De charme, intelligentie en welbespraaktheid van president Bill Clinton maakten hem tot een president die op veel sympathie kon rekenen in binnen – en buitenland. Critici noemden hem Slick Willy, omdat hij volgens hen met alle winden meewaaide. Ondanks de affaire met stagiaire Monica Lewinsky die groot uitgemeten werd in de media, was hij aan het einde van zijn termijn nog even populair als bij zijn aantreden in 1993.
Toen zijn moeder Virginia Kelly vijf maanden zwanger was, kwam zijn vader William Jefferson Blythe Jr. bij een auto-ongeluk om het leven. Bill Clinton werd als William Jefferson Blythe III geboren op 19 augustus 1946 in Hope, Arkansas. De jonge Bill had geen fijne jeugd. Zijn moeder hertrouwde namelijk met Roger Clinton die haar mishandelde en Bill kwam in zijn jonge jaren vaak tussen beiden. Geleidelijk aan ontworstelde hij zich uit het arme milieu waarin hij was opgegroeid. Sinds het moment dat hij president John F. Kennedy tijdens een bezoek aan het Witte Huis ontmoette en helemaal na de historische toespraak ‘I Have a Dream’ van Martin Luther King, ambieerde Clinton een carrière in de politiek.
Carrière van de Clintons
Na zijn middelbare schooltijd ging Bill studeren aan de Georgetown University, Oxford en aan Yale. Tijdens zijn studententijd werd hij verliefd op Hillary Rodham, die zich inzette voor de Republikeinen in Chicago. Na zijn studie wilde Bill terug naar Arkansas en Hillary ging met hem mee. Zij trouwden in 1975 en vijf jaar later werd hun dochter Chelsea Clinton geboren. Bill kreeg een baan op de juridische faculteit, waarna hij procureur-generaal werd.
Gouverneur van Arkansas
In 1979 stelde hij zich verkiesbaar als gouverneur van Arkansas en werd op 32-jarige leeftijd de 40e persoon die die functie mocht vervullen. Toen hij in 1980 de verkiezing verloor, was hij vastberaden twee jaar later zijn comeback te maken en dat lukte. De gouverneursfunctie bekleedde hij uiteindelijk van 1979 tot 1981, en van 1983 tot 1992. Hij legde zich met name toe op de verbetering van het onderwijs. Zo voerde hij door dat leerkrachten regelmatig examen moesten doen, tot grote onvrede van de vakbonden. Hillary werd in die periode partner bij het advocatenkantoor Rose in Little Rock.
President Clinton
In 1992 stelde Clinton zich verkiesbaar voor de presidentsverkiezing. Tijdens de verkiezingsstrijd tegen zittend president George Bush Sr. sprak hij de beroemd geworden zin: ‘It’s the economy, stupid!’ (Het is de economie, sukkel!), waarmee hij doelde op de slechte economische situatie onder Bush. Mede dankzij kernwoorden als ‘hope’ en ‘change’ en zijn charisma won hij samen met zijn running mate Al Gore, op 46-jarige leeftijd de verkiezingen. Hij behaalde 43 procent van de stemmen, tegenover 37 procent voor Bush en 19 procent voor Ross Perot. Clinton was de eerste Democraat sinds Franklin D. Roosevelt die twee ambtstermijnen als president volbracht. Hij had bezuinigingen op defensie, belastingverlaging en hervorming van de gezondheidszorg beloofd. Van het laatste plan kwam, ondanks de inzet van Hillary Clinton die het project coördineerde, weinig terecht.
Binnenlands beleid Clinton
In het eerste jaar als president concentreerde Clinton zich met name op het begrotingsbeleid. In de loop van de jaren ’90 was de economische situatie gunstig: de arbeidsproductiviteit nam ieder jaar toe met één procent en de werkeloosheid daalde. In een periode van technologische vernieuwingen, zoals de computer, investeerde de regering-Clinton in techniek, wat optimaal rendement opleverde. In zijn tweede jaar als president moest hij een tegenslag verwerken toen de kiezers een groot deel van het Democratische Congres naar huis stuurden. Het betekende dat de Republikeinen voor het eerst sinds Eisenhower, onder leiding van Newt Gringrich, een meerderheid hadden in het Huis van Afgevaardigden en in de Senaat. Clinton besloot hierop zijn pijlen te richten op de naderende verkiezingen. Hij schoof naar het midden om de Republikeinen bij de verkiezingen van 1996 de wind uit de zeilen te nemen. In 1996 won Clinton bij de verkiezingen van de Republikein Bob Dole. De Republikeinen hielden hun meerderheid in het Congres, maar verloren wel enkele zetels.
Buitenlandse politiek
Op buitenlands terrein mistte het beleid van Clinton een vastomlijnd programma. Hij had de neiging om lange lijsten met plannen op te sommen zonder duidelijke prioriteiten te stellen. In 1994 stuurde hij troepen naar Haïti, om de grote vluchtelingenstroom van het eiland naar Miami in te dammen, en herstelde de macht van de democratische politicus Artistide, die vier jaar eerder was verdreven. In Joegoslavië lieten de Verenigde Staten het voortouw aan de Europeanen. Pas toen Kosovo dreigde het slachtoffer te worden van etnische zuivering, greep Clinton in, maar op een manier die de nodige vraagtekens opriep. Clinton bemiddelde bovendien in de Noord-Ierse problematiek en bezocht het gebied drie keer om de vrede te bevorderen, wat leidde tot gesprekken tussen beide kampen. Het mondde in 2001 uit in de belofte van het Ierse Republikeinse Leger om zich te ontwapenen.
Midden Oosten
Clinton speelde ook een rol in de vredesprocessen in het Midden-Oosten. Zo drukten de Israëlische premier Rabin en PLO-leider Arafat elkaar in 1993 de hand voor het Witte Huis en werd een jaar later de vrede getekend tussen Israël en koning Hoessein van Jordanië. Tot grote teleurstelling van Clinton bekoelden de betrekkingen tussen Israël en de PLO onder Rabins opvolger Netanyahu, die nauwelijks bereid was tot concessies. Uiteindelijk werden de besprekingen met de PLO hervat onder de nieuwe premier Barak. In juli 2000 probeerde Clinton te bemiddelen tussen de twee in Camp-David, maar tot zijn grote spijt, liepen de bemiddelingen op niets uit.
Monicagate-affaire van 1998
Ondertussen was er gedurende zijn tweede termijn een schaduw op zijn blazoen gekomen. In 1998 kwam de seksuele relatie aan het licht van Clinton en een 22-jarige stagiaire in het Witte Huis: Monica Lewinsky. Het nieuws kwam de wereld in, na eerdere beschuldigingen over seksuele intimidatie van Paula Jones en het Whitewater-schandaal, over een mislukte investering in Arkansas. Aanvankelijk ontkenden zowel Clinton als Lewinsky de affaire, maar Clinton moest uiteindelijk toegeven een ‘ongepaste relatie’ met Lewinsky te hebben gehad. Naar aanleiding van de hele zaak kwam ter sprake of Clinton aan kon blijven als leider. De procedure draaide om de verdenking van machtsmisbruik en meineed. Beslissende stemmingen in het Huis van Afgevaardigden begin 1999 leverden niet voldoende stemmen op voor de afzetting van de 42e president.
Comeback-kid
De ‘comeback kid’ bleef in het zadel. Eind jaren ‘90 was de economische crisis gunstig, wat bijdroeg aan de comeback van Clinton. Aan het einde van zijn tweede termijn had hij het voor elkaar gekregen even populair te zijn als bij zijn aantreden. Nadat hij zijn termijn had volbracht, legde Clinton zich toe op het geven van lezingen over de hele wereld voor ruime vergoedingen. In deze periode zag Hillary haar kans schoon. Tijdens de Democratische voorverkiezingen voor het presidentschap in 2008 stelde zij zich kandidaat en voerde de strijd tegen Barack Obama. Clinton stond zijn vrouw bij gedurende haar campagne. Obama verklaarde dat hij soms niet wist ‘tegen welke Clinton’ hij streed. Uiteindelijk verloor Hillary. De Clintons schaarden zich uiteindelijk achter Obama en Hillary werd aangesteld als minister van Buitenlandse-Zaken.
Marianne van Exel is hoofdredacteur van IsGeschiedenis.nl, het weblog dat dagelijks historische achtergronden bij het nieuws biedt. Dit artikel werd tevens daar gepubliceerd.