De Seat Leon X-perience ziet er woest aantrekkelijk uit in z’n survival-outfit. Hij presteert als een Olympisch tienkamper, maar heeft wel de prijs van een profvoetballer.
Eigenlijk háát ik de Seat Leon. Nou ja, niet de auto zelf uiteraard, maar die opgefokte lease-twintigers die er doorgaans chronisch mee aan je bumper hangen. Vaak is zo’n Leon hun lease-primeur, dus tja, eigenlijk de eerste échte auto in hun bestuurderscarrière en dat zullen de medeweggebruikers weten. Gelukkig is dit verschijnsel sterk tanende. Dat heeft twee redenen: de Seat Leon is nu veel meer premium geworden en is dus geen lease-kabouter meer en – belangrijker – die kefferige rol op de rijksweg wordt inmiddels opgeëist door de nieuwe Volvo V40, een modelletje dat lijkt gegijzeld door een meute ADHD-buitendienst-hooli’s (m/v), die hun D2-tjes op de linkerstrook afranselen.
Kortom, de Leon is weer dik oké en heeft zijn verkeerde vriendjes nu van zich afgeschud. Dat geldt zeker voor de nieuwste editie, de Seat Leon X-perience. Voor het gemak: het is de outdoor-broer van de ST. Hij staat dus iets hoger op de poten (27 mm), de wielkasten zijn voorzien van extra beschermdelen van kunststof en de bumpers kregen wat aluminium accenten mee. Het zijn eigenlijk relatief kleine aanpassingen, maar heus: het visuele rendement is optimaal. Hij ziet er pardoes een stuk stoerder en atletischer uit. De X-perience (die iets te gezochte marketing-aanduiding blijft toch jammer) is qua look en feel een Olympische Tienkamper. Je krijgt het gevoel dat hij alles kan. De X-perience heeft snelheid, uithoudingsvermogen, kracht, souplesse en sexappeal.
Dat komt uiteraard door de vierwiel-aandrijving (met Haldex-koppeling), die ervoor zorgde dat ThePostOnline in de Oostenrijkse Alpen op de besneeuwde en beijzelde wegen tussen de lijntjes bleef en niet het ravijn in dook. De Seat doet dat discreet als een butler. Hij ontfermt zich over je, zonder dat je het merkt. Maar er zijn ondertussen veel afkortingen voor je aan het werk op het gladde wegdek. We noemen een EDS, XDS en ESC. Elektronica die je grip (ook in bochten) en stabiliteit garandeert, ook al neem je de haarspelden als een kneus.
U zegt: fijn, maar sneeuw en ijzel dat hebben we hoogstens drie dagen in Nederland. Winters bestaan niet meer. Klopt, maar wat te denken van regen. De extra tractie van het 4Drive-systeem zorgt er voor dat u niet in die statistiek belandt, die weet dat er bij regen twee keer zoveel aanrijdingen plaatsvinden.
Over veiligheid gesproken: de meeste dodelijke ongevallen op tweebaanswegen zijn slechts een gevolg van één bandje dat per abuis in de zachte berm terechtkomt, waardoor tweewiel aangedreven bolides per definitie uit koers raken en dan dwars over de weg richting kanaal/boom/huis/tegemoet komend verkeer/fietsende gezinnetjes schieten. Met de Haldex-koppeling, die steeds en met de snelheid van milliseconden de verdeling van het vermogen tussen de voor –en achterwielen regelt, zal dit lot je in de X-perience bepaald niet snel treffen. Als je een caravan hebt (geef toe) is 4×4 altijd lekker. Je ploegt hem na drie weken slagregens op de camping in Friesland zo uit de modder.
Even voor de administratie: de X-perience mag wettelijk 2000 kilo trekken. En zoals gezegd: bij een 4×4 krijgen de survival-looks automatisch een upgrade. Kijk maar naar bijvoorbeeld de Volvo XC70, de Subaru Legacy Outback (en dan de eerdere modellen) en de Peugeot 508 RXH, die ogen veel cooler dan de reguliere edities. Zijn er nadelen? Ja. Ook de prijs krijgt een upgrade.
De X-perience begint nu – op 50 piek na – bijvoorbeeld bij 35.000 euro, maar dan doen de Spanjaarden er wel zo’n smeuïge 1.6 TDI koppelbaas van 110 PK bij. Seat levert uit het VAG-magazijn verder nog een 2.0 TDI met 150 PK, of – standaard met 6-traps DSG-automaat – een versie met 184 PK, die bijna 40 mille moet kosten. De keuze uit benzine-krachtbronnen is vooralsnog beperkt: er is alleen nog een 1.8 TSI met 180 PK. Echter, in de loop van het (voor)jaar komt Seat voor de X-perience nog een met 1.4 TSI (125 PK), die vermoedelijk ook wat polderlandser is geprijsd en wellicht geschikter is voor de – o jee – leasemarkt. Welke motor je ook neemt, je krijgt altijd dat scherpe, zelfverzekerde uiterlijk en een extra (in rood) opgestikt interieur, dat Duitse degelijkheid combineert met Spaanse flair. Met deze X-perience gaat Seat voor het allereerst op wintersport, maar hij kan nu al meteen de zwarte piste af.