Toen de situatie in Syrië explodeerde, stonden we erbij en keken ernaar. En met „wij“ bedoel ik vrijwel iedereen in de westerse wereld. We keken toe hoe een land eerst ontvlamde en vervolgens brandde totdat een uitzichtloze situatie bereikt was. Tot een opstand van een deel van de bevolking verworden was tot een burgeroorlog. We hebben alle beelden gezien, we hebben alle ooggetuigenberichten en opinieartikelen gelezen. En toch deden we niets. Omdat “de situatie gecompliceerd is” en “we niet weten wie de goeden en wie de slechten zijn in dit conflict”.
De dagelijkse realiteit is echter dat de doorsnee Syriër gevangen zit tussen de kampen. Gevangen tussen de regeringstroepen en de rebellen. De oorlog wordt gevoerd over hun ruggen, met wapens waarvan onze economieën profiteren. En nog steeds kijken wij weg, het is immers niet “onze” oorlog. Of, om het cynischer te stellen: omdat we geen profijt zouden kunnen halen uit een (humanitaire) interventie. Maar nu, nu het bekend is dat een van de strijdende partijen gifgas heeft ingezet tegen de bevolking wordt er in het westen gesproken over een “korte militaire interventie.” Wat hiervan precies verwacht kan worden is onduidelijk – het klinkt eerder als een ouderwets potje “kijken wie de langste heeft” (om George Carlin te parafraseren). De Verenigde Staten, op de voet gevolgd door de gebruikelijke figuranten, lijken vooral te willen demonstreren dat ze nog steeds de alfamannetjes op het wereldtoneel zijn. Iedereen mag zijn eigen bevolking aandoen wat hij wil, zolang WIJ het zeggen, en met de wapens die WIJ goedkeuren.
Uiteindelijk zal een militair ingrijpen hoe dan ook betekenen dat de situatie voor de gewone Syriër verslechtert. Opnieuw. Het zal dan ook geen verrassing zijn dat de miljoenen Syriërs op de vlucht zijn. Dit zijn veelal geen in de strijd geharde strijders, maar vrouwen en kinderen die geen andere uitweg zagen uit de wurggreep van het gewapende conflict dan simpelweg te vertrekken. Naast de 4,25 miljoen vluchtelingen in eigen land vluchten de meesten naar naburige landen. Naar schatting ruim 700.000 naar Libanon, 500.000 naar Jordanië en 500.000 naar Turkije, bijvoorbeeld. En: een geschatte 100.000 Syrische vluchtelingen gingen naar Egypte en 170.000 naar Irak. Stel je voor hoe uitzichtloos je situatie moet zijn wanneer een vlucht NAAR Irak of Egypte, niet bepaald toonbeelden van stabiliteit, de beste optie is die voorhanden is?
Ik ben geen insider, ik begrijp niet in detail hoe de vork in de steel zit in dit conflict. Ik heb ook geen idee wat een werkzame oplossing zou kunnen zijn. Eerlijk gezegd: ondanks alles wat ik erover gelezen heb, weet ik niet eens waar het conflict echt om gaat, en waar de sleutel begraven ligt. Ik kan echter met enige zekerheid zeggen dat noch de oude aanpak (toekijken hoe het land zichzelf vernietigt) noch de voorgestelde toekomstige aanpak (delen van het land platgooien, die door de rebellen of de regeringstroepen tot nu toe niet zijn vernietigd) daadwerkelijk een oplossing zijn.
Als we vanuit onze westerse leunstoel geen oplossing hebben, kunnen we op zijn minst proberen om de slachtoffers van het conflict, de gewone burgers, te helpen waar we kunnen, nietwaar? Humanitaire hulp voor de vluchtelingen, bijvoorbeeld? Die vrouwen en kinderen die geen kant op kunnen? De Europese Unie heeft geschat dat 6,8 miljoen mensen van het conflict betroffen zijn die dringend humanitaire hulp nodig hebben. En er wordt gepoogd te helpen: de EU heeft tot heden ongeveer een miljard beschikbaar gesteld voor humanitaire hulp. Een goed begin.
Maar er zou misschien een makkelijkere oplossing zijn, zoals het opvangen van vluchtelingen in ons eigen land, bijvoorbeeld? De hulpcapaciteiten in de regio, waar vluchtelingen idealerwijs ondergebracht worden, barsten uit hun voegen. We zouden ook iets van onze (relatieve) rijkdom kunnen delen door Syrische vluchtelingen in Nederland op te vangen, bijvoorbeeld? Ondanks de economische crisis lijkt het me duidelijk dat het nog steeds een stuk beter is om in Nederland te leven dan in Syrië – en dat solidariteit met de minder fortuinlijken van deze wereld juist op dit moment nodig zou kunnen zijn (in plaats van de huidige navelstaarderij die in Nederland welig tiert).
En we zetten ons in waar we kunnen: wij, in Nederland, vangen dit jaar maar liefst vijftig (!) Syrische vluchtelingen op in ons land, met een clausule dat dit aantal zou kunnen toenemen wanneer de situatie in Syrië verslechtert. Naar mijn idee is die grens inmiddels al lang overschreden wanneer we bedenken dat in een land met ongeveer twintig miljoen inwoners ruim een derde behoefte heeft aan humanitaire hulp, dat een kwart binnen het eigen land op de vlucht is en dat 10% effectief het land is ontvlucht.
De Nederlandse staatssecretaris voor veiligheid en justitie, Fred Teeven, deelt dit standpunt niet. Dit lid van een partij die de woorden “vrijheid” en “democratie” (sic) prominent in de naam voert is van mening dat er geen noodzaak bestaat om het Nederlandse beleid ten aanzien van vluchtelingen uit Syrië aan te passen. Indien Teeven een greintje menselijkheid of een minimale dosis empathie zou bezitten zou hij een ander besluit hebben genomen. En wij, de Nederlandse bevolking, zouden in opstand moeten komen tegen mensen als hij. Of denken wij precies zo als hij? Kunnen we ons niet voorstellen hoe het zou zijn om lijdzaam te moeten toekijken hoe ons land door onze landgenoten (en mogelijk door onze “bevrijders”) vernietigd wordt? Hoe onze steden met de grond gelijk worden gemaakt? Hoe 100.000 van onze landgenoten gedood worden? Of om te vluchten om onze levens te redden?
Menselijkheid begint bij ons, met ons persoonlijke engagement. Humanitaire hulp is niet iets abstracts dat buiten ons staat en wat op de schouders van instanties als “de politiek” en “de regering” rust. Wij zijn diegenen die kiezen. Wij zijn degenen die tegen zulke wetten kunnen demonstreren. Maar dat doen we niet. Het hoogste der gevoelens waartoe wij in staat zijn is een verontwaardigd bericht in de sociale media. Dan is ons geweten weer gesust – en laten we een staatssecretaris wegkomen met zulke mensenverachting.
Soms schaam ik me echt Nederlander te zijn…
Tim Habraken is architect, consultant voor duurzaam bouwen en auteur.