Elza zit bij haar oma op de bank. Ze gaat vaak bij oma, die in een aanleunwoning woont op bezoek. Oma is vaak alleen en zit voor het raam naar buiten te staren. Als Elza op bezoek is drinken samen koffie, met een koekje. Oma wilt altijd een koekje bij de koffie.
In de hoek van de kamer zit een muis, zijn staart ligt opgekruld achter hem. Met zijn zwarte glimmende kraaloogjes slaat hij Elza en oma gade.
‘Hé, daar zit een muis,’ roept Elza.
De muis komt de kamer in getippeld. Hij neemt enkele pasjes, blijft stilstaan om de omgeving te verkennen en tippelt na enige tijd weer verder.
‘Ik heb nog nooit een echte muis gezien,’ zegt Elza. ‘Het is wel een leuk beestje. Hij is helemaal niet bang.’
De muis blijft vlakbij de bank waarop Elza en Oma zitten staan
‘Hé, Mister Bojangels,’ zegt oma.
De muis beweegt zijn oren. Oma breekt een stukje van de koek en laat het op de vloer vallen. Mister Bojangels snuffelt eraan, steekt zijn pootjes uit, grijpt het stukje koek en begint te eten.
‘Wat leuk,’ roept oma.
Ik moet gaan,’ zegt Elza en staat op.
Mister Bojangels rent weg alsof hij bedacht dat hij nog elders verplichtingen had.
De volgende ochtend is Mister Bojangels weer terug. Oma zit aan de ontbijttafel als Mister Bojangels de kamer komt binnen huppelen. Hij blijft vlak voor oma staan en kijkt haar met heldere kleine oogjes aan.
‘Goedemorgen Mister Bojangels,’ zegt oma en gooit een stukje brood op de grond. De snorharen van Mister Bojangels trillen. Hij steekt zijn pootjes uit, likt een paar keer aan het brood en stopt het dan in zijn mond. Hij draait zich om en loopt rustig terug naar zijn holletje.
Als Elza een week later de deur van oma’s aanleunwoning opent , hoort ze gelach. Ze loopt de kamer binnen.
‘Kijk ik heb hem getemd,’ zegt oma.
Mister Bojangels zit op haar hand en kijkt rustig om zich heen. ‘Ik heb een schoenendoos waarin hij slaapt,’ zegt oma en wijst naar de hoek van de kamer. In de doos liggen watten en stukjes krantenpapier.
‘Gaat het niet stinken als ze in die doos poept,’ vraagt Elza.
‘Ik hou het schoon,’ zegt oma, ‘ze plast maar een paar drupjes en de poep zijn kleine harde keuteltjes.’ Ze zet de muis op de grond. Mister Bojangels tippelt naar de schoenendoos waar hij tussen de watten gaat liggen.
Als Elza de volgende ochtend weer op de koffie komt heeft ze een pakje bij zich. Ze geeft het aan oma: ‘een cadeautje voor Mister Bojangels,’zegt ze.
Gehaast scheurt oma het papier af en opent de doos. ‘Wat leuk,’ roept ze, ‘al die kleurtjes. Wat is het?’
‘Een tredmolen,’ zegt Elza, ‘zet het maar bij Mister Bojangels voor de doos.‘
Oma zet de tredmolen voor muis neer. Mister Bojangels snuffelt eraan, loopt er om heen en gaat dan weer zitten. Hij kijkt oma aan met een blik van ‘wat moet ik ermee?’. Elza breekt een stukje koek af en legt het in het mobiel. Mister Bojangels stapt naar binnen. Het mobiel begint te bewegen Hij kijkt even verbaasd maar begint te tippelen. De tredmolen begint te draaien, steeds sneller. Oma klapt in haar handen. ‘Ik heb een circus muis,’ juicht ze.
De daarop volgende dagen en weken trekt het muizencircus veel bezoek. De bewoners van de aanleunwoningen en het verzorgingshuis komen allemaal. Oma zit niet meer voor het raam. Ze heeft het druk, maar geniet volop van al de aandacht.
Geheel onverwachts overlijdt oma door een hartinfarct. Elza is erg bedroefd. Na de begrafenis gaat ze de aanleunwoning binnen. Mister Bojangels zit niet meer in de doos. Elza maakt koffie, zet twee kopjes klaar, gaat op de bank zitten en huilt.
Een koekje, denkt ze. Oma wilt altijd een koekje bij de koffie. Ze loopt naar de kast en doet de deur open. Het stinkt in de kast. Naast de koektrommel staat een plastic bakje. Elza haalt de deksel van het bakje af. Ze trekt haar neus op en begint te lachen. Het bakje is halfvol met muizenkeutels.