Na ouderwets zoeken in het telefoonboek kreeg ik Gerrie Mühren in Volendam, vanuit Spanje, in één keer te pakken. Precies twee jaar geleden, in september 2011, aan de vooravond van het Champions League duel tussen Real Madrid en Ajax.
Geconfronteerd met de commentaren van de Spaanse voetballiefhebbers, bij wie hij nog steeds in hoog aanzien staat, moest-ie lachen. En kwamen de verhalen over zijn tijd bij Betis Sevilla. Vandaag overleed Gerrie, linkspoot en balvirtuoos, op 67-jarige leeftijd.
Het duurt even, maar als het kwartje valt, dan valt-ie goed. “Ah, Moeren! Ja, natuurlijk.” Het gezicht van Manolo Morales, pretoogjes tussen een mooie verzameling rimpels, licht op. “Een speler van hoge kwaliteit, een van de beste die ik ooit heb zien spelen.” En dat uit de mond van een Spaanse hardcore fan van Real Madrid. Gerrie Mühren staat in Spanje nog steeds op de kaart en niet alleen maar om die ene, fameuze actie in de halve finale Europa Cup I. “Moeren was een klasse speciaal.”
Op woensdagavond 25 april 1973 schreef Gerrie Mühren voetbal-geschiedenis. De Volendamse balvirtuoos in Ajax-dienst kreeg destijds 100.000 voornamelijk Madrileense toeschouwers stil tijdens de halve finale van de Europa Cup 1. Na een breedtepass van rechtsback Wim Suurbier ving de linkspoot de bal achteloos op, liet hem rusten op zijn linker en wipte hem een paar keer op. Wachtend op linksback Ruud Krol die, zo was de afspraak, bij balbezit de diepte in zou sprinten.
“Het was de euforie van het spelen in het Bernabéu stadion”, kijkt de 65-jarige ex-prof bij onder meer Volendam en MVV terug op de wedstrijd. Die Ajax uiteindelijk eenvoudig met 1-0 won. “De rollen waren destijds omgedraaid. Real was op de weg terug na een glorieperiode en wij kwamen er aan met Ajax, met dat mooie elftal. We pakten dat jaar ook opnieuw de Europa Cup I. Dat balletje hoog houden was symbolisch, er was respect voor ons. Op een gegeven moment heb je de tegenstander liggen, heb je ´m plat, en dan kunnen dat soort dingen.”
Het leverde de tienvoudig international naam en faam op in Spanje. Die nog groter werden na zijn overgang van Ajax naar Betis Sevilla, waar hij in 1977 een groot aandeel had in het binnenhalen van de Spaanse beker. Dat jaar werd hij, boven Cruijff en de Argentijn Kempes, uitgeroepen tot beste speler van Spanje. “Ik ben vijf jaar geleden voor het laatst bij Betis geweest, met Gerard van der Lem. Voor de wedstrijd gingen we een barretje in, waar vier oude mannetjes zaten. Eén van hen herkende me en binnen een kwartier zag de hele straat zwart van de mensen. Van der Lem zei toen: ´ik heb heel wat meegemaakt in Barcelona, maar wat hier gebeurt is ongelooflijk.´ Ik hou er niet zo van hoor, dat in de belangstelling staan, maar aan de andere kant was het wel bijzonder.”
De middenvelder met de fluwelen traptechniek, uitgeroepen tot beste buitenlandse speler uit de clubhistorie van Betis Sevilla, bleef ook na zijn transfer van Amsterdam naar Zuid-Spanje een plaag voor Real Madrid. “Ik heb in mijn carrière zeven keer tegen ze gespeeld en zeven keer gewonnen. Dat zeggen maar weinig voetballers me na.” Real Madrid-socio Manolo Morales beseft dan ook dat de erelijst van zijn club nog veel langer had kunnen zijn, als Gerrie Mühren destijds gewoon bij Ajax was gebleven. “Hij had eigenlijk bij ons moeten spelen”, mijmert de 82-jarige Spanjaard. “Dat was pas mooi geweest.”
Real Madrid stak de weken voor het treffen met Ajax niet in de beste vorm, maar Gerrie Mühren was realistisch over het Champions League-treffen in het Bernabéu-stadion. “Het zou een prestatie zijn als we gelijk spelen”, stelde de scout van Ajax, die op verzoek van de club zijn pensioen met één jaar uitstelde. “In vergelijking met vorig jaar, toen we met 2-0 verloren, zijn we sterker geworden. Frank de Boer predikt het voetbal van Real Madrid en Barcelona, één keer raken, veel bewegen, spelen op de helft van de tegenstander. Vorig jaar werden we nog van het kassie naar de muur gestuurd, nu is het elftal een jaar ouder en rijper, zijn we sterker geworden. Maar we moeten realistisch blijven.”
Het werd die 15e september 2-0 voor Real Madrid, door een eigen doelpunt van Anita, gevolgd door een goal van de voet van Higuaín.
Barcelona won in 2011 de finale, met 3-1, van Manchester United.
Dit artikel is geschreven door Pauline Blom, wilt u meer lezen van Pauline Blom? Meldt u dan aan voor een abonnement op haar artikelen.