Wanneer er in Nederland plannen zijn om een moskee te bouwen leidt dit vaak tot ophef. Er bestaat in de Nederlandse samenleving een grote angst voor culturele verandering, ‘islamisering’ en radicalisering. Voor sommigen komen al deze zaken samen in het bouwen van een moskee. Deze vooronderstelling is volkomen onjuist. Het bouwen van een moskee is juist, mits aan bepaalde voorwaarden voldaan is, een teken dat de islam zich wortelt in Nederland, en daarmee onderdeel wordt van de Nederlandse cultuur. Juist de totstandkoming van een Nederlandse islam die geworteld is in de Nederlandse cultuur en samenleving is het beste recept tegen radicalisering. Daarom moeten we het bouwen van Nederlandse moskeeën juist stimuleren.
Maar de meest duurzame manier waarop op de lange termijn radicalisering kan worden bestreden is door de streven naar een in Nederland geïntegreerde en gewortelde islam. Een echte Nederlandse islam. In elk land is religie geworteld in de daar dominante cultuur. Deze cultuur is van grote invloed op hoe de religie vormgegeven wordt. Een Nederlandse islam zal een islam zijn zonder de scherpe kantjes die deze religie in met name Arabische landen en in mindere mate in Turkije wel kent. Juist deze scherpe kantjes, die op dit moment nog steeds sterk aanwezig zijn in islamitisch Nederland, werken radicalisering in de hand.
Om radicalisering te bestrijden zullen we dus moeten werken aan het tot stand komen van een Nederlandse islam. Maar als we dat willen doen dan zullen we er wel eerst voor moeten zorgen dat deze Nederlandse islam, en Nederlandse moslims, in Nederland volledig geaccepteerd worden als onderdeel van onze samenleving. Het bouwen van moskeeën, het meest duidelijke teken dat de islam zich wortelt in Nederland, zullen we dan ook moeten omarmen. Weerstand tegen deze worteling van de islam in Nederland zal uiteindelijk alleen maar averechts effect hebben op de integratie van de islam en moslims in Nederland. Op het moment dat men het gevoel heeft niet geaccepteerd te worden zal men zich uiteindelijk van onze samenleving en cultuur afkeren, en dat sorteert het tegenovergestelde effect van wat met integratie beoogd wordt.
Het wortelen van de islam in Nederland, waar uiteindelijk een Nederlandse islam door tot stand komt, is daarom iets nastrevenswaardigs. Deze ontwikkeling dient echter niet alleen geaccepteerd te worden door de Nederlandse samenleving, maar dient eveneens primair voort te komen vanuit de in Nederland aanwezig moslimgemeenschappen, die op den duur zouden moeten toegroeien naar één Nederlandse moslimgemeenschap. Een dergelijke ontwikkeling heeft uiteindelijk alleen kans van slagen wanneer zij van onderop komt. Zij kan van buitenaf hooguit gestimuleerd worden, en niet worden opgelegd, aangezien van buitenaf opgelegde religieuze hervormingen over het algemeen alleen maar averechts uitpakken, nog los van het feit dat we in Nederland een scheiding van Kerk en Staat kennen.
Uiteindelijk is het doel een Nederlandse middenklasse islam, die geworteld is in de Nederlandse cultuur en samenleving, een inclusieve islam, met meer ruimte voor vrouwen en jongeren, religieuze en seksuele minderheden, dan er nu is in Nederlandse moskeeën, een gezonde mix tussen Oost en West waarbij de verschillende (sub)culturen die Nederland kent zich thuis voelen.
Om de totstandkoming van een Nederlandse te stimuleren dient de invloed van het buitenland, en dan met name van Turkije en Marokko, op Nederlandse moskeeën teruggedrongen te worden. Het is bizar dat buitenlandse overheden, in de vorm van de Turkse en de Marokkaanse consulaten, erbij betrokken zijn wanneer Nederlandse moslims een moskee bouwen. Het is eveneens bizar dat in sommige moskeeën de imams Turkse ambtenaren zijn, net zoals het bizar is dat gedurende de afgelopen Ramadan de Marokkaanse overheid met hulp van de Nederlandse overheid Marokkaanse imams liet rondtoeren in Nederlandse moskeeën, onder het mom van het bestrijden van radicalisering maar eigenlijk vooral om ervoor te zorgen dat Nederlandse moslims van Marokkaanse komaf vooral op de eerste plaats Marokkaanse burgers zullen zijn en blijven.
Willen we dat de islam wortelt in Nederland dan zullen eerst deze banden tussen moskeeën en buitenlandse overheden verbroken moeten worden. Willen we een islam die zich nestelt in onze cultuur, en die overeenkomt met onze normen en waarden dan zullen we ermee op moeten houden met het proberen deze islam te managen in samenwerking met landen als Turkije en Marokko. Want onze visie op religie in zijn algemeenheid en de islam in het bijzonder, de scheiding van kerk en staat en de rol van religie in de samenleving verschilt fundamenteel met de visie van de Turkse en Marokkaanse overheid hierop.
En daar bovenop werken dergelijke samenwerkingen alleen maar als een rem op de integratie. Volgens de Turkse President Erdogan is een Turk een Turk, en volgens de Marokkaanse Koning Mohammed VI is een Marokkaan een Marokkaan. Alleen sociaal-economische integratie is volgens hen gewenst. Sociaal-culturele integratie, laat staan vrijwillige assimilatie, is in hun optiek absoluut ongewenst en wordt daarom stelselmatig tegengewerkt door de Turkse en Marokkaanse overheid. Willen we de integratie bevorderen dan zullen we het dus over een andere boeg moeten gooien, en dat kan door het streven naar een Nederlandse islam.
Samenwerken met Turkije en Marokko tegen radicalisering werkt op de korte termijn goed, maar op de lange termijn is uiteindelijk alleen het stimuleren van een Europese islam een duurzaam recept tegen radicalisering. Om dit te bereiken dienen we de islam en moslims als onderdeel van de Nederlandse samenleving te accepteren. En wanneer Nederlandse moslims een moskee bouwen dienen we dit dan ook te stimuleren in plaats van hiertegen te protesteren.