De belastingdienst is gestopt met het schenden van de privacy van huurders en houdt zich inmiddels aan de wet. Dat constateert het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP). De privacywaakhond uitte begin dit jaar scherpe kritiek op de manier waarop de fiscus inkomensgegevens van huurders aan verhuurders doorspeelde.
In eerste instantie zette de belastingdienst het inkomen van álle huurders in een bestand waaruit verhuurders informatie konden opvragen. Zo konden de huisbazen bepalen of huurders ‘scheefwoners’ zijn, die eigenlijk te veel verdienen voor het huis waar ze in wonen en daarom meer huur moeten betalen.
Die inkomensafhankelijke huurverhoging geldt niet voor mensen die in de vrije sector huren of voor mensen die al de maximumhuurprijs betalen. Hun gegevens stonden echter wel in het bestand van de fiscus. Bovenmatig en onrechtmatig, oordeelde het CBP daarover. Inmiddels heeft de belastingdienst 750.000 huurders uit het bestand geschrapt en krijgen huishoudens een bericht als hun verhuurder het inkomen heeft opgevraagd, liet het CBP donderdag weten.
“In de eerste plaats hebben burgers er recht op om dat te weten”, zegt collegelid Wilbert Tomesen. Hij beschouwt het ook als een veiligheidsklep: als een verhuurder onterecht gegevens opvraagt, kan de huurder aan de bel trekken bij de belastingdienst.
De privacywaakhond zette sowieso vraagtekens bij het delen van inkomensgegevens van huurders. Het CBP is blij dat het de belastingdienst “tot inkeer” heeft gebracht. “We hebben dat met kracht gedaan en het lek is gedicht”, aldus Tomesen.
(ANP)