Binnenland

Politierapport: gemiddeld drie aangiftes anti-homogeweld per week

16-01-2014 16:26

In Nederland wordt gemiddeld drie keer per week aangifte gedaan van anti-homogeweld. Dat blijkt uit het politierapport ‘Anti-homogeweld in Nederland’ dat in handen is van ThePostOnline. Het rapport van onderzoekers van de Landelijke Eenheid Politie bevat informatie over de periode tussen 1 januari 2009 en 1 september 2013.

Gemiddeld drie aangiftes per week

HomogeweldIn die periode werd 769 keer aangifte gedaan bij de politie. Het aantal ‘eenvoudige mishandelingen’ betrof 31,5 procent van de aangiftes, tegen 6,7 procent ‘zware mishandeling, doodslag of moord’. In bijna 17 procent van de gevallen werd aangifte gedaan vanwege ‘dreigend geweld’.

De ‘eenvoudige mishandelingen’ daalden in 2011, maar kenden in 2012 weer een stijging. Het aantal geweldsdelicten kende in 2012 maar liefst een stijging van zeventig procent ten opzichte 2011. Het aantal bedreigingen steeg met 41 procent.

In grote steden, zoals in Rotterdam zijn er speciale antidiscriminatieteams die alle aangiftes doorlopen om te kijken of er sprake is van homo-gerelateerd geweld, ook dat heeft invloed op de cijfers.

Aangiftebereidheid laag

In het rapport wordt echter rekening gehouden met het feit dat het aantal incidenten vele malen hoger ligt dan het aantal aangiftes, omdat slachtoffers uit schaamte of angst geen aangifte doen of bij de aangifte van bijvoorbeeld mishandeling geen melding maken van het feit dat het anti-homogeweld betreft. Laurens Buijs, die promotie-onderzoek doet naar anti-homogeweld, zegt dat het aangiftecijfer een black number blijft, omdat nooit valt vast te stellen hoeveel mensen géén aangifte hebben gedaan. Wel is hij ervan overtuigd dat het aantal aangiftes de afgelopen jaren is gestegen.

Wanneer je aangifte doet van homo-gerelateerd geweld, doe je in principe ‘gewoon’ aangifte van mishandeling, zo legt een woordvoerder van het Pride Government Platform uit aan ThePostOnline: “Dat gebeurt lang niet altijd, terwijl het wel degelijk relevant is.” In veel gevallen is het feit dat het om homo-gerelateerd geweld gaat een strafverzwarende omstandigheid.

Zestig procent anti-homogeweld in Amsterdam

Verreweg het meeste homogeweld (40,8 procent) gebeurt in het weekend. De piek vinden we zaterdagnacht tussen 3.00 uur en 5.00 uur. Bijna zestig procent van al het geweld vindt plaats in Amsterdam. Buijs stelt dat daar meerdere redenen voor zijn. Zo heeft Amsterdam een grote gayscene, is het populair bij toeristen en is de politie hier nadrukkelijk bezig met het bijhouden van anti-homogeweld. Andere steden met een hoog aantal anti-homogeweldmeldingen zijn Utrecht, Nijmegen, Amstelveen en Haarlem. Ook Amsterdam-Zuidoost wordt genoemd als ‘hotspot’ van geweld tegen homo’s.

Slachtoffers

Driekwart van de slachtoffers heeft de Nederlandse nationaliteit. 5,2 procent heeft de Marokkaanse nationaliteit. Het aantal Turkse slachtoffers is 3,2 procent.

Van de slachtoffers is 84,2 procent man. Hun leeftijd loopt uiteen van 15 tot 72 jaar, met een gemiddelde van 36,7 jaar. Het merendeel van de slachtoffers is tussen de 21 en 27 jaar oud.

Verdachten

Wanneer we kijken naar verdachten dan zien we dat in ongeveer de helft van het aantal aangiftes minimaal één verdachte in beeld is. In 67 procent is sprake van één verdachte, in 17,7 procent van twee. In bijna 5 procent van de gevallen is er sprake van meer dan vijf verdachten.

De meerderheid van de verdachten heeft enkel de Nederlandse nationaliteit. 16,6 procent van de verdachten heeft een Marokkaans paspoort, eventueel samen met de Nederlandse. 5,5 procent van de verdachten heeft een Turks paspoort en ruim 2 procent een Roemeense.

Meeste verdachten zijn mannen

Bijna 93 procent van de verdachten is man. De meeste verdachten zijn tussen de 19 en 25 jaar oud. 62,4 procent heeft voortgezet onderwijs als hoogst genoteerde opleiding gevolgd. 86,6 procent had al een strafblad, met gemiddeld 7,8  registraties per persoon.

De meeste verdachten wonen in Amsterdam en Haarlem, gevolgd door Utrecht, Den Haag en Eindhoven. Opvallend is hierbij dat de verdachten vaak rondom het stadscentrum wonen, terwijl de meeste incidenten in het centrum plaatsvinden.

Reactie Openbaar Ministerie

Het Openbaar Ministerie verklaarde tegenover ThePostOnline dat het niet beschikt over cijfers die aantonen in hoeveel procent van de aangiftes ook daadwerkelijk iemand is veroordeeld.

Het hele rapport vindt u hier (pdf).