Onder invloed van de ontwikkelingen met Griekenland is de VVD deze week twee zetels gedaald (naar 24). PVV en 50PLUS zijn er 1 gestegen.
Ook zien we een verschuiving waarbij GroenLinks 1 stijgt en de SP 1 daalt. Per saldo zien we nu vier partijen dicht bij elkaar, met maar 3 zetels verschil (VVD, CDA, SP en PVV).
We hebben ook de potentie van alle partijen bepaald door te vragen welke partij men een kans geeft op een stem. (pdf) Bij alle partijen, behalve VVD en PvdA is de potentie nu beduidend hoger dan de uitslag van de verkiezingen van 2012.
Ook nu zien we dat VVD, CDA, SP en PVV bovenaan staan (tussen de 25 procent en 30 procent), maar van de vier staat hier het CDA bovenaan. Daarmee heeft deze partij de positie van D66 overgenomen, die de afgelopen twee jaar bij de electorale potentie bovenaan stond.
De PvdA scoort 13 procent en dat is nog maar de helft van de uitslag van de verkiezingen in 2012. De Partij voor de Dieren wordt meer genoemd (16 procent) en GroenLinks zelfs 21 procent.
De uitkomst van de onderhandelingen met Griekenland wordt door 50 procent van de kiezers negatief beoordeeld en door 25 procent positief. Kiezers van PVV zijn het negatiefs, daarna komen die van VVD en SP. Het positiefst zijn de kiezers van D66. Maar weinig mensen denken dat het geld dat aan Griekenland wordt geleend terug komt.
25 procent geeft aan negatiever over Premier Rutte te denken in het kader van zijn optreden rondom de nieuwe steun aan Griekenland.
Het oordeel over Jeroen Dijsselbloem is en blijft per saldo positief. Dat is het meest het geval bij kiezers van D66 en CDA. De opstelling van de VVD in de Tweede Kamer wordt door 87 procent van de kiezers beoordeeld als “slechts voor de bühne”.
