Terwijl Nederland zich na het gemakkelijk verslaan van directe concurrent Roemenië alweer lijkt te kunnen gaan opmaken voor een volgende eindronde, deed Turkije de eigen ambities in Hongarije de das om. Roemenië werd door iedereen als dé concurrent gezien, maar ondergetekende zag ook Turkije als een geduchte tegenstander. Toch lijk ik er weer volledig naast te gaan zitten, nu de Turken zichzelf met nederlagen tegen Hongarije, Roemenië én Nederland al vroeg op een zijspoor hebben gezet.
Het blijft raar te zien hoe een land met zoveel inwoners, zoveel voetballiefhebbers en toch een goed aantal grote en rijke voetbalclubs het zo regelmatig niet waar maakt op het mondiale niveau. In 2008 kleurde in Amsterdam het Surinameplein nog rood en wit toen de Duitsers pas in extremis een finaleplaats van Turkije op het EK blokkeerde en in 2002 waren het Ilhan Mansiz en Hakan Sükür die zorgden voor een derde plek op het WK in Japan en Zuid-Korea. Maar het zijn schaarse hoogtepunten. 2002 was de eerste WK-deelname van Turkije sinds 1970 en de halve finale in Basel werd enkel benaderd door de kwartfinale in 2000.
Schreeuwen om het hoofd van de trainer
Veel vaker kwalificeert Turkije zich niet en wordt er in het voetbalgekke land na één wedstrijd al weer geschreeuwd om het hoofd van de trainer. Zelfs op het succesvolle EK 2008 werd na de eerste verliespartij tegen Portugal geroepen om het ontslag van Fatih Terim. Een kort lontje lijkt één van de voornaamste problemen van het Turkse voetbal. Zo zag Galatasaray de voorbije vier jaar zeven, Fenerbahçe drie en Besiktas zes managers de revue passeren.
Ook het Turks elftal begroette eind vorig jaar de derde coach in nog geen twee jaar tijd. Het lijkt er dan ook op dat de randvoorwaarden voor een gecontinueerd beleid gericht op structurele kwaliteitsverbetering de ontwikkeling van Turkije als echt voetballand in de weg zitten. Te vaak zijn de afgelopen jaren Turkse voetballers in het buitenland niet opgewassen gebleken tegen de veranderende omstandigheden. Hakan Sükur was in de jaren ’90 de absolute vedette van Galatasaray, in het buitenland brak hij nooit echt door. Het is tekenend dat misschien wel de grootste ster van het huidige Turkse elftal, Nuri Sahin, zijn jeugdopleiding in Duitsland genoot.
Voetbal razend populair in Turkije
Net als veel landen in Afrika is voetbal in Turkije razend populair. Voetballers zijn grootheden die amper over straat kunnen en de budgeten die de topclubs ter beschikking hebben overschrijden die van de Nederlandse clubs ruim. En toch wil het niet lukken om jaar in jaar uit, op zijn minst aanwezig te zijn op iedere voetbaleindronde.
De Tilburgse antropoloog Arnold Pannenborg concludeerde dat in Ghana en Kameroen het voetbal ten onder gaat aan hekserij, geweld en corruptie. Met name dat laatste lijkt ook Turkije parten te spelen. Zes jaar geleden was ik een half jaar in Istanbul en zag zowel in het stadion als de televisie een hoop wedstrijden voorbij komen. Het was bedroevend, alsof de anarchie in het veld een rechtstreekse afspiegeling vormde van de totaal onduidelijke verhoudingen tussen managers en voetbalbobo’s in de bestuurskamers.
Vaderlandsliefde als reddingsboei
De recente corruptieschandalen in Turkije doen vermoeden dat het er allemaal niet beter op is geworden in de recente jaren. Samuel Eto’o (Kameroen) en Didier Drogba (Ivoorkust) toonde in het verleden al eens hun onvrede met het voetbalbeleid in Afrika door hun interlandcarrière stop te zetten. Zo ver zal het in Turkije niet komen, de onvoorwaardelijke vaderlandsliefde staat het daadwerkelijk slopen van het voetbal in de weg.