In een echte participatiemaatschappij doet iedereen mee. Iedereen, dat wil zeggen ook de wat excentrieke man die zich het liefst kleedt in linnen kleding, een verzameling videobanden heeft van Bob Ross, zwerftochten maakt door de plaatselijke uiterwaarden en zich bezighoudt met permacultuur in de achtertuin. Ook de dertiger die elke dag 200 kilometer aflegt om naar het werk te gaan en maar geen baan vindt in de regio en daarom weinig tijd heeft om te aarden in zijn woonplaats.
Ook de oudere dame met een nog oudere moeder die aan de andere kant van het land woont en geen geld heeft om haar vaak te bezoeken.
Ook de eigenzinnige vrouw die haar kinderen zelf lesgeeft, haar eigen yoghurt maakt met kefir en met kennissen onderling zorgt voor de kinderopvang.
Ook de werkloze vriendin van de geliefde stadsbard die zo graag haar vak wil uitoefenen en de intellectuele uitdaging mist in de participatiebaan achter de receptie en daarom graag blogt op internet.
Ook de Syrische vluchteling die vroeger een tandartspraktijk had en zo graag weer aan de slag wil maar eerst een heel lang en onzeker traject moet doorlopen.
Ook de wat sociaal onhandige computerverslaafde jongeman die zich heeft verstopt achter een heleboel planten op de vensterbank en ondertussen heel goed op de hoogte is van alle veiligheidsleks op diverse overheidssites.
Ook de zakenman met keurig gekapte haren die steeds minder opdrachten binnenhaalt en in zijn vrije tijd appelcider maakt met appels uit de stadsboomgaard en deze tot grote tevredenheid van zijn vriendenkring royaal uitdeelt.
Ook de kleurrijke wereldverbeteraar, die met veel tamtam allerlei ideeën lanceert, maar geen gelijkgestemden vindt.
Ook de zachtaardige meditatieleraar die bezig is om van zijn hobby z’n beroep te maken.
Ook dat kinderloze stel dat zo graag pleegkinderen willen opvangen maar het huis is te klein en verkopen betekent een flinke restschuld.
Ook de door allerlei klachten geplaagde schat van een meid die zo graag voor haar vader wil zorgen, maar nog maar net haar eigen huishouden op orde krijgt.
Ook het gezin met een dubbele fulltime baan in de zorg dat moeite heeft om de eindjes aan te knopen en met allerlei onregelmatige diensten de kinderopvang steeds duurder ziet worden en geen idee heeft hoe ze moeten voldoen aan allerlei vrijwilligersvragen van de school van de oudste.
Het is de kunst om goed te luisteren naar al deze individuen en de behoeftes serieus te nemen. Sterker nog, het is de kunst om mensen te vertrouwen in het zelf de lijntjes laten tekenen en ze de ruimte geven om hun hart te volgen.
De overheid vindt dat vaak een beetje spannend. Voor je het weet heb je namelijk kinderdagopvang met ouderparticipatie, en ja, het kan natuurlijk niet zo zijn dat deze opvang gefinancierd wordt door de overheid terwijl de ouders geen diploma hebben.
Of krijg je te maken met iemand in de bijstand die als tegenprestatie een meditatiecentrum wil opzetten met permacultuurtuin, waarbij de consulent vraagtekens zet bij het algemeen nut en de beste man zo graag wil inzetten in de groenvoorziening, want ja, daar is een tekort.
Of wordt er als vrijwillige bijdrage in de plaatselijke dagopvang verwacht dat een dochter koffie helpt serveren, terwijl haar passie ligt bij het voeren van een debat.
En wie weet, misschien is er wel heel veel behoefte aan een dergelijke activiteit, maar is er domweg nooit aan gedacht om het uit te proberen omdat het toch zo gezellig is om dakpannen te beschilderen.
In een échte participatiemaatschappij doet het er niet toe of een instantie of de overheid iets al dan niet een goed idee vindt. Waar het om gaat is mensen de ruimte geven om hun hart te volgen en op hun manier te laten participeren. Als er één persoon is die het leuk vindt om yoghurt te maken met kefir, zijn er waarschijnlijk meer.
Als overheid is het belangrijk initiatieven te stimuleren en te faciliteren. Het maakt daarbij niet uit of het idee van iemand al dan niet van de grond komt. Het gaat om de afgelegde route en de onderlinge stimulatie, niet om het eindresultaat.
Hoe erg is het als van de tien projecten er negen mislukken, als de tiende de ‘paperclip’ bedenkt, of de ‘zeecontainer’, juist doordat nummer tien geïnspireerd is geraakt door de andere negen initiatieven?
De overheid kan hier een handje in helpen door ruimtes beschikbaar te stellen voor particuliere initiatieven waarbij mensen de mogelijkheid krijgen om gewoon eens iets uit te proberen zonder meteen vast te zitten aan hoge maandlasten. De overheid kan hierin bijdragen door te zorgen voor personele projectondersteuning voor participatie initiatieven. De overheid kan mensen helpen die in tijd- of geldnood komen en zorgen dat ook deze groep kan participeren of mantelzorg kan verlenen als ze dat graag wil.
Zorg er als overheid voor dat initiatiefnemers zich gesteund en serieus genomen voelen, want alleen dan lukt het om te komen tot een échte participatiemaatschappij.
Durf te vertrouwen en pas daar het beleid op aan. Stuur de meditatieleraar niet met een kluitje in het riet als hij aanklopt omdat de bank nauwelijks nog leningen verstrekt, maar help hem aan een betaalbare starterslocatie.
Schaf de kinderopvangtoeslag voor de ouders die meedraaien in ouderparticipatiecrèches niet af, maar omarm deze oeroude vorm van zorgen voor elkaar.
Vergeet niet alleen de kostdelersnorm voor familie die voor elkaar wil zorgen en zo veel minder beroep doet op het zorgbudget, maak het ook mogelijk dat mantelzorgers af en toe met verlof kunnen, zij verdienen een pluim in plaats van een boete.
Schrik niet van die permacultuurtuin, die je eigenlijk direct al had afgeschoten, maar geef iemand de kans, biedt een projectmedewerker of tuinman aan om deze droom te helpen realiseren.
Vertrouw oprecht in alle initiatieven, want bovenal, de échte participatiemaatschappij is misschien wel vóóral yoghurt met kefir.