komende decennium aandienen.
De urbanisatie, de middle income trap en internet zijn onomkeerbaar
Binnen het raamwerk van het framen van de Chinese regeringskranten als zwaar gecensureerd is het opvallend dat een artikel van 10 pagina’s in The People’s Daily, op het meest communistische deel geen aandacht heeft getrokken in Nederlandse grote dagbladen. Liu Yun Xan, een Chinese professor geeft een uitgebreide, intellectuele en onderbouwde analyse in een openheid waar GroenLinks zich voor zou schamen. Het vertelt het in tien punten waarom de Chinese communistische partij zich zorgen moet maken over de toekomst. De corruptie en zelfgenoegzaamheid van de huidige leiders worden keihard besproken. Met verwijzingen naar de val van het Sovjet Rijk, de Arabische Lente en democratische ontwikkelingen van het afgelopen decennium in Mexico en Zuid Amerika. Is daar reden voor? Buiten de punten die hij al noemt is er dit: niemand in China, nog andere economen wereldwijd, gelooft dat de double digit groei in China zoals wij die in Europa met afgunst hebben bekeken zal doorgaan.
In een land als Nederland waarin wij binnen ons poldermodel elke regering weg kunnen stemmen en al vijf kabinetten hebben gehad sinds de vorige grote Chinese leiderschapswisseling is dat vervelend, maar niet zo’n probleem als in China waar sindsdien 600 miljoen internetgebruikers zijn gekomen. Honderdduizend blogs sluiten is een klein, onbetekenend grapje in relatie tot het totaal. Veel mensen zijn uit rurale gebieden vertrokken naar de grote steden. Daar was de groei. Harmonie en stabiliteit zijn naast het hardhandige ingrijpen van veiligheidsdiensten onderdeel van de Confuciaanse filosofie en het middel om de Chinese bevolking blij te houden.
In Europa ook lang problemen verzwegen
In Europa hebben wij in Spanje en Griekenland gezien dat dit lang mogelijk is, ook als niet alle omstandigheden ideaal zijn. Maar wat kan de Chinese Communistische partij doen als de groei stopt? Iedereen die in Chongqing is geweest, waar Bo Xilai de dienst uitmaakte, heeft de enorme groei in het bouwen van vastgoed gezien. Een groot deel staat leeg.
Meer infrastructuur is een eindig recept voor groei
Daarin is die megagemeente met meer dan 30 miljoen inwoners in China niet uniek. Hogesnelheidslijnen en andere infrastructuurprojecten hebben gezorgd voor veel groei. Maar als die lijnen er eenmaal liggen. En die nieuwe steden deels onbewoond. Wat dan? De spoorlijn van Chongqing naar Brussel en transporttijd naar Europa bekort tot veertien dagen die het Chinese nieuws wel gehaald heeft ligt er ook al. Het aantal demonstraties wat in de afgelopen jaren volgens sommige Chinese websites is gestegen van 60.000 naar 90.000 per jaar kan andere vormen aan nemen als de naar de grote steden gevluchte welvaartszoekers niets anders rest dan een enkele reis met de hogesnelheidslijn naar huis.
Dat dit geen sombere fantasie is bewijzen economische en politieke wetenschappelijke theorieën over de middle income trap. Die bekende barrière zal wel eens een sterkte van een Chinese muur kunnen hebben, nu China moet omschakelen van de werkschuur van de wereld naar een maatschappij met meer eigen ideeën, innovatiekracht en een stagnerende economische groei. In een omgeving waarin het dagelijks censureren van een enkel onwelgevallig nieuwsbericht niet voldoende zal zijn om de beter geïnformeerde Chinese consument zijn onvrede te laten zien. En grote hervormingen af te dwingen. Waar gaat dat gebeuren?
Niet Tibet, maar Shanghai en Guangzhou bepalen de verandering
In de marginale berichtgeving over het 18e partijcongres en China in het algemeen met vooral negatieve berichtgeving zullen veel Nederlanders niet weten hoe groot Tibet geografisch is, maar hoe onbelangrijk economisch. Terwijl China na Duitsland en België het belangrijkste importland is. In de Arabische lente is gebleken dat mensen slechte behandeling door de regering op een bepaald moment zat zijn. Maar dat gaat vaak wel naar aanleiding van een broodopstand. Daarna volgen pas de mensenrechten. Revolutionaire veranderingen hebben vaak niet uitsluitend met ontevreden mensen te maken, maar juist met politieke en economische macht.
Daarom verwacht ik dat de werkelijke veranderingen zich het eerst aan zullen dienen in de periode van neergaande groei van grootstedelijke, economisch ontwikkelde regio’s rond Guangzhou of Shanghai. Rond Shanghai ligt bovendien een belangrijk deel van de communistische geschiedenis, waaronder de belangrijke stad Nanjing. Een opstand in een dorp is goed neer te slaan. Maar wat doe je als nieuw door het partijorgaan gekozen leider Xi Jinping in de komende tien jaar als het gaat om miljoenensteden als Shanghai en Guangzhou? Met in de directe buurt een conglomeratie van een aaneensluiting van meerdere steden met tientallen miljoenen inwoners, zoals Wuxi, Suzhou, Hangzhou, Shenzen, Foshan en Hongkong? De Europese Unie die economisch sterk afhankelijk is van deze ontwikkeling zal dit niet oogluikend door de vingers zien. Daar geeft het 18e congres geen antwoord op, maar dat is wel een reële mogelijkheid die ons te wachten staat.
Het is gemakkelijk, spannend en interessant om de afleidingsmanoeuvre van de Chinese regeringskranten van alle ‘geheime details’ met welk van de 28 minnaressen Bo Xilai het gedaan heeft een jaar lang wekelijks in het Nederlandse nieuws te brengen. Dat is begrijpelijker voor ons dan ontevreden Chinese inwoners van veel miljoenensteden op een rij in een woest verlangen naar een niet corrupt bestuur. Wat er dan gebeurt kunnen wij ons nu niet voorstellen.