Ik ben hier. Ik ben precies hier naast jou, voel maar. Voel je mijn hart? Voel je het kloppen? Hij klopt voor jou en ik weet niet of het verbeelding is, maar wij zijn zo mooi samen.
En dat is het enige wat ik weet. Ik weet niet meer wat links en rechts is. Ik weet niet meer hoe ik moet lopen. Ik weet niet meer hoe het zou moeten en wat we moeten. Ik weet helemaal niets meer. Je laat mij boven mijzelf uit stijgen, op een te hoge stoel waar ik niet met mijn voeten op de grond kan, bungelen mijn tenen op zoek naar de grond. Ik vlieg zo hoog met jou, het enige wat ik zie zijn wolken, dus als we vallen, dan vallen we zacht.
En ik vertelde je dat ik altijd al wilde skydiven en jij zei dat we dat al deden en ik snapte het eerst niet. Maar nu wel. Een vrije val, misschien gaat het fout, maar alles kan fout gaan, dus wat doet het er toe. En ik vind het verschrikkelijk, maar met jou vind ik het verschrikkelijk fijn. Ik wil blijven vallen, kriebels in mijn buik voelen, sidderen van verliefdheid, kirren van geluk. Ik wil dit alles met jou, met je hand in mijn hand, wil ik vallen, alleen maar blijven vallen, keer op keer. Een nieuw gevoel, een steek gepaard met een onverdraaglijk gevoel van angst en dat verheugde mij nog het meest van de hele val. Ik voel dat ik leef. Ik ben een mens.
En je zei dat je bang was, omdat je niet weet waar je terecht zou komen met mij, maar ik weet het ook niet, lieve lief. Ik weet niet hoe hard de grond is, hoe lang het nog duurt, hoe hoog het gras is en of we veilig landen. Ik heb geen flauw idee, maar dat heeft nooit iemand gehad op deze hoogte. De wind doorboort ons hele verstand, neemt het mee naar een plek waar wij niet bij kunnen en dat hoeft ook niet, want ik wil alleen maar voelen.
En ik weet niet of het verbeelding is, maar je springt zo mooi,
met mij.
Rosa van den Driesche schrijft iedere week Proza van Rosa. Ze twittert daarnaast ook.