VARA-boekhandelaar verbaast zich over arme sloebers

12-09-2013 14:14

Met updates – Monique Burger – eigenaar van De Nieuwe Boekhandel maar vooral bekend van de boekenrubriek van De wereld draait door (VARA) – verbaast zich over de mensen die het Droomboek in haar winkel komen halen. Ze verwondert zich over de armoede van haar ‘nieuwe klanten’.

“Ongeschoren, ongewassen, ongekamd, dik, uitgezakt, kreupel, rotte tanden, stinkend, met looprekken en hulpmiddelen die ik nog nooit eerder in mijn leven heb gezien, ruw, onbeleefd, nauwelijks pratend: soms steken ze alleen het bonnetje toe – ook wanneer ik met andere klanten bezig ben af te rekenen, totaal gespeend van enig gevoel voor sociale verhoudingen of omgangsregels.”

Maar ze stinken niet alleen, ze zijn ook nog eens onbeleefd wanneer ze ‘vooruitgestoken doelgericht op de toonbank afbenen, soms met verbeten trek: er zal toch nog wel een exemplaar voor mij zijn? Ik MOET dat boek, ik heb er RECHT op’.

Enfin, je zou denken dat iemand meewerkt aan een programma van arbeidersomroep VARA wel zou weten hoe het grauw, het schuim der aarde eruit zou zien.

Maar nee dus.

INSTANT UPDATE – Persbericht van het Nationaal Comité Inhuldiging: er worden 200.000 Droomboeken bijbesteld. Hans Wijers, voorzitter Nationaal Comité Inhuldiging: “Het is mooi te zien dat zoveel Nederlanders hun weg vinden naar de boekhandels om het Droomboek op te halen. Het comité heeft veel bewondering voor de wijze waarop boekhandels het Droomboek overhandigen aan de vele geïnteresseerden.”

UPDATE 15.01 Burger reageert op Boekenblad:  niet iedereen die pint is fatsoenlijk en niet iedereen die arm is ongemanierd.

“Ik zie dat mijn ingezonden brief veel reacties heeft opgeroepen. Ik schrik ervan. Natuurlijk vind ik niet dat iedereen die arm is, ongemanierd is, of andersom. Ook is het niet zo dat iedereen die pint, fatsoenlijk is, of dat iedereen die contant betaalt, onfatsoenlijk is. Ik heb me eerlijk gezegd nooit zo gerealiseerd dat niet iedereen kán pinnen. Ik heb niet bedoeld te zeggen dat je armoede aan mensen af kan zien. Veel mensen doen alles om hun armoede te verbloemen, uit trots of schaamte. Waar ik van schrik is wat jarenlang weinig geld hebben met mensen kan doen. Ik vind het heel erg dat armoede mensen zo in hun waardigheid kan aantasten. Het zijn mensen die misschien wel schuin boven me wonen, of aan de overkant. Ik prijs me gelukkig dat ik een rol heb in wat mensen graag willen hebben (het Droomboek) en wat dit land nog in overvloed kan uitdelen. Het is goed om te zien dat ze het graag willen hebben en er blij mee zijn.”