Zo vlak voor mijn staatsbezoek, een kleine 4000 kilometer verderop, liet ik door mijn lieve dokter en zijn dokter in opleiding een moedervlek annex dubieus plekje annex wratje annex gezwelletje verwijderen. Ze wisten niet precies wat het was, vandaar mijn cryptische omschrijving van iets wat er niet hoort. “Een opliggend bultje”, zoals de dokter in opleiding scherp opmerkte.
Nu wil ik niet lacherig doen over mogelijke gevolgen van zo’n bultje, maar dit was in alle gevallen geen vervelend bultje. Denk ik. Want de dokter wilde wel graag, voor de zekerheid, onderzoek laten doen bij het lab. Zien we dan wel weer. Het lijkt erop dat dit allemaal in orde is.
Ik trek mijn t-shirt uit en neem plaats op de ligbank, waar je altijd op wordt geplaatst in een awkward houding. Dokters doen dat altijd express volgens mij. Niet altijd de meest ideale omstandigheden, I might add. Ik ben niet wat je noemt een afgetrainde jongen, dus erg lenig ben ik niet en erg charmant ziet dat er niet uit. Dit keer mocht ik echter op mijn buik liggen, thank goodness, het bultje bevond zich namelijk op mijn rug. Nu lig ik rustig in een relaxte houding met mijn buik op het flinter dunne papiertje. Precies zo’n flinter dun wit papiertje, omdat dat hygiënisch is ofzo.
Ik ontvang de plaatselijke verdoving en de dokter in opleiding pakt het te gebruiken gereedschap erbij. “Dit gaat even stinken hoor”, maar ik zweette me toch al een ongeluk. Zo erg kon het niet zijn. Ik had het mis. U kent die geur wel, als een verbrande mot in de TL-bak. De dokter in opleiding haalde in één beweging het bultje van mijn rug en klaar was ze. Mijn eigen dokter controleert nog even. “Keurig, geen restanten.”
Ik ben opgelucht, klaar alweer.
“Kom maar van de bank af hoor” en met mijn allerlenigste move rol ik van de bank waarop het witte, flinter dunne papier nog aan mijn bezweette lichaam klampt. “Zo, gratis smoking van de dokter.”
Ze grinniken, dat vonden ze wel leuk. Zo’n papperig ventje met dat papier op de pens. Dat verhaal zal hij de vrouw ook wel vertellen vanavond. Verdorie.