Mijn gedachten gaan overal nu ik niet meer aan alles hoef te denken, denk ik alleen nog maar aan jou. Mijn hoofd gevuld met wat ik zou moeten doen en nooit had moeten doen, ben ik hier. Geen spat veranderd in mijn gezicht, maar achter dat een groot mens geworden, al zeg ik het zelf. Beloof je plechtig dit keer niet te liegen over alles wat er mis was met het vorige hoofdstuk. Probeer ik plechtig te beloven dat het dit keer beter zou gaan en weet ik dat jij zo nu en dan een kaarsje op steekt en bid dat ik op sta. Op sta uit mijn winterslaap en nu een keer echt ga werken, werken aan het jasje van geluk met daar binnen in een hart dat klopt voor wie dan ook, was het maar jij.
En ik weet dat je stiekem hoopt op een goed eind, een einde dat verder weg ligt dan het nu. Ik kan nog duizendmaal zeggen dat ik echt van je hou, kinderen van je wil en nooit meer stomme dingen zou doen zoals ik deed. Elk woord gemeend zonder te knipperen, geen bedrog te bekennen, houd ik achter mijn rug toch de vingers onbewust gekruist. Probeer je mij te temmen met alle energie die je hebt, word jij ook wel eens moe, wat ik begrijp. Het is een veel grotere opgave dan gedacht, dan ik zelf had bedacht, was jij de redder in nood, het kwade in mij tegelijk. Wist ik zelf ook niet meer welke kant ik moest behoeden en koos voor het makkelijke pad. Dit herhaalde ik een paar keer, totdat jij ook maar het hazenpad gekozen had, was ik er ook dit keer vlugger bij en zag je nog net de dans ontspringen met een ander zwaar karwei. Jezelf.
Jezelf redden in deze eindeloze put van verderf, drukte jij meerdere malen mijn licht puntje uit en plensde je zo nu en dan een emmer vol haat over mijn kop, dronk ik met een glimlach de volgende dag verse koffie en begon weer aan een nieuw avontuur, nooit over mijn schouder gekeken naar gisteren. Was ik je wel eens kwijt, stond je later op mijn stoep. Stapte ik alleen in het grote bed en sloeg alvast een arm om je heen, beet je in mijn lip en zei dat het menens was, kuste ik je kleine neusje en zei dat het beter was.
En ik weet, dat jij weet, dat ik niet van het samen ben maar liever alleen. Maar als ik dan toch alleen ben, dan liever alleen met jou.
Rosa van den Driesche schrijft iedere week Proza van Rosa. Ze twittert daarnaast ook.