Queridos amigos e amigas! Bij een vuilspuiter denkt u in eerste instantie aan mij of aan de betreurde schrijver Arie Moonen. Maar dan hebben we het over stoelgang & bellettrie, een gouden literair huwelijk dat officieel werd ingezegend door Gerrit Komrij’s meesterwerk Kakafonie. Vuilspuiterij kreeg gisteren echter een geheel nieuwe invulling in de Nieuw Rotterdamsche Courant-Handelsblad. Een maand na het overlijden van Nanko van Buuren publiceerde de gewezen kwaliteitskrant een smaadschrift waarin mijn goede vriend postuum wordt beschuldigd van pedofilie.
Een mens kan nog beter worden afgeserveerd worden als islamofoob, vandaag de dag! Mudslingers Floor Boon en Hugo Logtenberg wilden het larmoyante epistel al veel eerder plaatsen maar kennelijk vond marketeer Peter Vandermeersch het – met het gesol rond de comateuze prins Friso in het achterhoofd – toch niet zo’n fris idee om de lijkenpikkerij te publiceren terwijl Nanko nog in een koelcel in Rio de Janeiro lag, met een kaartje aan zijn teen. In de hoedanigheid van mijn hoofdredacteurschap van de onberispelijke The Portugal Post heb ik op de dag van Nanko’s overlijden een waardige necrologie geschreven, in de wetenschap dat het NRC reeds druk aan het modderwroeten was.
Het zit zo: ik heb journalistieke werkzaamheden verricht voor IBISS en Nanko en aan die tijd in Rio de Janeiro een enorm netwerk overgehouden. Vrijwel iedereen die ik ken in het milieu rond Nanko, is de afgelopen tijd benaderd door Boon & Logtenberg. Deze Peppie en Kokkie van de vaderlandse onderzoeksjournalistiek wilden maar één ding weten: is Nanko pedofiel? Om deze ranzige expeditie de zweem van serieuze journalistiek te geven, werd de queeste naar Van Buuren’s seksualiteit ingekapseld in een slap verhaal over zijn vermeende (alweer vermeend) financiële malversaties.
Ik heb de afgelopen week driftig zitten mailen en chatten met Rio de Janeiro en al die medewerkers en oud-medewerkers van IBISS bevestigden het beeld dat ik al had: Nanko was veel maar geen actieve pedofiel.
De belangrijkste conclusie van Boon & Logtenberg – tevens de aankeiler van het smaadschrift – luidt echter:
“De welzijnsorganisatie Ibiss deed geen onderzoek naar verdenkingen van seksueel misbruik door haar Nederlandse directeur Nanko van Buuren.”
Dat is dus een scoop in de trant van: Prins Friso is dood maar leeft ook hoor!
Iemand als pedofiel afserveren is dodelijk. Een dode beschuldigen van pedofilie is ronduit smakeloos, om niet te zeggen walgelijk. Ik kan het uitleggen: mijn vader werd zijn leven lang beschuldigd van pedofilie maar daarover straks iets meer, uit eerste hand zoals u immers van mij gewend bent.
Mensen van IBISS die er toe doen en van de hoed en de rand weten, stuurden deze aanklacht naar Boon & Logtenberg en het NRC-Handelsblad. Ik citeer hier even de passage omtrent de veronderstelde pedofiliteit van Nanko Van Buuren:
“Als we ons door uw berg insinuaties en verdachtmakingen zonder bewijs heen graven, blijft er maar één concrete beschuldiging over: een email die door een auteur uit Groningen naar de redactie van de NOS werd gestuurd, naar aanleiding van een uitzending waarin Van Buuren prominent figureerde. De schrijver zegt te weten dat Van Buuren ongeveer dertig jaar daarvoor uit Groningen zou zijn weggevlucht omdat hij zich aan diverse kinderen vergrepen zou hebben. Opnieuw geen getuige of slachtoffer aan het woord. Maar een: ‘zou hebben’. Wel zegt de mailschrijver één van de vermeende slachtoffers van Van Buuren te kennen. Waarom heeft u deze mailschrijver niet opgespoord en geïnterviewd? Waarom niet geprobeerd dit slachtoffer te horen? Dat zou men van een onderzoek door NRC Handelsblad toch mogen verwachten? Zeker als het gaat om een dusdanig beschadigende aantijging. Maar nee. Ook deze beschuldiging blijft weer in hear say hangen. Overigens is Van Buuren niet uit Groningen weggevlucht, maar raakte hij betrokken bij de hulpverlening in jeugdgevangenis het Lloyd Hotel in Amsterdam. Vervolgens concentreert u zich weer op procedures in het bestuur van IBISS Foundation. Of de bestuursleden ‘het’ wel of niet wisten. Of Van Buuren wel of niet met de beschuldiging geconfronteerd moest worden. U beweert onderzocht te hebben dat Van Buuren al in de jaren vóór deze NOS- mail minstens vijf keer, door verschillende mensen, met dezelfde verdenkingen (werd) geconfronteerd.’ Wat waren die verdenkingen dan? Het is op zijn minst bizar dat u daarover niets weet te melden. In plaats daarvan haalt u iemand aan die Van Buuren met de NOS-mail confronteert. Mevrouw Monique van ’t Hek. Destijds een medewerkster van Profonte. Een organisatie die tegen betaling fondsen binnenhaalde voor goede doelen. Het is een kwalijke procedure die u hier volgt in het concept-artikel. Elke keer als Van Buuren zich verdedigt tegen de —voor zover wij weten— totaal ongefundeerde beschuldigingen van pedofilie en/of seksueel misbruik, lijkt u de bewijslast ineens om te draaien. Zo wordt zijn zwijgen tegenover mevrouw Van ’t Hek uitgelegd als ‘erom heen draaien’. En is dat genoeg om de door haar zelf verzonnen en door uw krant overgenomen ‘psychiatrische’ sticker ‘pathologisch leugenaar’ op Van Buuren te plakken? Maar als Van Buuren wél praat, ontkent, en in een fax die u blijkbaar in bezit hebt, zegt: ‘Het zijn vervelende roddels’ is ook dat weer niet goed. Hoe moet een man die geconfronteerd wordt met dergelijke roddels (en geen aangiftes) zich dan gedragen, volgens u? Dat Van Buuren op een gegeven moment ‘in woede ontsteekt’, lijkt ons niet meer dan logisch. In 2005 ontving Van Buuren overigens namens IBISS van het parlement van de deelstaat Rio de Janeiro een ‘motie van lof en erkenning’ om zijn inzet bij de bestrijding van seksueel geweld tegen kinderen en adolescenten. Dit veronderstelt op zijn minst een antecedentenonderzoek en bevestigt de afwezigheid van de ‘Hollandse roddels’ in Brazilië.”
Ik, uw eigenste hoofdredacteur van The Portugal Post, weet wie de auteur is van de Groningse mail aan de NOS waarop het hele smaadschrift van Boon & Logtenberg is gebaseerd: een oude psychotische junk die tot voor kort in de bajes zat omdat hij iemands schedel had bewerkt met een ouderwetse bijl. Zijn slachtoffer was een oude vijand van Nanko in het Groningse milieu, een straathoekwerker wiens dubieuze stichting in de jaren tachtig mede door Nanko’s toedoen werd opgeheven. Welzijnswerkers uit Groningen berichtten dat die voormalige straathoekwerker mensen fêteerde op maaltijden en drank om hen uitspraken over seksueel misbruik door Nanko van Buuren te ontfutselen. Overigens beschuldigde diezelfde junk met de bijl niet alleen Nanko van seksueel misbruik – dertig jaar geleden – maar ook een welzijnswerker die de junk lichamelijk zou hebben lastig gevallen. Die welzijnswerker zat echter nog keurig in korte broek in de schoolbanken toen hij de hakjunk lichamelijk zou hebben gevisiteerd. Technisch beschouwd was de welzijnswerker toen wel παις (knaap) was maar niet fiel (dit uiteraard met een knipoog naar die twee gymnasten onder mijn lezersschare).
Ik had u nog beloofd iets te schrijven over mijn vaders vermeende pedofilie, potjandorie! Dat geeft mijn epistel natuurlijk enig literair cachet en bovendien een stukje menselijkheid, dat begrijpt u net zo goed als ik. Mijn keurige vader die zelfs nooit een vlieg heeft doodgeslagen, was gek op kinderen en werd reeds door zijn schoonmoeder – een Rotterdamse tang – weggezet als pedofiel omdat papa graag kinderen op zijn schoot had (het zogeheten paardjerijden). Ik zat nooit op schoot bij papa maar misschien was ik wel te lelijk, en bovendien had hij het liefst meisjes.
Pa was een verwoed amateurfotograaf en de dozen met fotoalba die ik kreeg na zijn dood, zaten vol met onschuldige kiekjes van jonge meisjes. Na de dood van mijn moeder trok papa zich terug in een woonwagen in de Betuwe. Zijn enig contact met mensen, betrof de boeren in de wijde omgeving die hij bezocht op zijn fiets. Ik heb dat dus niet van een vreemde, dat ik het liefst met boeren, vissers en buitenlui kommuniseer over de grote kwesties van het leven. De Heere Jezus deed dat immer ook.
Al ras hobbelden de Betuwse meisjes weer op papa’s knie en al snel verspreidde het gerucht zich dat mijnheer van Amerongen pedofiel was. Ik durf met de hand in het vuur te beweren dat mijn vader nog nooit een kind onzedelijk heeft betast, daar was hij veel te bang en netjes voor, hoe beroerd het seksleven van mijn ouders ook was. Uiteindelijk mocht pa bij niemand meer langskomen en sleet hij zijn laatste dagen in eenzaamheid.
Dat brengt mij weer terug bij Nanko. Ik bracht veel tijd met hem door in de favela’s en het viel mij al snel op dat hij zeer lijfelijk was met de jeugd. In de eerder genoemde aanklacht tegen NRC-Handelsblad staat daarover het volgende:
Waarom knuffelde Nanko zoveel mensen in de favela’s?
Een (vraag om een) knuffel behoort tot de normale gebruiken in Brazilië. Bij ontmoetingen slaan bekenden handen tegen elkaar, geven ze abraços (omarmingen) knuffels en een zoen op het hoofd. Dat doen zowel jongeren als ouderen, zowel jongens als meisjes, en zowel mannen als vrouwen.
Nanko van Buuren ging op Braziliaanse wijze om met de mensen in de favela’s.
lk kan dat onderstrepen want ik werd, met mijn lekkere Hollandse toet en mijn goddelijke lijf, vrijwel dagelijks doodgeknuffeld door Braziliaanse mannen en vrouwen, van jong tot oud. Ik vond Nanko totaal a-seksueel, in zijn hele doen en laten. Vooruit, hij zal een zwak voor kinderen hebben gehad, en met name voor jongetjes, maar als hij in de favela ooit betrapt zou worden in een indecente en compromitterende situatie, was hij op een gruwelijke manier geëindigd. Daar zijn de favelados namelijk heel creatief in.
Over de vermeende financiële malversaties van Nanko – zoals beweerd door de Bromsnorren van het NRC – kan ik kort zijn. IBISS had enorm veel werknemers in de favela, mensen zonder een bankrekening. Om de zoveel tijd ging Nanko die mensen hun loon uitbetalen. Ik was daar vaak bij. Dan zat Van Buuren ‘s ochtends bij hem thuis aan tafel, met al die stapeltjes geld. Die propte hij in alle zakken van zijn broek en eeuwige blauwe colbert en dan gingen we met zijn oude afgeragde jeep de favela’s in. Een Nederlandse boekhouder wordt daar helemaal krankjorum van – zijn kale tets tot bloedens toe beukend op de muren van zijn kantoor – maar in Brazilië vindt men zoiets gewoon, dat informele geldcircuit. Nanko gaf helemaal niets om geld, alles ging naar zijn mensen in de favela.
Bah, ik word er ineens helemaal mies van, van die twee lijkenpikkers van het NRC, temeer omdat er vanuit hun cercle gesuggereerd is dat Nanko zelfmoord heeft gepleegd omdat hij doodsbang was voor de publicatie van het smaadschrift. Ik sluit daarom af met een opmerking uit de aanklacht tegen het NRC van de drie IBISS-medewerkers:
“Maar wat u vooral moeten weten is dat u op 11 februari jl. een doodzieke man hebt geïnterviewd, die nu niet meer in staat is zich zelf te verdedigen, te reageren, of ook maar de kleinste ‘feitelijke onjuistheid’ recht te zetten. Een man die twee dagen na uw interview in een openbaar ziekenhuis van Rio de Janeiro overleed aan longembolie, darmfalen, hartstilstand, en chronische ziekte. Mocht u ook dit in twijfel trekken, dan zijn we graag bereid u de overlijdensakte met een samenvatting van het rapport van de Braziliaanse patholoog-anatoom ter beschikking te stellen”