Ook acteurs ontkomen niet aan de junglewetten van de arbeidsmarkt anno 2012. De concurrentiestrijd is snoeihard en het aantal rollen beperkt, dus voelt niemand zich te beroerd voor enige territoriumdrift. Twintigers zitten goed: tot hun dertigste kunnen ze zichzelf voorzien van het etiket ‘veelbelovend’ en zowel scholieren als zichzelf spelen. Dertigers vertolken jonge vaders in zowel komedies als tragedies. Jammer voor de veertigers met midlife crisis: niemand zit op hen te wachten, want de dertigers met televisiepower pikken ook hun rollen in.
Zie Cloaca, het stuk van Maria Goos dat tien jaar geleden een enorm succes scoorde met de acteerkanonnen Pierre Bokma, Gijs Scholten van Asschat en Peter Blok. Mannen op leeftijd, die hun verschraalde studentenvriendschap ten onder zagen gaan aan de tand des tijd. Regisseur Gerardjan Rijnders had blijkbaar geen zin in een herhalingsoefening met veertigersveteranen als Jacob Derwig en Fedja van Huet. Nee, hij castte ‘jonkies’ als Thijs Römer, Tygo Gernandt, Sieger Sloot en Guy Clemens. Vooral Thijs ‘Katja Schuurman’ Römer en Gernandt zullen een jonger publiek naar de theaters moeten trekken.
Worstelen met de zin van het bestaan
Het kwartet studievrienden bestaat uit een kleptomane ambtenaar (Clemens), een snuifverslaafde advocaat (Gernandt), een ambitieus politicus (Sloot) en Thijs als avantgarde toneelregisseur. Ogenschijnlijk alle vier maatschappelijk succesvol, in werkelijkheid worstelend met de zin van het bestaan en vooral met hun individuele zwakheden. De advocaat is geschorst vanwege overmatig drugsgebruik, de ambtenaar moet gestolen schilderijen weer teruggeven, de politicus verliest vrouw en kinderen in zijn jacht naar het ministerschap en de regisseur vergrijpt zich aan de dochter van een vriend. Kijk, dat zijn nog eens veertigersdilemma’s, daar kan geen quarterlifecrisis tegenop.
De grote vraag bij deze nieuwe Cloaca is dan ook: komen deze dertigers weg met hun veertigersverovering? Nee en ja. Nee, omdat de jeugdige acteurs niet de impliciete tragiek, het gevoel van mislukking kunnen overdragen zoals een Bokma of Blok. Te weinig rimpels, teveel televisiesucces. Elke acteur mag elke mogelijke rol spelen, maar de eerste eis voor het publiek is geloofwaardigheid. Thijs Römer komt te fris en fruitig over om te overtuigen als decadente subsidieslikkende regisseur die in zijn morele verwarring met tienermeisjes aan de haal gaat. Dat hij wel degelijk kan acteren bewijst hij in de film Alles is familie, die 22 november in première gaat. Subliem speelt hij daarin een met Carice van Houten getrouwde componist van Marco Borsatiaanse powerpopsongs die het maar niet lukt een gevoelig liedje te schrijven.
Snifsnif advocaatje
Sieger Sloot heeft het voordeel dat hij vroegkaal een ouwelijke uitstraling heeft en komt in de buurt van de overambitieuze politicus, zij het eerder een gemeenteraadslid dan een kandidaatminister. Maar misschien gaat na Lodewijk Asscher die vlieger ook niet meer op en heeft Sieger de tijdsgeest mee.
Tygo Gernandt als snifsnif advocaatje verrast in zijn tedere spel en toont zijn manische kanten pas aan het eind. Ster is Guy Clemens als homoambtenaar die op de vlucht is voor zijn eigen verleden. Als enige kan hij de leeftijdsgrens overschrijden, culminerend in een verrukkelijk vreugdedansje.
Gerardjan Rijnders en zijn dertigers mogen landjepik spelen, omdat de teksten van Maria Goos in Cloaca fier overeind blijven staan. Haar oneliners zijn zo sterk, dat het publiek de acteurs dreigt te vergeten. De lachsalvo’s doen de veertigersdilemma’s bijna wegsmelten. De tragische ondertoon verdwijnt uit zicht en de komieke kant van Maria Goos komt daardoor nog sterker naar voren. Resultaat: een vrolijke avond waarin het bittertje ontbreekt. De noodlotsfinale komt daarvoor te laat.
Cloaca, t/m 10 februari 2013
Foto: Ben van Duin