Werkgevers maken nauwelijks misbruik van flexibele arbeidscontracten. Slechts bij 3 procent van de tijdelijke werknemers wordt een onderbreking van 3 maanden ingelast om een vaste aanstelling te voorkomen.
Aanscherping van deze ketenbepaling, zoals in het sociaal akkoord is afgesproken, heeft daarom nauwelijks effect.
Dat stelt het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) in het rapport Een onzeker perspectief: vooruitzichten van tijdelijke werknemers naar de flexibele arbeidsmarkt, dat dinsdagochtend is verschenen.
Slechts 36 procent van de tijdelijke werknemers heeft een schriftelijk vastgelegd uitzicht op vast werk.
Een op de drie flexwerkers weet niet wat de tijdelijke werkgever van plan is na afloop van het arbeidscontract.
Werkgevers maken in toenemende mate gebruik van flexibele arbeidscontracten. Het aantal werknemers isvolgens het CBS gegroeid van 7 procent in 2002 naar 10 procent in 2012.
Een tijdelijk dienstverband zonder duidelijke afspraken over de toekomst lijkt de norm te zijn, stelt het SCP.
Het uitzicht op een vaste aanstelling is vaak gebaseerd op de verwachting van de werknemer zelf, niet op harde afspraken.
Er is volgens het rapport een vrij grote doorstroom van tijdelijk naar vast werk.
25 procent van de werknemers met een tijdelijk contract heeft 2 jaar later een vaste aanstelling.
Anp