“Ooit kijken we terug op deze studentenprotesten als een moment waarop Nederland definitief genoeg kreeg van het idee dat algemeen belang het beste kan worden gediend door marktwerking.” (p.16)
Je verwacht het niet, maar deze zin gaat over de Maagdenhuisbezetting van begin 2015. Auteur Casper Thomas doet in zijn boek Competente rebellen werkelijk geen moment een poging met enige distantie of kritiek naar zijn onderwerp te kijken. Zo is het mogelijk dat Thomas de indruk wekt dat het Maagdenhuis meer was dan een marginaal feestje van linkse gekken.
Het begint bij de vele halve onwaarheden in dit boek. Thomas geeft toe vaak in het Maagdenhuis te zijn geweest en de bezetting inspirerend te hebben gevonden. Alle onjuistheden in dit boek laten zien dat de auteur zich in extreme mate met de actievoerders identificeert en niet eens een oppervlakkige poging heeft gedaan zijn onderwerp van meerdere kanten te benaderen.
Een kleine bloemlezing. Volgens Thomas sloeg het protest aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) over naar andere universiteiten (p.13). Er ontstonden inderdaad overal clubjes maar geen daarvan kwam tot activiteiten die in de schaduw van de UvA-gekkies kunnen staan. Thomas stelt dat er in het Maagdenhuis een ‘open organisatie’ waar ‘niet de hiërarchie maar de ideeën telden’ (p.13). ‘Iedereen’ kon bij het Maagdenhuis naar binnen (p.87) en ‘de General Assembly (vergadering van bezetters, CA) opereerde zonder aanzien des persoons’ (p.126). Dat klopte zolang je ideeën links van de PvdA had. Mensen met rechtse ideeën stonden verrassend snel weer buiten.
Thomas claimt dat wetenschappers zich ‘massaal’ bij het protest aansloten (p.14). Dat is wederom het halve verhaal: velen kwamen twee keer naar een vergadering en zetten zichzelf op de mailinglijst van Rethink UvA. Een ruime meerderheid deed zelfs minder dan dat. En zij die het wel deden waren vrijwel uitsluitend sociale wetenschappers en geesteswetenschappers.
Thomas wil ons wijsmaken dat 44 procent van het personeel aan universiteiten uit ‘managementfuncties’ bestaat (p.22). Alleen als je alle studieadviseurs, ICTers, bibliotheekmedewerkers en onderwijsondersteuners manager noemt, klopt dat. Het Maagdenhuis was zo belangrijk, denkt Thomas, dat er internationale aandacht was van The Economist (p.96). Misleidend, want de genoemde journalist woonde op dat moment als correspondent gewoon in Amsterdam.
Het CDA vroeg zich achteraf in de Tweede Kamer af waarom studenten een gebouw moesten bezetten om bij de UvA gehoord te worden (p.190), schrijft Thomas. Dat klopt, maar het CDA vroeg óók waarom men zoveel vernielingen had aangericht. Thomas doet alsof de schade met een eenvoudige schoonmaak wel even weggepoetst kon worden.
Thomas schaamt zich er niet voor dat hij een onkritisch boek schrijft zonder één tegenstander te spreken. Het bewijs dat de UvA een financiële puinzooi is, komt van sympathisant Ewald Engelen. Hoe het wel zit? De UvA kreeg twintig jaar terug simpelweg overheidsgebouwen overgedragen en moest daar wel fors in investeren. Er is geen enkel bewijs dat de UvA-huisvestingsplannen onnodig of onzinnig waren, al liepen ze wel financieel uit de hand. Het College van Bestuur kon de oude situatie niet laten bestaan. Thomas schrijft dat laatste niet op. Niet zo gek dat de actievoerders nooit alternatieven hadden.
Voor de bekritiseerde ontruiming geldt hetzelfde. De bezetters stemden niet in met een vrijwillig vertrek uit het Maagdenhuis omdat een kleine groep radicalen sowieso door wilde gaan. Zij gijzelden het ‘o zo mooie systeem’ dat beslissingen alleen bij consensus genomen kunnen worden. Zo was volstrekt onduidelijk of er ooit nog een einde aan de bezetting zou komen. Dat het College van Bestuur toen de Mobiele Eenheid op de bezetters afstuurde, was volstrekt begrijpelijk want alternatieven waren er niet meer. Dat vergeet Thomas voor het gemak ook maar even.
Marktdenken op de universiteit is heel slecht, merkt Thomas de hele tijd op. Hoe doordacht die overtuiging is, is niet zo duidelijk want zijn boek is uitgeven door de commerciële uitgever van de Universiteit van Amsterdam.