Politiek

Het Volkenrecht is allang de naïviteit voorbij

10-09-2013 16:27

Nu het Volkenrecht een prominente plek begint in te nemen als onderwerp, en ik met naam en toenaam ben genoemd (jawel!) lijkt het moment gelegen om de discussie wat verder proberen te brengen. Verschillende bijdragen van Mihai Martoiu Ticu (hier en hier), Wouter ter Heide en Alexander Hijstek zijn dan wel naïef of cynisch over het Volkenrecht; een inmiddels klassieke tegenstelling geponeerd door Koskenniemi. Men is idealist en dus naïef of realist en dus cynisch over de relevantie en invloed van het volkenrecht. Zoals Martoiu Ticu al schreef, acht ik mezelf een realistische jurist. Dat betekent dat, hoewel elke volkenrecht jurist een mate van idealisme met zich meedraagt, ik op een realistische manier met het recht om wil gaan. Noem me dan maar een praktische idealist, laverend tussen de naïviteit en het cynisme. Het volgende zou je weer als elitaire-ivoren-toren kritiek op het publieke debat kunnen noemen, but what the hell.

Hervorming Veiligheidsraad

Nu zouden we slakken kunnen leggen op alle foutjes of onvolledigheden in de genoemde stukken, maar dat zou lullig zijn (en teveel woorden vergen). Kwalijker, of het meest naïef is de gedachte dat volkenrechtelijke regels heilig zouden zijn, of dat ze 100% nageleefd moeten worden om als goed functionerend of sterk te kunnen worden aangemerkt. Minder grappig is het verheffen van ‘het’ Volkenrecht tot onafhankelijke actor en normatief als zodanig. ‘Het’ Volkenrecht zelf maakt niks; het zijn staten die normen vastleggen in het recht. Die normen worden genegeerd als een interventie in Libië slechts wordt geaccepteerd omdat de Veiligheidsraad die interventie zegent. Dat is naïef ten aanzien van de morele goedheid van een (hervormde) Veiligheidsraad, en gevaarlijk legalistisch. Als de Veiligheidsraad het zegt is alles goed? O nee, toch niet, want de Veiligheidsraad is een dictatuur die mensen op terroristenlijsten zet en misschien Nederland wil binnenvallen binnen vanwege onze kaas.

Zou dan een hervormde Veiligheidsraad, uitgebreid en zonder veto recht dan veel beter zijn? Dat valt niet te zeggen, tenzij men het meer democratische gehalte voldoende vindt om een inval in Nederland vanwege onze kaas alsnog te accepteren. Al jaren discussieert men over hervorming van de Veiligheidsraad, zonder resultaat. Zelfs als er hervorming komt wil dat nog niet zeggen dat de Veiligheidsraad geen dictatuur meer zal zijn. Overhevelen van bevoegdheden naar de Algemene Vergadering is ook geen optie, want elke bestuurskundige kan je vertellen dat een klein, uitvoerend orgaan veel sneller kan reageren op situaties dan orgaan met alle staten erin. Hervorming van de Veiligheidsraad is nodig, maar heb geen illusies over de high-mindedness van een hervormde Veiligheidsraad.

Het ‘heilige’ geweldsverbod

Als het gaat om het geweldsverbod dan heeft deze ‘heilige’ regel best veel succes gehad sinds 1945, zeker als je het afzet tegen de 50 jaar die er aan voorafgingen. Maar er is nog zoveel oorlog in de wereld zult u zeggen, dus dan is dat geweldsverbod toch niets waard gebleken? De interventies in Kosovo en mogelijk in Syrië zijn voorbeelden van wellicht duidelijke schendingen, maar moeten worden bekeken in de context van de ontwikkelingen rondom de doctrine van humanitaire interventie en de Responsibility to Protect (R2P): we vinden het tegenwoordig nog erger als er veel mensen sneuvelen in elk gewapend conflict, burgeroorlog of inter-statelijk. Alle andere incidenten van gewapend conflict (de term ‘oorlog’ heeft geen juridische betekenis meer) werden gerechtvaardigd binnen de kaders van het internationale recht als uitzondering op het geweldsverbod, met name zelfverdediging.  Moeten we dan R2P in een verdrag vastleggen, zoals gesuggereerd, om recht te doen aan de nieuwe opvattingen over mensenrechten en staatssoevereiniteit? Dat zou betekenen dat interventie alsnog buiten de Veiligheidsraad om plaats zou kunnen vinden, maar nu legaal! Wie bepaalt dan dat er sprake is van humanitaire nood? Ah, gevaar van misbruik, terug bij af. En laten we het maar niet hebben over het recht op zelfverdediging. Onder druk van ontwikkelingen rondom terrorisme door de jaren heen is ook dat concept uitgerekt en uitgehold, en dus nu verre van helder.

Het is belangrijk onszelf in te prenten dat al het recht – nationaal of internationaal – slechts een reflectie is van maatschappelijke opvattingen zoals vertaald door de politiek. Daardoor is het conservatief en loopt het achter de feiten aan. Dat die omzetting in het Volkenrecht een stuk moeizamer gaat komt door het gebrek aan een centrale internationale wetgever en handhaver.  Het is aan staten om het volkenrecht te maken en te handhaven. Het is verbijsterend dat het internationale recht in al zijn facetten, inclusief oa het zeerecht, luchrecht en handelsrecht, in die omstandigheden zo goed nageleefd wordt. Het recht biedt een kader, een spelveld met spelregels, en niet slechts een ‘richtlijn’. Maar zoals in elk rechtssysteem moet het recht wel veranderen als de maatschappelijke opvattingen daarom vragen: “When the law ceases to reflect the realities of life, it is the law, not life, that will change.” Dit is geen Realpolitik of machiavellisme, maar een rationele, dare I say, realistische benadering van de relatie tussen recht en politiek. Het volkenrecht is nooit naïef geweest, en de praktijk laat zien dat we ook niet cynisch hoeven te zijn. Praktisch idealisme is op zijn plaats.

Kenneth Manusama is universitair docent Volkenrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam