Turkije bewijst maar weer eens dat de politieke islam en democratie onverenigbaar zijn, nu het land dankzij verboden op alcohol en homo-app Grindr, twee vrijheden armer is. In een liberale democratie zijn de vrijheden en rechten van een ieder veilig. De staat beschermt de rechten van al haar inwoners en is het niet de meerderheid die minderheden dicteert hoe ze moeten leven. Nog steeds staan de rechten van minderheden, vrouwen, homoseksuelen, journalisten, atheïsten en anders gelovigen in Turkije echter onder druk. Zelfs in het seculier geachte Turkije gaat de politieke islam ten koste van de democratie.
Sinds vorige week maandag is er een verbod op verkoop van alcohol van kracht tussen 22.00 en 06.00 uur. Het verbod geldt de hele dag in de buurt van moskeeën. Mogelijk worden 185.000 kleine ondernemers met een vergunning hierdoor getroffen. En sinds woensdag is Grindr verboden, een applicatie die vooral door homoseksuele mannen wordt gebruikt om met elkaar in contact te komen. Verboden door het Ministerie van Familiezaken met als uitleg dat ze de samenleving willen beschermen.
Deze recente wijzigingen komen niet uit de lucht vallen. Het begon met het schrappen van de Hettitische zon als logo van Ankara. Dat was sinds de jaren zeventig het logo van de stad en moest wijken van de Welvaartspartij (Refah Parti), de voorloper van de huidige AKP. Door de Hettitische zon te verwijderen, werd de stad niet alleen bestuurlijk maar ook in beeld islamitisch. Bezwaren en protesten ten spijt, de zon verdween. De burgemeester die destijds verantwoordelijk was voor het schrappen van de Hettitische zon uit het stadslogo, Melih Gökçek, bekleedt die functie nog steeds. Tegenwoordig dreigt hij studenten met vervolging via Twitter en beweert hij dat Israël achter de recente protesten in Turkije zit.
Al leek Turkije lang een seculiere staat, echt seculier is het nooit geweest. Door de oprichting van het ‘Presidium van Godsdienstzaken’, Diyanet, heeft de Turkse overheid sinds 1924 invloed op de ‘kerkelijke’ macht. In de afgelopen decennia lieten conservatieve moslims steeds luider van zich horen en claimden steeds openlijker het publieke domein. Diyanet is werkgever van 60.640 imams in Turkije en is ook in Nederland actief via de Islamitische Stichting Nederland.
Sinds 1995 zijn steeds meer seculiere aspecten ingeruild voor religieuze aspecten. Turkije stond lang symbool voor hoe een islamitisch land zich toch democratisch wist te ontwikkelen. Weliswaar hebben er drie militaire coups plaatsgevonden, het land bleef een democratie. Mede door de invloed van de Amerikaanse regering in de Turkse politiek – gedurende de Koude Oorlog steunde Amerika veel religieuze leiders in de Arabische wereld bij hun strijd tegen het communisme – nam de macht van de conservatieve islam in de politiek echter toe. De angst voor een linkse meerderheid en mogelijk zelfs de verschuiving naar het communistisch blok, dreef de Amerikanen in de armen van de fundamentalisten. Dankzij hen kregen de fundamentalisten voet aan de grond.
Het zijn die fundamentalisten die vandaag de dag hun ware gezicht laten zien. Er is sprake van een grote gelijkenis met het Italië uit de jaren dertig. Stukje bij beetje neemt het seculiere Turkije af en verdwijnen zij die de regering bekritiseren. De vijanden van de regering worden çapulcu, plunderaars genoemd, hetgeen inmiddels een geuzennaam is geworden.
Met hun ware gezicht is het onmogelijk om een andere conclusie te trekken dan dat de conservatieve en politieke islam en een liberale democratie niet samengaan. Conservatieve moslims laten zien dat zij niet tevreden zijn en hun klus niet af is, tot het gehele publieke domein zich gehoorzaamt naar de moraal van de islam. Vrouwen blijven thuis, baren kinderen en als ze al mogen werken dan mogen ze geen rode lippenstift dragen. Mannen zijn vroom, bewaken hun gezin, en verdedigen hun land. Over geweld tegen vrouwen, minderheden en LGTB’s wordt met geen woord gerept. Journalisten worden massaal opgesloten, pers doet tegenwoordig aan zelfcensuur, en van excessief geweld door de politie en zelfs de moorden kijken weinigen nog meer op. Net als in het Italië van de jaren dertig, dat door geweld van de staat tegen haar eigen burgers een bedreiging werd voor de vrede in Europa.
Turkije staat niet op zich en laat wederom zien dat religieus conservatisme en politiek niet samen gaan. Het is daarom naïef om niet te luisteren naar de seculieren binnen de islamitische gemeenschap en hen te steunen. In de laatste dagen wordt op Twitter en Facebook onverdraagzaamheid gepredikt en door de sociale media reikt dit tot in Nederland. Niet alleen een verheerlijking van geweld vindt er plaats, maar ook justificatie van de acties van de Turkse regering tegen hen die protesteren. Het is tijd om vast te stellen dat zolang de macht in de islamitische wereld bij de conservatieve moslims blijft, de bescherming van democratische waarden een opgave is waar ook de Nederlandse regering voor moet waken.
Nilüfer Gündogan was kandidaat-lijsttrekker in Amsterdam Zuid voor D66 en bestuurslid van die partij in Amsterdam.
Foto CC: Adam Jones