Wanneer u een langspeler van A Silver Mt. Zion, Set Fire To Flames of Esmerine in de kast hebt staan, dan bent u – waarschijnlijk onwetend – bekend met het werk van Rebecca Foon. Het jagende cellowerk, de donkere diepe grondtoon in Esmerine of een van de andere genoemden is vaak van haar hand. Gedienstig edoch onmisbaar in deze formaties, in Saltland neemt zij de hoofdrol. Grotendeels op band gezet in haar huisstudio is I Thought It Was Us But It Was All Of Us het solodebuut van de Canadese cellist.
Een opvallend opgewekte plaat, zeker voor de mensen die bekend zijn met Montreal/Constellation Records scene waar de celliste zich normaal in beweegt. Niet dat I Thought It Was Us But It Was All Of Us geen dreiging of donkere krochten kent, maar Foon verpakt deze graag in een opgewekter en zelfs hoopvol geluid. Speelser in de arrangementen, met majeur akkoorden over de rondzingende postrock gitaren en zelfs een licht moment van zonneschijn. De meer zwaardere kant, die zij duidelijk ook beheerst en in zich heeft, laat zij voor de andere bands waarin ze speelt.
Saltland is zweveriger, de tonen dansen als zeewier op de golven in de branding, en de basis voor alle nummers komt overduidelijk uit improvisaties. Improvisaties op cello en viool, waar later beats vocalen, gitaren en zelfs blazers zijn toegevoegd. Allen even losjes, dansend en kraak en groef, met een hint naar klezmer en jazz, zoals bijvoorbeeld in Colour Of The Night Sky. Zo losjes, zo lief en zo dansend in elkaar gezet dat zelfs met de volumeknop naar uiterst rechts opengedraaid I Thought It Was Us But It Was All Of Us rustig, zacht en ingetogen blijft.
Om deze rust te creëren laat Foon zich in Saltland helpen door Colin Stetson, Richard Reed Parry (heel veel instrumenten, beter bekend als lid van Arcade Fire) en Jamie Thompson (ook van Esmerine, percussie en elektronica). Allen gevierde muzikanten, maar hier gedienstig aan de composities van de celliste, met de strijkers overal centraal in de arrangementen. Zelfs de vocalen van Foon zelf zijn ondergeschikt en zakken zacht weg in het kabbelende geheel.
Toevoegingen van folky ritmes en patronen aan de dichte geïmproviseerde texturen van viool en cello verbreden het palet, geven een extra diepte en spanning in wat anders wellicht wat langdradig zou zijn geworden. De bijna zes minuten van But It Was All Of Us bewijzen echter wel dat deze toevoegingen echt maar minimaal hoeven te zijn. De de ruis van de tape-loop blijkt hier al ruim voldoende, geperfectioneerd met een paar accenten op gitaar.
Accenten die deze plaat sowieso maken. Een zingende zaag, het zingen van de wind, een bak met rammelend oud ijzer, een ver weggestopt stuk wenend koper, verschillende lijnen strijkers die door elkaar zijn gedraaid en op elkaar zijn gelegd, details en kleinigheden die pas aandachtige en meerdere beluistering aan de luisteraar openbaren. I Thought It Was Us But It Was All Of Us is dan ook een album waar tijd en geduld in moet worden gestopt om alle tijd en geduld die er in zijn gestopt ook werkelijk weer uit te vissen.