In de voetbalwereld worden statistieken steeds belangrijker. Zo is het ‘tweede scherm’ inmiddels een bekend begrip en hebben de clubs de afgelopen jaren geavanceerde systemen aangeschaft om statistische gegevens van spelers te analyseren. De komende dagen kan Amerika hun statistische register weer opentrekken met de NFL Draft, waarbij de American Football teams nieuw talent aantrekken. Statistieken spelen in de Amerikaanse sporten al lange tijd een veel grotere rol dan in Europa. De keuze voor een speler wordt dan ook vooral bepaald op statistische gegeven als ‘snelheid, sprongkracht, aantal verstuurde passes, aantal vangballen’. Maar ook al kom je daarin als slechtste uit de bus, dan nog kun je één van de beste spelers aller tijden worden.
Donderdagnacht start de NFL Draft in New York. De 32 teams uit de hoogste divisie van het American Football kiezen nieuw talent om hun selectie te versterken. Deze spelers proberen vanuit het college football de overstap te maken naar de NFL. De clubs mogen om de beurt spelers aantrekken, waarbij de club die als eerst mag kiezen dus eigenlijk de beste speler kan binnenhalen. Het slechtst presterende team van het vorige seizoen mag als eerste kiezen, en de kampioen (dit jaar Baltimore Ravens) heeft als laatste een keuze.
Als team krijg je zo’n tien minuten de tijd om een keuze te maken. Een groot aantal spelers is ook aanwezig bij de Draft, waardoor ze direct in het shirt van hun nieuwe club kunnen poseren als ze gepicked worden. Als alle clubs een keer zijn geweest, start het weer van voor af aan. Dit gaat zo 7 rondes door. Daarna zijn de clubs vrij om te onderhandelen met overgebleven spelers wanneer ze willen, maar de grootste talenten zijn dan al lang gekozen.
Soms duurt het 198 keuzes voordat het grootste talent wordt gedraft. In de NFL Draft van 2000 was er een quarterback (belangrijkste positie op het veld) die gehoopt had in de eerste 3 rondes gepicked te worden. Aanbeland bij ronde 5 was hij nog steeds niet gekozen en vroeg hij zijn vader om naar huis te gaan. De hoop om American Football-speler in de NFL te worden was vervlogen. Als college football-speler van Michigan had hij in zijn laatste studiejaar de Orange Bowl gewonnen, één van de belangrijkste nationale toernooien. En nu leek er geen één team geïnteresseerd in deze 1.93 meter lange quarterback uit Californië. Zes andere quarterbacks werden hoger ingeschaald dan hij en waren al gekozen.
Het scouting rapport over deze speler luidde: ‘slechte bouw, mager, ontbeert fysieke kracht, geen sterke arm en makkelijk op de grond te krijgen’. In de Scouting Combine, een test waarin toekomstige NFL-spelers hun vaardigheden aan NFL-teams kunnen laten zien, kwam hij als één van de langzaamste ooit uit de bus. Het team waar hij als kind fan van was, de San Francisco 49’ers, waren op zoek naar een nieuwe quarterback. Als kind ging hij vaak met zijn vader naar wedstrijden van de 49’ers toe, maar zijn favoriete team koos als nieuwe quarterback voor Giovanni Carmazzi En dat kwam hard aan. Toch bleven vader en zoon zitten, en in ronde 6 leek het goed te komen.
De New England Patriots hadden al 3 quarterbacks in hun team, en twijfelden daarbij over de kwaliteit van deze speler van Michigan. Maar toch kozen ze hem als 199e overall pick. De eigenaar van de Patriots, Robert Kraft, wist niet eens precies de naam van zijn nieuwste aanwinst. Zo onbelangrijk leek deze round 6 pick. De jonge quarterback zei: ‘Mijn naam is Tom Brady meneer, en ik ben de beste beslissing die uw team ooit gemaakt heeft.’
Dertien jaar later heeft Brady drie Super Bowl’s gewonnen (de finale van het NFL-seizoen), speelde nog eens in twee Super Bowl’s, werd meerdere keren gekozen tot meest waardevolle speler van het seizoen en werd de eerste NFL-speler sinds Joe Montana (de beste quarterback ooit) die sportatleet van het jaar werd in de Verenigde Staten. Statistieken zeggen dus niet alles. Zoals de vader van Tom Brady het verwoordde: ‘They can’t measure what drives somebody.’