De ambtsperiode van de 43e president van de Verenigde Staten, George W. Bush, is alles behalve rustig te noemen. Zo kenmerkte zijn regeerperiode zich onder andere door de aanslagen van 9/11, de inval in Irak en Afghanistan, de veroordeling van Saddam Hoessein en de gevolgen van orkaan Katrina. Maar wie was deze man die ooit de droom koesterde om honkballer te worden en van een wildebras in een herboren Christen transformeerde?
George Walker Bush werd geboren op 6 juli 1946 in New Haven in de staat Connecticut. Hij was de eerste van zes kinderen van George H.W. Bush en Barbara Bush. Toen hij twee jaar oud was verhuisde het gezin naar de desolate oliestad Midland in West-Texas.
Studietijd
Het was al op jonge leeftijd zijn grote droom om professional honkballer worden, maar dat bleek ijdele hoop. Bush volgde een studie aan Harvard en Yale, waar hij in 1975 zijn Master in Business Administration behaalde. Aan de universiteit van Yale was hij lid van het invloedrijke geheime genootschap Skull and Bones. Tijdens zijn studie moest hij in de periode van 1968 tot 1973 zijn dienstplicht vervullen en was hij reserve piloot van een F-102 bij de Texas National Guard. Na zijn afstuderen ging hij in navolging van zijn vader werken in de olie-industrie. Bush kocht in deze periode een ranch in Crawford en bovendien het baseball team ‘The Texas Rangers’.
Van wildebras naar herboren christen
Hij leidde een wild leven en manifesteerde zich als een echte Texaan. Hij was een losbol, vloekte, dronk en zat achter de vrouwen aan. Aan deze manier van leven kwam een einde toen hij in 1977 door vrienden werd voorgesteld aan Laura Welch, die toen lerares en bibliothecaresse was. De vonk sloeg over en drie maanden later, op 5 november 1977, gaf het stel elkaar het ‘ja-woord’ in Midland, Texas. Een jaar na de voltrekking van het huwelijk deed Bush mee aan de verkiezingen voor het Huis van Afgevaardigden, maar verloor van Kent Hance, waarna hij weer aan de slag ging in de olie-industrie. Het echtpaar kreeg in 1981 de tweeling Barbara en Jenna. Rond zijn veertigste levensjaar trad er een verandering op in het leven van Bush en werd hij een ‘herboren Christen’. Sinds die tijd las hij iedere dag de bijbel, sportte hij vol enthousiasme en dronk nooit meer een druppel alcohol.
Van gouverneur naar president
In 1993 deed hij een tweede poging om zijn entree in de politiek te maken. Deze keer lukte het en werd hij gouverneur van Texas voor een periode van acht jaar. In deze tijd zocht de republikeinse gouverneur geregeld samenwerking met Democraten, iets dat hij later als president zou laten varen. Daarnaast was hij voorstander van de doodstraf. Nadat hij acht jaar gouverneur was geweest, besloot Bush om, in navolging van zijn vader, te proberen om president te worden. Zijn tegenstander bij de presidentsverkiezingen van 2000 was de Democraat Al Gore. De strijd die volgde werd één van de meest controversiële verkiezingsuitslagen in de geschiedenis.
Verkiezingsuitslag 2000
Op 8 november bleek namelijk dat de landelijke uitslag afhankelijk was van de uitslag in Florida. Er leek een uiterst krappe meerderheid voor Bush te zijn, maar er waren tal van aanknopingspunten om de uitslag aan te vechten. En dat gebeurde ook. Pas na een maand bepaalde het federale Supreme Court dat de uitslag bindend was en dat George Bush tot 43e president van de Verenigde Staten zou worden beëdigd. Het was de tweede keer in de geschiedenis dat een zoon net als zijn vader president werd van het land.
Buitenlands beleid Bush jr.
Hoewel Bush verkozen werd op een programma dat zich richtte op belastingverlagingen en andere sociale en economische aangelegenheden, wees de praktijk anders uit. Tijdens zijn gooi naar het presidentschap zei Bush nog dat ‘Amerika zich ten opzichte van het buitenland bescheiden op moest stellen’. Dat idee liet hij echter snel varen na de aanslagen van 11 september 2001. De aanslagen leidden tot de oprichting van het gigantische veiligheidsapparaat Department of Home Security en een concentratie van de buitenlandse politiek op het Midden-Oosten. Het gevolg was een gewapende interventie in Afghanistan, de Bushdoctrine (één van de pijlers van het buitenlands beleid van Bush, wat betekende dat de VS geen onderscheid maakte tussen terroristen en diegene die terroristen onderdak boden) en de inval in Irak.
Irakoorlog
De Irakoorlog begon op 20 maart 2003, toen een coalitie onder leiding van de Verenigde Staten en Groot-Brittannië Irak binnenvielen. Als reden gaven de verantwoordelijken George W. Bush en Tony Blair, dat Irak massavernietigingswapens tot zijn beschikking had. De invasie van Irak leidde tot de bezetting van het land, waarbij de regering van Hoessein officieel op 1 mei 2003 tot ten einde kwam. Op 13 december leidde dit tot de arrestatie van Saddam Hoessein, die uiteindelijk op 30 september 2006 werd opgehangen door de nieuwe Irakese regering. Onder leiding van de VS werd begonnen aan het proces van Nation Building in Irak en werd er een democratie ingevoerd.
Verkiezingen 2004
In grote delen van het buitenland heerste er na de interventie in Irak grote afkeuring ten opzichte van het beleid van Bush. Het electoraat dacht hier echter anders over en de bewering van Bush ‘dat hij de wereld veiliger had gemaakt tegen terrorisme’ werkte. Bush werd herkozen met 51 procent ten opzichte van 48 procent van de stemmen. In zijn tweede inaugurele rede zette hij zijn visie uiteen over de spreiding van democratie in de wereld. Het beleid van de VS moest voortaan gestoeld zijn op de verspreiding van democratische waarden met het doel om de tirannie in de wereld te beëindigen. Een jaar na zijn herverkiezing werd de Verenigde Staten opnieuw getroffen door een ramp. In 2005 teisterde orkaan Katrina de kusten van Louisiana, Mississippi en Alabama en richtte aanzienlijke schade aan. Er was veel kritiek op de passieve reactie van de federale overheid op de ramp en Bush nam daar de volledige verantwoordelijkheid voor op.
Economische crisis
Het zat Bush niet mee. Tijdens zijn eerste termijn had hij goedkeuring van het Congres gekregen voor drie forse belastingverlagingen. Het effect van deze belastingverlagingen moest in combinatie met gelijktijdige verhogingen van uitgaven wel begrotingstekorten creëren. In de nadagen van zijn tweede termijn stak een financiële crisis de kop op en begin 2008 begon het financiële systeem in elkaar te storten. Op 15 september liet de regering de grote bankier met wereldwijde operaties Lehman Brothers failliet gaan met grote consequenties voor de economie.
Einde termijn Bush
Toen Bush in 2009 terugtrad als president was het vertrouwen van de Amerikanen in hem geslonken tot een dieptepunt van dertig procent. Na zijn tweede termijn schreef Bush een autobiografie over zijn leven en presidentschap Decision Points (Cruciale beslissingen), waarin hij openbaringen gaf over de aanslagen van 9/11, de controversiële presidentsverkiezingen van 2000 en ook over zijn drankprobleem en de relatie met zijn familie. Zo schreef hij over de economische crisis: “Achteraf gezien lag het voor de hand” dat de Amerikaanse huizenluchtbel zou knappen, “maar weinig mensen zagen het toen, ik ook niet”.
Marianne van Exel is hoofdredacteur van IsGeschiedenis.nl, het weblog dat dagelijks historische achtergronden bij het nieuws biedt. Dit artikel werd tevens daar gepubliceerd.