Het zogeheten e-learning wordt vaak met de nodige twijfels weggewuifd. Het is nieuw, het is nog niet optimaal ontwikkeld en mogelijke toekomstige complicaties worden als doemscenario’s afgeschetst. Want leerlingen zouden immers de sociale interactie die een school biedt hard nodig hebben, al helemaal in deze tijd van individualisering met de opkomst van sociale media. Straks praten jongeren helemaal niet meer met elkaar en ontwikkelen ze hun sociale vaardigheden onvoldoende.
Nederland is één van de weinige landen met schoolplicht waarbij e-learning nog weinig aandacht heeft gekregen. De hoogste tijd de trend van e-learning te volgen. Omdat het niet bij een trend zal blijven, maar ook de toekomst van het onderwijs zal zijn.
Stelt u zich een digitale leeromgeving voor waar volledige lessen kunnen worden gevolgd. De docent neemt een filmpje op met de nodige uitleg, plaatst opdrachten, huiswerk en ander (interactief) lesmateriaal.
Een vanzelfsprekend voordeel is dat lessen op ieder moment (binnen de tijdsperiode) gevolgd kunnen worden. Leerlingen hoeven dus niet om zes uur ‘s ochtends hun schoolspullen te pakken voor een uurtje les, gevolgd door drie tussenuren; ze kunnen hun laptop pakken wanneer ze willen. Daardoor moeten leerlingen al vroeg planmatig te werk gaan en hebben ze een nieuwe verantwoordelijkheid. Die planmatigheid kan in de toekomst van pas komen.
Online leren heeft meer oog voor hoog- en laagvliegers. Leerlingen die moeite hebben met de stof kunnen langer over de les doen, meer hulpmateriaal gebruiken en hun leraar inschakelen voor hulp.
Leerlingen die normaliter makkelijk door de stof gaan, kunnen snel hun lessen afronden zonder dat ze eerst een uur in een stoffig lokaal moeten uitzitten. Verdiepingsstof kan eenvoudig aan bod komen en leerlingen die moeite hebben met de stof kunnen alle tijd nemen en via de mail of een skypegesprek de docent vragen stellen.
Het tegenargument is dat de docent ‘zijn vak niet meer kan uitoefenen’. Maar de docent heeft nog alle gelegenheid om zijn verhaal te doen. Ook wordt een groot gedeelte van de administratieve rompslomp weggehouden. Lessen digitaal, opdrachten digitaal, opmerkingen digitaal. Het draagt bij aan de perfectionering van het half-gemoderniseerde onderwijssysteem.
Natuurlijk is volledig digitaal leren iets wat nog niet in de directe toekomst ligt. Toetsen zullen nog altijd op school moeten worden afgenomen, daarnaast zijn samenwerkingsopdrachten en mondelingen niet te missen. Leerlingen zullen elkaar daardoor nog altijd face-to-face blijven zien. Het zou wat raar zijn als jongeren per sé de push van iedere dag acht uur les nodig hebben om in contact te raken met anderen.
Hoe wordt er nú al gebruik gemaakt van online leren? Ik vroeg het meerdere docenten die zich bezighouden met het initiatief Flipping the classroom, waar veel lesmateriaal online wordt aangeboden. De docenten die zich er nu mee bezig houden zijn enthousiast. De mogelijkheden van lesgeven worden verbreed, door de mogelijkheid om bijvoorbeeld infographics, aanvullende literatuur, filmpjes en games uit te wisselen.
Geschiedenisdocent Jelmer Evers geeft les in de bovenbouw van de Utrechtse laptopschool UniC. Hij is fan van de mogelijkheden die e-learning biedt: ‘Het materiaal kan opeens veel interactiever zijn. Daarnaast zijn kinderen minder gebonden aan één systeem, door ze gebruik te laten maken van online tools.
We moeten kinderen leren omgaan met de technologie van nu, in plaats van ze te laten leren met verouderd of ouderwets materiaal. De flexibiliteit van de éénentwintigste eeuw sluit naadloos aan bij digitaal leren en de vaardigheden die leerlingen op deze manier opdoen, zijn belangrijk voor hun toekomst.’
Kortom, e-learning is een oplossing voor veel onderwijsproblemen waar we op dit moment tegenaan hikken. Het onderwijsakkoord wordt overbodig door de vermindering van de werkdruk van docenten, een minder grote vraag naar docenten en een versoepelde administratie. Er is niets dat ons tegenhoudt.