Amerika wil Syrië binnenvallen. Beter vandaag dan morgen, want Amerikanen hebben altijd haast als het op dingen met explosies aankomt. De rest van de wereld twijfelt. We hebben immers een VN-raad en misschien moeten we die eerst eventjes iets laten zeggen, anders zitten die er ook maar een beetje voor joker bij. Gisteren werd de hele toestand in NRC Next nog maar eens uitgelegd.
Aan het woord was Alexander Coker, chemicus en in 2003 hoofdinspecteur chemische wapens van UNMOVIC. Dat was het team dat onder leiding van Hans Blix in Irak de massavernietigingswapens zocht die naar men beweerde tot aan de raamkozijnen van Saddam Hoesseins slaapkamer lagen opgestapeld. Alexander en zijn vrienden werden destijds geweldig voor lul gezet, omdat halverwege hun onderzoek Amerika besloot op eigen houtje Irak aan flarden te schieten. Hierop had de chemicus er geen zin meer in. Of, zoals hij het zelf verwoordde: “De wetenschap en de experts worden terzijde geschoven omdat de politieke agenda’s de overhand krijgen – ik wist niet hoe ik dat mijn kinderen moest uitleggen, en ik ben weggegaan.”
Daar zegt Alexander iets waar ik wat mee kan. Ik probeer ook altijd alles aan mijn kinderen uit te leggen. Of nu ja, spreekwoordelijk dan, want ik heb helemaal geen kinderen, maar dat los ik als volgt op: ik toets vrijwel alles wat ik doe in het leven aan mijn 10-jarige ik. Dat is mijn beleid. Alle besluiten moeten eerst langs kleine Lucas, met zijn bloempotkapsel en mallotige tuinbroekje. Als die het niks vindt, om wat voor reden dan ook, heroverweeg ik de hele kwestie en vraag ik mezelf af waarom ik het eigenlijk van plan was. Er zijn een paar uitzonderingen. Seks, om maar eens wat te noemen, want kleine Lucas vindt seks vies en ik niet.
Hoe dan ook, ik kan het iedereen aanraden, zo’n kleine-ik-raad aan het hoofd van de besluitvorming. Kinderen worden niet gehinderd door zaken als achtergrondinformatie, realiteitszin of zoiets rottigs als ratio. Ze hebben een sterk gevoel voor moraal, maken keuzes op basis van louter gevoel en zijn doorgaans maar één keer per jaar echt hebberig (rond 5 december moet je de kleine-ik-raad niet raadplegen, daar komen ongelukken van). Politici zouden er danig van opknappen, gok ik, en ook de topmannen die afgelopen jaren hun omlazerende bedrijven in de steek hebben gelaten met medeneming van een moddervette afscheidsbonus zou ik met klem willen verzoeken: installeer een kleine-ik-raad. De wereld wordt er beter van, en u ook.
Terug naar Syrië, en naar de man die hier uiteindelijk over gaat. President Barack Obama; nog niet zo heel erg lang geleden bejubelden we zijn herverkiezing, inmiddels is hij een van de minst populaire nog levende personen op aarde, en staat hij op het punt zijn gehate voorganger definitief te overtreffen met een bijzonder wankele beslissing. Zou hij ook wel eens te rade gaan bij kleine Barack? Ik denk het niet. Kleine Barack staat al een tijdje hoofdschuddend langs de zijlijn. Die drones, die vindt hij nog wel cool, maar voor de rest heeft zijn “oude ik” er een grote puinhoop van gemaakt. We zouden president worden en de wereld zou van ons houden, mijmert hij droefgeestig. We zouden een groot leider zijn, mensen laten ophouden met vechten en het milieu redden. We zouden van alles. Maar het is mislukt.