In mijn jeugd waren de bordspelen zoals Monopoly een tijdverdrijf wat je enigszins associeerde met de seizoenen. Tegen de herfst als de avonden geen licht meer vertoonden werden ze uit de kast getrokken. Je begon niet te lang na het avondeten, op een tijdstip dat er zeker voor de eerste spelers naar bed moesten een duidelijke winnaar was. Een spel met zes deelnemers was wel het maximum.
De gaming industrie heeft dat hele concept overhoop gehaald. Dat gaat steeds verder, sinds enige maanden ben ik verzeild geraakt in het online spel Forge of Empire. Je creëert steden in een eeuwigdurend spel en dat gaat dag en nacht door.
Het spel is in Duitsland ontwikkeld, maar wordt wereldwijd gespeeld, heeft veel prijzen gewonnen en is beschikbaar in wel dertig taalgebieden, van Koreaans tot Braziliaans Portugees, uiteraard ook in Rusland en de VS. De beste spelers verenigen zich in gildes van maximaal 80 spelers en op één wereld kunnen wel 2000 gildes zijn. Een van mijn topgildes wordt geleid door Mr Fool en Mr Nuts.
Dat is zowel een zegen als een vloek, het is ingewikkelder dan bij Mens erger je niet om zo’n groep bij elkaar te houden. Om die steden te bouwen heb je grondstoffen nodig en via de gildechat en een interne markt zorg je dat de spelers van je gilde elkaar helpen.
Ik heb al gildes achter me gelaten waar plotseling een hevige ruzie op de gildemail ontstond en als dan tachtig mensen zich er mee gaan bemoeien kan het in een paar uur tijd volledig in twee stukken zijn gescheurd. Die ruzies moeten dus ingedamd worden door Mr Fool en Mr Nuts, dat doen ze vrij bekwaam. Spelers die zich niet gedragen kunnen op staande voet ontslagen worden.
Een andere methodiek om grondstoffen te krijgen voor de gilde is door iemand er op uit te sturen naar andere gildes, een groothandelaar. Die wordt tijdelijk toegelaten in andere gildes en verhandelt tekorten en overschotten tegen vastgestelde prijzen en ruilratio’s. Die functie is mij toebedeeld. Nix aan de handa, denk je dan, je zorgt voor wederzijds voordeel.
Zo simpel ligt het dus niet. Het spel bevat ook een militair element waarbij je uiteraard spelers aanvalt van andere gildes. En de ranking van je gilde stijgt als je veel gevechten wint. Elke speler kan in theorie tachtig andere spelers één keer per dag aanvallen in een toernooi dat duurt van maandagochtend zeven uur tot zondagavond. Dat doen mensen dus ook, die staan maandagochtend om vijf voor zeven klaar om direct voor ze naar hun werk gaan er op los te slaan. Met een scala aan militaire eenheden vanaf het bronstijdperk tot koloniale en later zelfs moderne tanks en scherpschutters heb je volop mogelijkheden.
En als je een potje vechten wint heb je de optie de stad van de tegenpartij eens goed, bijna Bijbels te plunderen. Zoals in het boek Richteren. Daar zijn Mr Fool en Mr Nuts heel goed in. Er worden wekelijks Google.docs documenten op ons gildeforum geplaatst met updates en overzichten van de verdedigingslegers van de belangrijkste tegenstanders, inclusief de tijdstippen dat ze het best geplunderd kunnen worden. Eigen gildeleden kan je normaal niet aanvallen, klinkt logisch.
Plunder je veel dan krijg je zielige zeurmails van snotterende tegenstanders of je daar alsjeblieft mee wil stoppen. Anders dan bij monopoly betaalt hij of zij niet een paar bankbiljetten, soms gaat het om de productie van een fabriek die is ingesteld maar eens per twee dagen zijn spullen af te leveren. En dat pik jij dan in als ze het niet op tijd oogsten. Heerlijk! Er doen inderdaad ook vrouwen en kinderen mee aan het spel, er zijn zelfs gildes voor 65-plussers.
Een probleem is daarbij voor mij als groothandelaar dat bepaalde gildes dat dus niet kunnen zien als een damschijf of schaakstuk die ze door hun eigen stommiteit van het bord hebben laten slaan. Nee. Ze klagen bij hun eigen gildeleiders dat Mr Fool en Mr Nuts de tent leeggeroofd hebben.
En daarmee word ik medeplichtig, onderdeel van een duister dievengilde, als het ware een heler die de ’s nachts verworven eigendommen voor een zacht prijsje weer terug komt brengen bij de rechtmatige eigenaar. Nieuwe contacten leg ik dan ook altijd als ik tijdelijk op bezoek ben in een ander gilde, zodat ik niet direct ontmaskerd word als medelid van Fool en Nuts.
Gisteravond hadden die twee gekken een nieuwe truc: ze stapten om de spelregels te omzeilen tijdelijk uit de gilde. En waarom? Om ook nog eens elkaar aan te kunnen vallen en zo nog meer punten te verwerven. In de gildemail werd gecommuniceerd welke maximale verdediging de ander op mocht stellen zodat ie nog net te verslaan was. En uiteraard te plunderen, onder het motto ‘dan blijven de geplunderde goederen in ieder geval binnen de gilde’. Dat is toch van de zotte? Daarom heten ze wellicht ook Mr Fool en Mr Nuts.
Mail reacties naar de schrijver Egbert Born.