“Waar protesteren zij tegen? Zijn dat krakers?” De twee Britse toeristen op het Amsterdamse Spui vatten de situatie rond het Maagdenhuis goed samen. Ik leg uit dat er een tijdje geleden een bezetting van dit gebouw aan de gang was en dat er vandaag een soort vervolgprotest is. De toeristen begrijpen er weinig van: “Kunnen ze niet beter demonstreren tegen die motorfietsen? Die rijden hier superhard.”
Er hangen vandaag twee spandoeken bij de ingang van het Maagdenhuis. “Flexwerk je moeder” en “DNU solidariteit met schoonmakers”. Er staan zo’n vijftien twintigers bij. Het pak vruchtensap en de twee rollen rijstwafels suggereren dat ze nog eventjes blijven zitten, maar niet te lang. Het gaat vanavond immers onweren. De actievoerders kondigden na de bezetting van het Maagdenhuis nieuwe acties aan. Deze spandoeken zijn dus kennelijk de actie die het UvA-bestuur angst moet inboezemen.
Op omstanders heeft dit tafereel een bevreemdende werking. Er zijn wel flyers maar die worden niet uitgedeeld, de afkorting DNU zegt de omstanders niets, wat schoonmakers met de universiteit te maken hebben is onduidelijk en de relatie tussen de universiteit en flexwerk is voor buitenstaanders eveneens onhelder.
Dat laatste zou aanleiding kunnen zijn te denken dat de vijftien studenten gelijk hebben dat flexwerk en de universiteit niet bij elkaar passen. Maar een discussie met twee demonstranten levert – net zoals eerder – weinig op. Wetenschapper Huub Dijstelbloem praat met het inmiddels bekende meisje met felrode lippenstift. Ze blijkt niet in staat een congruent argument te maken over de relatie tussen de wetenschap en flexwerk. “Het Maagdenhuis-protest komt van de beste UvA-studenten”, horen we de sympathisanten van deze acties nog zeggen.
Lippenstift vertelt graag over een docent Nederlands die als enige aan de UvA kennis heeft van Middeleeuwse literatuur. Deze “arbeider” krijgt toch een flexcontract. Ik vraag wat de oplossing van Lippenstift is. Mijn opmerking dat het budget van de UvA beperkt is en er dus altijd mensen buiten de boot vallen leidt tot een betoog over UvA-derivatenhandel.
Ik houd nog even vol: als er geen UvA-derivatenhandel zou zijn, is het budget misschien groter, maar nog steeds beperkt. Ook dan vallen wetenschappers buiten de boot. Wil Lippenstift terug naar de tijd dat wetenschappelijk personeel allemaal een vast contract had en niet ontslagen kon worden bij slecht onderwijs en nul publicaties? Lippenstift vindt dat “een ingewikkelde vraag”. Toch levert de discussie wel wat op. Ik zeg dat de expert in Middeleeuwse literatuur ook een vaste baan als docent Nederlands in het HBO kan nemen.
Dat is een belachelijke suggestie, leer ik. En zo komen we bij de kern van dit protest. Het gaat wederom over reële zorgen en het is ook duidelijk waar men tegen is: flexwerk waar dan ook ter wereld, met name in de wetenschap én in de schoonmaak. De oplossing is in de schoonmaakwereld duidelijk: kantoren moeten steeds weer schoongemaakt worden en dus kunnen schoonmakers best een vast contract krijgen. De ervaring heeft echter geleerd dat dat in de competitieve wetenschap anders werkt. Een alternatief hebben Lippenstift c.s. niet.
En daarom gaat het hier alleen nog maar om de vorm. Er waren acties aangekondigd en aangezien het inmiddels wel erg stil was geworden rond de UvA-demonstranten, hebben ze uit lamlendigheid deze spandoeken maar opgehangen. Het is niet toevallig perfect weer.
Een meisje kijkt in een overdreven dik boek. Het is een boek van Harry Mulisch, leer ik. Ze is hooguit bij pagina 10. Toch is haar dikke boek – “het protest komt van de beste UvA-studenten” – niet bepalend voor het beeld. De wijkagent loopt langs en al snel blijkt dat niet de eerste keer deze ochtend. Twee jongens met gezichtsbedekking lopen gespeeld dreigend rond en als de wijkagent naar de woordvoerder vraagt, blijkt die geen Nederlands te spreken. De Britse toeristen hebben het goed gezien: dit heeft meer met krakers te maken dan met studenten. Behalve Dijstelbloem – die toevallig langs liep – is hier echt geen wetenschapper te bekennen.
Achter het raam op de eerste verdieping van het Maagdenhuis voert een UvA-medewerker een telefoongesprek. De wijkagent blijkt niet door de UvA te zijn gestuurd. Het protest is inmiddels zo marginaal dat de UvA het niet eens meer kan opbrengen de politie te bellen.
Het gaat later vandaag immers toch onweren.