Uit onderzoek van de universiteit Maastricht en het Verwey-Jonker Instituut in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken blijkt dat er vermoedelijk gemiddeld 250 kindhuwelijken per jaar worden gesloten in Nederland. Dat schrijft minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher (PvdA) donderdagavond aan de Tweede Kamer.
In het onderzoek genaamd ‘Gewoon Getrouwd’ is allereerst gekeken naar de cijfers van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), omdat bekend is dat onder de huidige instroom vluchtelingen zich minderjarige gehuwde meisjes bevinden. Hoewel niet apart op kindbruiden wordt geregistreerd, zijn bij de IND 29 kindhuwelijken bekend over de periode 2013-2014; gemiddeld 15 per jaar. Dit aantal kan gezien worden als een minimale ondergrens.
Uit de enquête onder professionals die werken met jeugd blijkt dat zij inschatten 211 keer te maken hebben gehad met kindhuwelijken over de periode 2013-2014; gemiddeld 106 per jaar.
De schatting van deze professionals is vervolgens geëxtrapoleerd om te komen tot een beeld van de landelijke omvang van het aantal keren dat professionals met kindhuwelijken te maken hebben gehad. Dit is gedaan in twee stappen, omdat professionals die werkzaam zijn binnen de vluchtelingenopvang significant vaker te maken hebben gehad met kindhuwelijken dan andere professionals.
Asscher concludeert:
“Er is een geschat aantal van 497 kindhuwelijken waar professionals landelijk mee te maken hebben gehad in de periode 2013-2014; gemiddeld 249 per jaar, waarvan 80 geschat door professionals die werkzaam zijn binnen de vluchtelingenopvang.”
Het grootste gedeelte van deze kindhuwelijken wordt niet in Nederland zelf gesloten. Het meest duidelijk zichtbaar zijn de kindhuwelijken die worden gesignaleerd onder asielzoekers. Verder lijken kindhuwelijken een enkele keer voor te komen binnen de Somalische gemeenschap. Kindhuwelijken lijken volgens het onderzoek ‘niet in de eerste plaats gekoppeld te zijn aan religie, maar meer verband te houden met tradities of cultuur’.
Volgens United Nations Population Fund (UNFPA) trouwen in ontwikkelingslanden ongeveer één op de drie meisjes voor hun achttiende en één op de negen voor hun vijftiende. Tussen 2011 en 2020 zullen wereldwijd meer dan 140 miljoen meisjes trouwen. Dat zou betekenen dat er jaarlijks 13,5 miljoen meisjes te jong trouwen; dit zijn er 37.000 per dag. De meeste kindhuwelijken komen voor in Zuid-Azië, Sub-Sahara Afrika en in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied.