Lous van Son (kinderrechter) en Dirk Jan Sprokkereef (Jeugdzorg Nederland) betoogden in Zembla (klik hier voor de aflevering) dat bij vechtscheidingen waar geen oplossing gevonden wordt, het ouderlijk gezag niet meer gedeeld moet zijn, maar naar één van de ouders dient te gaan. Een gemakzuchtige schijnoplossing uit onmacht en onmacht is nu juist datgene waar deze instanties niet mee om kunnen gaan. Begrijpelijk, de maatschappij verwacht van hen dat er een oplossing gevonden wordt teneinde kinderen te beschermen tegen dit soort ouders.
Waarom gemakzuchtig? Omdat het huidige recht reeds ruimte biedt het gezag toe te wijzen aan één van de ouders wanneer het kind klem komt te zitten in de strijd die beide ouders aan het voeren zijn. (Het zgn klem- of verloren-criterium. Art. 1:251a lid 1 BW.). Van beide personen hierboven genoemd mag je verwachten dat zij dat weten. Ik was er in ieder geval verbaasd over.
Waarom is deze oplossing een schijnoplossing? Simpel: ex-partners die de strijd met elkaar blijven aangaan, zullen daarmee echt niet stoppen op het moment dat het gezag van hen weggenomen wordt. Sterker nog, er zijn talloze voorbeelden waarbij het gezag bij slechts één van de ouders ligt, waarbij het gevecht nog steeds doorgaat. De rechten van ouders zonder gezag (zoals het recht op omgang) vervalt bijvoorbeeld niet.
U moet zich, als lezer, eens voorstellen hoe de werkelijkheid eruit ziet van een kind wanneer zijn ouders ruzie maken over de omgangsregeling. Of bij de overdracht, zoals dat heet, van de ene ouder naar de andere. Of het telefoongesprek van een moeder met haar kind, waarbij deze vertelt aan het kind dat “zij altijd gepest wordt door de vader”, om een paar situaties te noemen. De juridische positie van ouders doet aan de dagelijkse omgang en ervaring niets af. Sterker nog, in veel gevallen is het wellicht een voedingsboden tot nog meer ruzie. Ouders stoppen niet met vechten als zij het gezag kwijt zijn.
De reden die Van Son geeft is dat er op een schip niet twee kapiteins kunnen zijn. Dat is een wel erg simplistische kijk op opvoeding. Juist bij opvoeding zijn er twee kapiteins op 1 schip. Zij hebben beiden namelijk een relatie met het kind. En het kind is ook loyaal aan “de twee kapiteins”. Je kunt, als het gaat om opvoeding, niet een kapitein overboord gooien. Immers, de relatie tussen ouders en kinderen (met of zonder gezag) blijft bestaan.
Als gezinsvoogd heb ik vele vechtscheidingen meegemaakt en gezien dat een wijziging in juridische positie geen wijziging in gedrag betekent. De vraag is, wat dan wel? Allereerst moeten wij van de gedachte af dat er een beste oplossing is in dit soort situaties. We kunnen de weerbarstige werkelijkheid niet in zijn geheel controleren. Alle oplossingen binnen een vechtscheiding zijn “2nd best” of “de minst slechte oplossing”. De beste (echte) oplossing ben ik nog niet tegengekomen.
In Nederland 2013 moet je, wanneer je in een auto wil rijden, aan tonen over voldoende kennis te beschikken. Maar als je kinderen wilt, dan is kennis kennelijk niet vereist. Nu zal ik niet betogen dat er een gedwongen opvoedcursus moet komen, maar ik denk wel dat (eventueel verplichte) kennis over ontwikkelingstaken van kinderen en kennis over de positie van kinderen in een (vecht)scheiding preventief kan werken. Ouders kunnen dan zelf beslissen wat ze met die kennis doen, qua invulling opvoeding en bij scheiding.
En voor de gevallen waar echt niets meer werkt? De gevallen waar de vechtscheiding maar voortduurt en voortduurt? Waar twee vechten hebben (bijna altijd) twee schuld, is mijn ervaring bij een vechtscheiding. Hoe dan ook: het is het gezamenlijk probleem van ouders. De oplossing zit erin er een gezamenlijk probleem van te maken. Hoe? Door bij een eeuwig durende vechtscheiding beide ouders het gezag te ontnemen. En het kind tijdelijk uit het gevecht weg te halen. Uit huis plaatsen dus. Een Salomonsoordeel, wanneer alle andere middelen uitgeput zijn, met als doel beide ouders samen te laten werken om het gezag terug te verdienen.
Ouders worden gedwongen gezamenlijk na te denken over een plek waar het kind moet gaan wonen. Komen ze daar niet uit, dan zoeken instanties een plek. In de tijd van de uithuisplaatsing worden ouders verplicht samen tot een werkbare relatie te komen. Door middel van deze uithuisplaatsing kun je het kind daarnaast makkelijker afschermen van de strijd die ouders voeren.
Ja, bovenstaande kan als buitenproportioneel gezien worden. Echter, de eeuwige strijd van ouders gaat in deze gevallen ook alle perken te buiten en levert levenslange schade op voor het kind. En ja, een uithuisplaatsing is ook schadelijk voor het kind, maar schijnoplossingen en daarmee niets aan de daadwerkelijke situatie doen is dat ook. Sterker nog: dat is nog erger. Pas dan laat je deze kinderen in de steek. Door te doen alsof.
Jeroen de Glas is vader en voormalig jeugdbeschermer/voogd