Wat wil Al-Qaeda en waarom zijn ze zo gewelddadig en extreem? Ik ontmoette een Al-Qaeda lid in Turkije op de grens met Syrië en vroeg het hem.
Geloof het niet, maar recentelijk heb ik in het Turks-Syrische grensgebied een ontmoeting gehad met een Syrier die lid is Al-Qaeda. Z’n broer is de emir, of leider, van de Al-Qaeda groep ISIS (“Islamitische Staat van Irak en Syrië”) in een noord-Syrisch dorp.
Een ontmoeting met Al-Qaeda is zeer moeilijk te organiseren. Leden van Al-Qaeda en haar lokale filialen zijn extreem achterdochtig. Dat is vrij logisch aangezien Al-Qaeda de meest extremistische en gevaarlijke groepering is die de wereld kent.
Om Al-Qaeda te kunnen spreken heb je contacten nodig; eindeloos veel contacten. Dus ik neem eerst contact op met X die via Z vraagt of we Y kunnen ontmoeten. Veel meer overleg volgt. Eindelijk wordt een plaats en datum bepaald. Maar tot het laatste moment blijft het onzeker. Dagen wachten op een telefoontje. En dan, eindelijk, is het mogelijk om de Al-Qaeda-jongen te ontmoeten, die ik voor het gemak Abu Ibrahim noem, al is dat natuurlijk niet z’n eigen naam. Ook de ontmoetingsplek kan niet worden genoemd. Ergens tussen de Turkse steden Rehanli en Kilis is genoeg. Het gesprek vindt plaats via een door hem gekozen tolk.
Abu Ibrahim zit op een matras in een kamer. Hij heeft lang zwart haar, grote wijd openstaande ogen en een baard. Z’n baard is niet lang, maar ook niet kort. “Iedere mujahideen draagt een baad,” zegt hij. Terwijl hij me onderzoekend aankijkt en z’n ogen stilhouden bij m’n trouwring, zegt hij: “Een man draagt geen goud.” Direct daarna komt hij met de uitleg: “Volgens God tast het de spermaproductie aan van een man. Als je zilver draagt word je juist vruchtbaarder. Dus ik raad je aan om een zilveren ring om te doen.”
Ondertussen pakt hij een laptop. Vanaf het scherm leest hij de namen voor van de mannen die meedoen aan de Al-Shabaab-aanval op het Westgate winkelcentrum in Nairobi, Kenia. “Onze mujahideen die daar vechten komen uit alle landen,” zegt hij op trotste toon, “Uit Amerika, uit Canada en ook twee uit Syrië.” Ik vraag hem of hij de twee Syriërs in Nairobi persoonlijk kent: “Nee, helaas niet, maar gezegend zijn hun daden om de kufar (ongelovige) een slag toe te brengen.”
Abu Ibrahim haalt drie blikjes frisdrank tevoorschijn. Terwijl we Fanta drinken vraag ik aan Abu Ibrahim wat Al-Qaeda voor plannen heeft met Syrië? Z’n ogen lichten op, als hij met de uitleg begint. “We zijn slaven van God,” zegt hij, “Dus wij voeren uit wat God ons heeft opgedragen. Zo simpel is het. Wij bevrijden Syrië van satan. We zullen alle vijanden van God vernietigen en de tijd van de profeet Muhammad, vrede zij hem, doen herleven.”
De gemiddelde Westerling zal denken dat Abu Ibrahim met “satan” het Assad-regime bedoelt. Maar om Al-Qaeda te begrijpen moet je je eigen manier van denken aan de kant zetten en de Al-Qaeda-bril opdoen.
Voor het soennitische Al-Qaeda is satan alles wat afwijkt van een puriteinse moslimse samenleving gebaseerd op hun extreem strikte interpretatie van de koran. Ook moet alles in overeenstemming zijn met de Hadith’s. Dit zijn duizenden handelingen en uitspraken van de profeet Muhammad die in de loop der eeuwen zijn opgeschreven en gebundeld. En omdat de profeet Muhammad wordt beschouwd als de ideale mens is het zaak om te leven zoals hij leefde.
Dus met satan wordt het Assad-regime bedoeld. Maar ook democratie. En sjiieten. En communisme. En soennieten die niet terug willen naar de tijd van de profeet Muhammad. Maar ook zaken als westerse kleding is satan omdat het lichaamsvormen toont wat volgens de Koran en de Hadith streng verboden is. Een tandenborstel is satan omdat uit de Hadith’s blijkt dat de profeet Muhammad z’n tanden poetste met een twijgje van een bepaalde boom. Ook foto’s zijn satan aangezien afbeeldingen van mensen of dieren streng zijn verboden omdat deze foto’s zouden kunnen worden aanbeden. Het aanbidden van iets anders dan God is zo ongeveer de grootste halsmisdaad die je kan doen. Want alleen God en God alleen mag worden aanbeden.
Met de Westerse bril op zou je Al-Qaeda kunnen beschrijven als een extreem gewelddadige puriteinse moslimsekte. Maar met een Al-Qaeda-bril op is hun wereldbeeld en hun handelen allemaal zo logisch als wat.
Daarom, zo zegt Abu Ibrahim, zijn nu ook bezig met het vermoorden en verjagen van “democratische en seculiere elementen in rebellengebied”. Abu Ibrahim: “Democratie is een duivels systeem, want God wordt er niet aanbeden en er gelden wetten die door mensen zijn gemaakt, niet door God. Dus democratie is net zo erg als het Assad-bewind. Iedere Syrier die voor democratie is, is een ongelovige hond. Hoe kan je moslim zijn en voor democratie zijn? God vertelt ons dat we al deze mensen dienen te onthoofden, aangezien dit de manier is waarop de slaven van God de vijanden van God moeten straffen.”
Het is interessant dat Abu Ibrahim spreekt over “Slaven van God”. Want die karakterisering hoorde ik al eerder. Ik heb in Pakistan eens een serie van interviews gedaan met Al-Qaeda ideologen. Ook zij hamerden er constant op dat Al-Qaeda een beweging is van Slaven van God die niets anders doen het uitvoeren van God’s wil.
“Alles is religie,” zei ideoloog Khalid Khawaja (die trouwens later werd vermoord door de Taliban), “Iedere stap die ik doe, is voor God. Ieder lepeltje in m’n thee dat ik aanraak, doe ik voor God.”
In z’n huis in Islamabad legde hij dit uit: “De Slaven van God doen alles om God’s wil uit te voeren. Er zijn geen beperkingen. Alles is geoorloofd.” Dat interview vond plaats vlak na de bloedige Al-Qaeda-aanslagen op een druk station in Madrid, Spanje. Ik vroeg toen aan hem waarom onschuldige burgers werden gedood? Ik had zelfs een foto meegenomen van het bloedbad. Terwijl hij naar de foto van dode burgers keek gaf hij een antwoord dat even kil was als veelzeggend: “Er zijn geen onschuldigen op deze wereld.”
Voor Westerlingen mag het ongelooflijk klinken, maar Al-Qaeda zelf heeft het beste met de wereld voor. Ze willen een perfect vreedzame wereld waarin iedereen in harmonie leeft.
“11 September was een vredesoperatie,” aldus de Al-Qaeda ideoloog in Pakistan, “Want hierdoor zal de “clash of cultures” toenemen tussen moslims en de rest van de wereld. 9/11 is het begin van het einde van het Westen. En vrede kan slechts bereikt worden als islam overal ter wereld heerst.”
Al-Qaeda streeft dus naar de volledige ontmanteling van de wereld zoals we die kennen. Alle door mensen gemaakte regels en ideeën dienen te worden vernietigd. Pas als iedereen een slaaf is van God, is de wereld volmaakt.
Veelzeggend is het dat Al-Qaeda-leden of sympathisanten die ik spreek veelvuldig refereren aan het Koran- en Bijbelverhaal van Musa (Mozes) en de Farao in het oude Egypte. Al-Qaeda-ideoloog Khawaja zei daarover in Islamabad tegen me: “Pas nadat Egypte werd getroffen door de tien plagen, liet de Farao Mozes gaan. Je moet het zo zien – die plagen van Egypte dat zijn wij, dat is Al-Qaeda.”
Terug naar Abu Ibrahim aan de Turkse zijde van de grens met Syrië. Ik vroeg aan hem: Dus iedereen die niet denkt zoals jullie, zullen jullie bevechten?
Hij knikte van ja. “Iedereen is onze vijand,” antwoordde Abu Ibrahim.
Dus de oorlog is nog lang niet voorbij?
“Zeker niet,” zei hij, “We vechten eerst tegen Assad, dan tegen de seculieren, dan tegen de Amerikanen en de Joden en daarna moeten we nog de rest van de wereld veroveren. Syrië is slechts het begin.”
Dus voor altijd oorlog? vroeg ik.
”Ja,” zei hij, “Voor altijd oorlog.”
Beeld: een stuk kleding steekt uit een massagraf in Aleppo, door Harald Doornbos.