Toen ik klein was, zag ik ‘s ochtends vaker de bussen rijden door het dorp: mijnwerkers op weg naar hun werk, terwijl ik naar school liep. Het maakte vooral ‘s winters indruk, als het nog donker was; de mijnwerkers zouden die dag geen licht zien. Speciaal busvervoer voor woon-werkverkeer was niet ongewoon in de tijd dat veel mensen nog geen eigen auto hadden.
De laatste tijd groeit het aantal Palestijnen weer dat in Israël werkt en dagelijks op en neer reist naar bijvoorbeeld Tel Aviv. De reguliere Israëlische lijndiensten, die veelal vanaf de Joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever rijden, raken overvol. Dit leidde ook tot steeds meer frictie tussen de Joodse kolonisten en de Palestijnse Arabieren die de bus deelden. (Gezien de berichtgeving over het conflict lijkt het eigenlijk verbazend dat die gewoon in dezelfde bussen reden…) Bovendien moesten de arbeiders eerst nog bij de bushalte zien te komen, waarvoor onveilige en clandestiene busjes van (naar verluid) een groepje Bedoeïenen hen veel geld aftroggelden.
Vorige week zijn daarom nieuwe busdiensten ingesteld die de Palestijnse arbeiders van nabij hun woonplaatsen ophalen en rechtstreeks naar Tel Aviv rijden, waardoor de problemen goeddeels zijn opgelost, zou je denken: de Palestijnen zijn sneller op hun bestemming en daarbij een stuk goedkoper uit, en de frictie in overvolle bussen is goeddeels opgelost.
Linkse activisten schreeuwden echter moord en brand, of in dit geval: racisme en apartheid, en ook de Israëlische media waren sceptisch. Zowel de oude als de nieuwe buslijnen zouden voor iedereen toegankelijk zijn, maar er waren ook (informele) geluiden dat Palestijnse arbeiders voortaan geweerd zouden worden uit de bussen die naar de nederzettingen reden, en een zulk incident werd ook op film vastgelegd. Formeel mogen Palestijnen met een werkvergunning voor Israël in alle publieke bussen reizen, maar bij conflicten proberen militairen en politiemensen (net als in Nederland) vaak een compromis te vinden, en stellen dan misschien toch voor dat de geweerde Palestijn een andere bus neemt. Niets menselijks is hun vreemd, en lang niet alle Israëli’s zijn te spreken over de Palestijnen, met wie ze immers in een langslepend en vaak bloedig nationaal conflict zitten. Die animositeit is uiteraard wederzijds: Palestijnen krijgen het al met de schoolboeken ingegoten en door hun opruiende media steeds weer bevestigd.
Enkele kolonisten hebben zich naar verluid op internet racistisch uitgelaten over hun Palestijnse medereizigers, en velen vrezen voor hun veiligheid. Tijdens de Tweede Intifada was het opblazen van bussen een geliefde bezigheid van Palestijnse zelfmoordterroristen, en ook tijdens de laatste Gaza-escalatie ging in Tel Aviv nog een bus de lucht in. Sommige Joden durven niet in een bus te stappen die vol Palestijnen zit, en ook sommige chauffeurs voelen zich niet veilig met Arabieren in de bus. Daarmee wil ik geen discriminatie of racisme vergoelijken: politie en leger moeten in de eerste plaats de wet handhaven, en daar schort het volgens berichten wel eens aan. Er lijkt te veel ruimte te zijn om naar eigen inzicht maatregelen te improviseren om de rust op de Westoever te bewaren, waarbij Palestijnen vaak aan het kortste eind trekken, ook als ze formeel in hun recht staan. Minister van Transport Israel Katz heeft echter duidelijke richtlijnen uitgevaardigd dat alle bussen voor zowel Joden als Arabieren toegankelijk moeten blijven, en daar zullen buschauffeurs en politieagenten zich aan moeten houden.
NRC Handelsblad schijnt het bericht over de ‘gescheiden bussen’ genegeerd te hebben, en de Volkskrant kopte in navolging van Israëlische kranten: “Israël introduceert bussen alleen voor Palestijnen”. In de praktijk zullen nauwelijks Joden met de nieuwe lijnen reizen, omdat die naar plaatsen rijden waar geen Joden wonen, en met een eenvoudige kop “Twee nieuwe lijndiensten naar Westoever” vul je geen voorpagina en verkoop je geen kranten. Dus breng je het als iets mogelijk controversieels, al rek je daarmee de waarheid op.
De NOS en Trouw vonden dat nog te tam en plaatsten op hun websites een citaatkop die de lijnen als racistisch bestempelt. Dat moet wel haast, om te rechtvaardigen dat men in Nederland bericht over iets zo arbitrairs als enkele nieuwe buslijnen in een ver land, die voor de meeste reizigers alleen maar een verbetering inhouden. De berichten zelf bevatten weinig informatie, de Israëlische versie verscheen kort onderaan, en de bezwaren van critici werden als de waarheid gebracht, omdat die het vooroordeel lijken te bevestigen dat Israël racistisch is en hard op weg naar een Apartheidsstaat.
Met zulke provocatieve koppen en artikelen (en dit is bepaald niet de eerste keer), en het zeer tolerante moderatie-beleid dat de meeste kranten op hun websites voeren, zijn de reacties onder alle stukken over Israël al lang verworden tot open riolen waar je de meest onsmakelijke opmerkingen en onzinnigheden ziet bovendrijven. Gelukkig hebben de NOS en de Volkskrant bij hun nieuwsberichten geen reactiemogelijkheid; bij Trouw was het (ondanks moderatie vooraf) weer goed mis:
“Het lijkt erop dat wat hen aangedaan is in de 2e wereldoorlog…ze nu dezelfde praktijken toepassen op anderen.”
“Straks moeten ze ook nog een Palestijnen'”ster” dragen.”
“De militaire macht is doorgeschoten, men wil alle macht en geldstromen blijven beheersen, behouden en vergroten!”
“..wederom een voorbeeld van het apartheidsbeleid. Mensonterend en dan vragen ze zich ook nog af waar die “haat” vandaan komt.”
“Weet U het nog op 18 -9-1982 Sabra en Shatila in Libanon kijk maar op Wikipedia. Dan weet u de bedoelingen van israel. Het systematisch onmogelijk maken voor de Palestijnen om te kunnen leven in hun eigen land.”
“Wordt het niet tijd dat we het laatste racistische land van deze wereld eens gaan boycotten.”
Trouw lijkt er anno 2013 geen moeite mee te hebben dat Israël op haar website routineus met de nazi’s wordt vergeleken, haar de meest sinistere bedoelingen worden toegedicht en het als een uitzonderlijk kwaad wordt voorgesteld. Met haar tendentieuze berichtgeving draagt ze er zelf haar steentje aan bij.
Wouter Brassé is medewerker van de website Israel-Palestina.Info