Als ondernemer vraag ik me soms af of ik niet de politiek in moet gaan. Ik heb verschillende bedrijfjes gehad (van stomerij tot perserij). En als ik die bedrijfjes op kan richten, kan ik een land of gemeente ook wel gezond houden, toch? Maar dat ik het niet per se zie zitten om met mijn gezicht op een verkiezingsposter te staan voor gemeentebelangen, of met het logo van een Haagse partij naast mijn grijns, hoef ik de meeste Nederlanders niet uit te leggen.
En toch, soms denk ik dat Nederland haar geld wel wat beter kan besteden. Meer ondernemers in de politiek hoor je dan vaak. Die zouden de eurocrisis sneller hebben opgelost dan het stelletje doorgezakte ambtenaren dat nu in Den Haag en Brussel zit.
Dan de twijfel: eindeloos onderhandelen over de besteding van gemeenschapsgeld om de wereld beter te maken. Na vier jaar worstelen met pvv’ers nog minder geld voor ontwikkelingssamenwerking. Om maar te zwijgen over de bureaucratische verdeling van het geld dat in de zakken van corrupte Afrikaanse regimes verdwijnt.
Ondernemers kunnen het wel alleen, daar hebben we de politiek helemaal niet voor nodig. Ondernemers zijn creatief genoeg, en bereiken meer dan een politicus ooit voor elkaar krijgt. Een lijstje succesvolle ondernemers toont ‘ons gelijk’.
Dan heb ik het over de Bill Gates, die met zijn Bill en Melinda Gates Foundation. de afgelopen drie jaar ruim 1,3 miljard dollar investeerde in de strijd tegen aids. Een studie wees uit dat een door de familie Gates gesteund aids onderzoek in Thailand het mogelijk maakt om een vaccin te ontwikkelen dat de ziekte kan voorkomen.
Natuurlijk kun je kritiek hebben op Bill… Maar zeg nou zelf die 1,3 miljard is maar een klein deel van de activiteiten van de stichting, en al meer dan een derde van het jaarbudget voor ontwikkelingssamenwerking in Nederland.
In de Foundation van Bill zit ook Warren Buffet, de vader van The Giving Pledge –een oproep aan de meest welvarende bewoners van de aarde om het grootste deel van hun geld aan goede doelen te geven. Peer pressure: een veel overtuigender signaal om de sociale rechtvaardigheid en die zogenaamde ‘perverse prikkels’ in de financiële sector op te lossen dan het in de Tweede-Kamer prediken van de Balkende-norm. Buffet geeft bovendien meer weg aan liefdadigheid dan de hele Nederlandse staat.
Om goed te doen hoef je trouwens geen multimiljonair te zijn. In zogenaamde serviceclubs als Rotary International en de Lions komen kleine ondernemers op gemeentelijk niveau samen om geld in te zamelen. Soms voor kleine projecten als het bouwen van een school in Afrika. Maar ook voor internationale projecten. Zo is de Rotary bijvoorbeeld al goed op weg om polio uit de wereld te helpen.
Wat nou ondernemers naar de politiek? De politiek moet ondernemers rustig hun gang laten gaan. Want als je ondernemers steunt, zolang banken geld blijven lenen, dan regelen we het zelf wel. Creatievelingen en harde werkers hebben geen politieke partij nodig om de wereld beter te maken.