Bhutan wil het eerste land ter wereld worden waar alleen biologisch voedsel wordt geproduceerd, zo heeft de minister voor landbouw bekend gemaakt. Dat is natuurlijk een fraaie reclamestunt ter stimulering van het toerisme. Het woord ‘biologisch’ zal heel wat bergbeklimmers bekoren, zo hoopt Bhutan. Van die bergbeklimmers die zo graag klagen over de vervuiling in de Himalaya – maar die uiteraard wel per vliegtuig naar Bhutan komen. Die klimmers moeten er overigens wel rekening mee houden dat Bhutan een derde van zijn voedsel importeert, vooral het wat luxere eten, en dat ze dus dat ze in dat schattige hotelletje met dat prachtige uitzicht hoogstwaarschijnlijk helemaal geen biologisch voedsel voorgeschoteld zullen krijgen.
Bhutan ligt ingeklemd tussen twee reuzen die wel andere zorgen hebben dan het wegblijven van de toeristen. China en India moeten hun voedselproductie de komende decennia fors verhogen, en willen daarbij uiteraard niet afhankelijk zijn van massale importen. Gelukkig zijn in beide landen nog grote sprongen voorwaarts te maken, alleen al door het stimuleren van grootschalige bedrijfsvoering en distributie, en door verspilling op het land tegen te gaan (dat laatste is overigens ook een direct effect van het eerste.)
Schaliegas
Maar de uitdaging is enorm. Het grote probleem voor de komende decennia wordt immers niet energie, maar voedsel. Wat energie betreft zal de wereld de komende decennia overschakelen op gas. Schaliegas om precies te zijn. De voorraden zijn schier onuitputtelijk, en deskundigen verwachten dat dankzij schaliegas de prijs voor fossiele brandstof de komende eeuw erg laag zal blijven. Het enige dat nodig is, is de technologische transitie van olie naar gas (vooral wat betreft auto’s), maar dat is peanuts vergeleken bij de transitie vanuit zon- en windenergie.
Nee, voedsel wordt het ècht probleem. De voedselproductie moet de komende halve eeuw pakweg verdubbelen – niet alleen omdat de mensheid anderhalf keer zo groot wordt (naar 9 miljard hongerige buikjes) maar ook omdat die mensheid steeds welvarender wordt, en dus meer vlees op tafel wil zien. En beesten vreten erg veel graan. Dat extra voedsel zal vooral moeten komen van de grote vlakten in Azië en Afrika die nu benut worden voor extensieve veeteelt. Die moeten veel meer opleveren, en dat zal heel veel hightech vragen.
Gemanipuleerde soja
En Europa? Kunnen wij nog iets doen om dat probleem te tackelen? Nee. Onze landbouwproductie is al hoogtechnologisch en grootschalig. We hebben hier de hoogste opbrengst per hectare, en nauwelijks mogelijkheden tot verdere groei. De enige kans om nog meer uit de aarde te persen, zou gentechnologie kunnen zijn. Maar Europa gaat een compleet andere kant op. We verlangen terug naar vroeger.
Terwijl gengewassen elders op aarde doodgewoon zijn, tobben we hier in Europa nog steeds met de vraag of die techniek wel veilig is. Terwijl de rest van de wereldbevolking al 25 jaar rustig op gengewassen kauwt, terwijl we onze koeien, varkens en kippen miljoenen tonnen genetisch gemanipuleerde soja voeren, geïmporteerd uit Zuid-Amerika, vragen de Europese media zich nog steeds af of genvoedsel tumoren zou kunnen veroorzaken. Ze worden daarbij regelmatig gevoerd door actiegroepen.
Pseudostudies
Afgelopen week was het weer zo ver: een Franse studie zou hebben aangetoond dat genvoedsel kanker geeft. (Bij een bepaald type labratten. De rest van de wereldbevolking en ons vee heeft nog steeds nergens last van.) Die studie werd direct door andere wetenschappers de grond in geboord maar het eindresultaat was: verwarring, onzekerheid, twijfel. En dat is exact wat de tegenstanders van gentech beogen te bereiken met dit soort pseudostudies. (De Franse was uitgevoerd in opdracht van de actiegroep criigen).
Er is geen enkele goede wetenschappelijke reden om genvoedsel te wantrouwen. Desondanks blijven organisaties zoals Greenpeace zich ertegen verzetten alsof genvoedsel puur vergif is. En dankzij de kunstmatig in stand gehouden twijfel gaat gentech compleet aan Europa voorbij. BASF bijvoorbeeld maakte in januari van dit jaar bekend dat ze het bijltje er bij neergooien. Het bedrijf heeft zijn gentechlab (het was het grootste in Europa) inmiddels gesloten.
Gentech
Dat hoeft niet erg te zijn. Er is geen enkele garantie dat genvoedsel een substantiële bijdrage gaat leveren aan de oplossing van het wereldvoedselprobleem. Het probleem is dat diezelfde organisaties die gentech bestrijden, een volstrekt irreële visie hebben op hoe het dan wél verder moet met ons voedsel. Ze beweren doodleuk dat we de wereldbevolking straks kunnen voeden zónder grootschalige biotech, slechts met behulp van kleinschalige, biologische productiemethoden, in combinatie natuurlijk met het terugdringen van de vleesconsumptie. De Europese Commissie weet natuurlijk donders goed dat die aanpak geen toekomst heeft, dat daarmee de voedselproductie in Europa de komende decennia niet zal stijgen maar fors zal dalen.
Maar het is de vraag of ze deze trend nog kan keren, als deze organisaties de agenda bepalen (wat ze in toenemende mate doen, zie BASF) en er in slagen de Europese consument doodsbang te maken voor alles wat met biotech te maken heeft. De kans bestaat dat Europa straks een vergrote versie wordt van Bhutan. Dat we hier straks heerlijk verantwoord biologisch produceren: geen megastallen, geen gentech, geen kunstmest, geen bestrijdingsmiddelen. Zeer geruststellend voor het groene geweten, maar absoluut onvoldoende om de Europese bevolking te voeden.
Ach, je kunt er wel vliegtuigen vol toeristen mee trekken, die hier willen zien ‘hoe het vroeger was’. En ach, ons vee blijft natuurlijk gewoon gentechvoer vreten.