Eerst was er The West Wing, en recenter de Deense serie Borgen. Uren- en urenlang smullen van politieke en persoonlijke intriges, achterkamertjes, spin doctors en… soapachtige scenes in de privésfeer. Maar… het is allemaal fictie. Game Change bevat ál deze elementen, maar in dit geval gaat het wel om de vorige presidentsstrijd in 2008.
Twee journalisten, John Heilemann (New York Magazine) en Mark Halperin (Time Magazine), voerden meer dan 300 gesprekken met vrijwel alle hoofdrolspelers uit de Democratische en Republikeinse Partij. Het resultaat is een boek om van te smullen. Game Change bestaat uit drie delen: de auteurs volgen de interne strijd bij de Democraten die leidde tot de kandidatuur van Barack Obama, daarna volgt de thriller die uitmondt in de kandidatuur van John McCain en tot slot de presidentsstrijd zelf. De editie die nu verkrijgbaar is bevat bovendien een geactualiseerd nawoord met een vooruitblik naar de verkiezingen van 2012.
“I might win this thing”
Game Change is een fascinerend boek, omdat je als lezer meegenomen wordt naar de hotelkamers, campagnecentra en congreshallen waar de campagnes worden bedacht, voorbereid en uitgevoerd. Het deel over de Democratische aanloop naar Obama’s overwinning in 2008 is het meest uitgebreid. De auteurs gaan terug naar 2004. John Kerry verloor de strijd van Bush junior en op dát moment nam Hillary Clinton zich voor om in 2008 het Witte Huis te veroveren als de eerste vrouwelijke president. Gaandeweg wordt duidelijk dat ze tóch iets te vrezen heeft van de superster uit Chicago: Barack Obama. Minutieus beschrijven Heilemann en Halperin de ambiance waarin Clinton en Obama zich voorbereiden op hun eventuele nominatie. Lange, lange tijd wijst Obama elke suggestie van de hand dat hij zelf de gok zal wagen. Tótdat hij, zijn gezin voor de zoveelste maal in de steek latend, wat ideetjes uitprobeert tijdens een speech in Florida in december 2005. “I’ve got some stuff I’d like to try out” zegt Obama tegen zijn campagnemanager Robert Gibbs. Obama vestigt in zijn speech, tijdens een Democratische fundraiser, zijn reputatie van de politicus van de hoop, de basis voor de Game Change is gelegd. Hillary Clinton krijgt concurrentie uit eigen kring.
Sinds die toespraak in Florida is Obama een veelgevraagd spreker. Elke partijgenoot die vecht voor herverkiezing in de senaat of als gouverneur wil Obama als key note speaker. Het is win-win: Obama is de publiekstrekker en in ruil daarvoor krijgt Team Obama de beschikking over de namen van de Democraten die op de events afkomen. De database vult zich gestaag. En daarmee wordt waarschijnlijk de basis gelegd voor het echte succes nadat Obama zijn rivaal Hillary Clinton heeft overtroefd. In november 2008 heeft Obama’s campagneteam de gegevens verzameld van miljoenen kiezers. Ze kennen ze door en door, weten wat er in ze omgaat en waarom ze zo van Obama houden. Dat is belangrijk voor het verkrijgen van de uiteindelijke stem, maar ook voor het vullen van de campagnekas. Die winnende combinatie: de man van de hoop met een goed gevulde database én bijbehorende campagnekas.
Kandidaat tegen wil en dank
Waar Obama langzaam overtuigd raakt van het idee dat hij de next president zou kunnen worden, is zijn Republikeinse rivaal de presidentsstrijd ingerommeld. Ergens op een achternamiddag laat John McCain zich overhalen door zijn campagneteam om het dan toch maar te doen. Het beeld dat de auteurs achter de schermen laten zien van de Republikein is ontluisterend: een aarzelende, aartsluie leider. Die niets moet hebben van campagne-strategieën of fundraisers: het gaat om hem, zijn publieke optredens en zijn politieke plannen, “The rest is noise”. Bovendien scheldt hij het grootste deel van de tijd zijn – tot op het bot verdeelde – campagneteam de huid vol, net als zijn vrouw die meerdere keren mokkend het toneel verlaat en huiswaarts keert.
Als tegen het einde van de race om de Republikeinse nominaties geruchten over een minnares steeds luider worden, lijkt zijn kandidatuur alsnog te mislukken. Uiteindelijk is hij eenoog, en dus koning, in het land der blinden en wordt hij de Republikeinse kandidaat. Van harte gaat het allemaal niet. En de campagnekas is ook iets minder goed gevuld tegen de tijd dat de echte campagne begint, want aan fundraisers heeft McCain een broertje dood. Van de weeromstuit heeft ie moeite met elke vorm van verspilling. Hij windt zich zelfs op als er in zijn campagnetrailer twee dozen donuts blijken te staan in plaats van eentje.
Learning by reading
Game Change is geen handboek voor campagneteams, noch een wetenschappelijk werk over politiek en campagnevoering. Het is een thriller over de werkelijkheid. Een schitterende inkijk in de wereld achter het campagnegeweld dat voor iedereen zichtbaar is. Je voelt je als lezer een vlieg op de muur: je bent getuige en bijna-deelnemer. Dat geeft alle ruimte om je eigen conclusies te trekken en het is nog spannend ook.
John Heilemann, Mark Halperin (2010): Game Change, Obama and the Clintons, McCain and Palin and the Race of a Lifetime, paperback, 455 pagina’s, ISBN 978-0-06-173364-2.
Verkrijgbaar in de President’s Bookstore van The American Book Center in Amsterdam en Den Haag. Bezoekers van VS2012-evenementen ontvangen €2,50 korting op deze boeken (op vertoon van kaartje).
Jaap de Bruijn is bestuurssecretaris en voormalig campagnemanager van GroenLinks, werkzaam op het Landelijk Bureau in Utrecht.