In 2011 beschreef Campking op File Under het werk van Colin Stetson al als hogere blaaskunde, een constatering waar met het derde deel in de New History Of Warfare trilogie (To See MOre Light) niets op afvalt te dingen. Net als op Judges (het tweede deel) toont de saxofonist hier alle hoeken, gaten en spleten van zijn riet instrument te kennen.
Geluiden die nauwelijks herkenbaar zijn als afkomstig van het trillende riet dat door het koper van zijn bas, tenor of alt saxofoon golft. Het openen en sluiten van de kleppen zelf, de ademhaling, ondertonen van het kreunend koper, zij vormen de basis waarover Stetson werkt. Zichzelf loopend om daar weer een volgende laag aan melodie overheen te leggen en door te scheuren, want zo klinkt het vaak, alsof hij zijn blaasinstrument uit elkaar blaast, of anders wel de zachte materie in je boxen tot het uiterste (en er overheen) drukt.
Imponerend, vooral ook omdat alle nummers opgenomen zijn in een opname. Live stapelt Colin Stetson de gehele arrangementen op band, vernuftig gebruikmakend zijn pedalen in combinatie met een haast onmenselijke techniek. Hier en daar wordt het gejaagde saxofoon spel aangevuld met vocalen, zoals in Brute waar Justin Vernon (Bon Iver) zijn normaal zalvend rustige stem hysterisch tegen het trillend riet en de klappende kleppen in werpt.
En dat komt binnen, hogere blaaskunde die je bij de lurven grijpt en emotioneel door de kamer gooit, je kop stuiterend tegen de muren links, rechts, voor en achter je. Elf nummers vouwt Colin Stetson zijn blaasinstrument om je nek, om je daarna verbouwereerd achter te laten, een saxofoon als stropdas voor gebonden.
Tjeerd van Erve schrijft veel over muziek, en deed dat ooit onder het pseudoniem Campking op FileUnder. Voor meer van zijn stukken over muziek, volg hem op Twitter.