De verschillen tussen arm en rijk in Brazilië zijn groot. De afstand tussen de burgers met extreme inkomensverschillen is echter klein. In de grote steden van het land zijn vele sloppenwijken, ‘favela’s’ geheten. Wij spraken met drie inwoners van Sao Paulo over hun ervaring met de kloof tussen arm en rijk in hun stad.
“Ze bleken celgenoten te zijn geweest in de gevangenis.”
“Ik woon naast de sloppenwijk ‘favela da Alba’. Ik doe boodschappen in dezelfde supermarkt als de inwoners van de favela, maar er is geen interactie. We leven in een andere werkelijkheid. In Sao Paulo is er niet één samenleving, het zijn allemaal microsamenlevingen die weinig tot geen contact hebben. Sao Paulo is een grote stad met 11,3 miljoen inwoners, maar voor de inwoners zelf voelt de stad soms heel klein, omdat je je maar in zo’n klein gebied beweegt en met één sociale klasse omgaat.
“Als ik van mijn werk naar huis wil, moet ik met de metro. Na de metro moet ik nog door de favela. Dit durf ik niet, dus ga ik er met de bus doorheen. Zelfs dan voel ik me niet altijd veilig. Als ik uit het raam kijk denk ik: hoe kunnen mensen zo leven? Ik merkte pas geleden een conversatie op tussen twee vrouwen. Ze bleken celgenoten te zijn geweest in de gevangenis. Ik vroeg me af wat ze gedaan hadden en waartoe ze in staat zijn, dat gaf geen prettig gevoel.
“Het is relatief rustig in de favela waar ik naast woon. Eén keer heb ik ’s nachts schoten gehoord. Iemand had juwelen geroofd en de dief was vlakbij. Ik heb eigenlijk geen idee wat er allemaal in de favela gebeurt. Ik weet het alleen via de media, ook over de juwelenroof las ik in de krant. Op dat moment baalde ik wel dat ik naast een favela woon, ik moet altijd op mijn hoede zijn. Maar, met mij en alle inwoners van mijn appartementencomplex is nog nooit iets gebeurd.”
“Ze heeft de favela verlaten, maar de favela heeft haar niet verlaten.”
“Ik heb een vriendin die uit de favela’s komt, maar ik ben zelf nooit in een favela geweest. Marianna was 16 toen ze werd geadopteerd door een vriendin van mijn moeder, die in een arme wijk woont. Haar moeder was overleden en haar vader kon niet voor haar zorgen.
“Ik ga nog steeds met Marianna om, maar we zitten niet op één lijn. We praten over verschillende dingen en we vinden andere dingen leuk. Ze heeft de favela verlaten, maar de favela heeft haar niet verlaten. Ze heeft nog altijd vrienden daar en ze gaat nog vaak terug. Het maakt mij op zich niet uit als iemand in een favela woont, maar ze hebben zo’n ander leven.
“Marianne vraagt me wel eens mee naar een feestje in een favela, maar ik voel me er simpelweg niet veilig dus ik wil het niet.
“Ik zie Marianna ongeveer een keer per maand. We eten pasteo, of we ontmoeten elkaar bij de metro om even een praatje te maken. Dan loopt ze met me mee naar mijn werk. Ze heeft haar middelbare school niet afgemaakt. Het is moeilijk om een baan te vinden voor iemand uit een favela. Als je je adres opgeeft, haakt het bedrijf meestal af. Natuurlijk zijn niet alle mensen uit de favela dieven of criminelen, maar de werkgever durft het vaak niet aan. Marianna werkt nu wel. Ze is coördinator bij een telemarketing callcenter. Dat klinkt goed, maar het betaalt erg slecht.”
“Leraren kwamen vaak niet opdagen en de boeken waren slecht.”
“In Brazilië zijn er openbare en privéscholen. Iedereen met geld gaat eigenlijk naar een privéschool. Ik zat op een privéschool maar ik had het daar niet naar mijn zin. Mijn klasgenoten deden erg uit de hoogte en vonden het nogal belangrijk Amerikaanse merken te dragen zoals Nike en Abercrombie & Fitch. Ze hadden iPads en droegen dure make-up. Ik heb besloten naar een openbare school te gaan, ik was het arrogante gedrag van mijn klasgenoten zat.
“Ik heb niet lang op de openbare school gezeten. Leraren kwamen vaak niet opdagen en de boeken waren slecht. Ik zou er simpelweg niet voldoende geleerd hebben om op de universiteit te komen waar ik nu op zit. Er zat niets anders op dan weer naar een privéschool te gaan. Ik ben wel naar een andere privéschool gegaan dan voorheen. Het is me daar wel goed bevallen; de scholieren daar waren authentiek.
“Vaak is het helaas zo: hoe duurder de school, hoe serieuzer het onderwijs. Bij de dure scholen word je goed voorbereid op het hoger onderwijs. Mijn moeder heeft lesgegeven op een openbare school. Laatst was ik met haar bij McDonald’s. Ze vertelde me dat het meisje dat ons zojuist onze Big Macs had verkocht een leerling van haar was geweest. Ze was heel goed en had veel potentie, maar ja, als je op een openbare school hebt gezeten is het moeilijk om carrière te maken.”
Dit artikel kwam tot stand in het kader van de Coolpolitics Masterclass