Opinie

Waarom zou een arbeidsmigrant recht hebben op een uitkering in Nederland?

27-03-2016 11:51

Voorafgaand aan de onderhandelingen over een eventuele Brexit waarschuwt oud-premier Wim Kok onze huidige minister-president Mark Rutte niet zwichten voor de verleiding om te veel weg te geven aan de Britten: “Er liggen eisen op tafel van Groot-Brittannië die simpelweg niet kunnen worden aanvaard.” Kok doelt op wat hij noemt “het discrimineren tussen arbeidsmigranten en anderen waar het gaat op het recht op sociale uitkeringen in Groot-Brittannië”. In zijn ogen is dat “zodanig in strijd met principiële uitgangspunten die we elders in Europa hebben dat Europa daar nooit voor mag wijken.”

Uitkeringsmigratie

Het probleem dat de Britten aankaarten, is dat het vrije verkeer van personen binnen de EU misbruikt wordt om te emigreren naar landen met betere sociale voorzieningen. Men komt dus binnen als arbeidsmigrant, maar blijft als uitkeringsgerechtigde. In Nederland is het zo dat een EU-burger die tenminste één jaar als werknemer in Nederland heeft gewerkt en onvrijwillig werkloos wordt, aanspraak kan maken op sociale voorzieningen en daardoor permanent kan blijven. Uitkeringsmigratie is de reden waarom de Britten arbeidsmigranten wil kunnen uitsluiten van sociale voorzieningen. Kok verzet zich daartegen omdat hij dat ziet als een tweedeling in de samenleving. Arbeidsmigranten worden in zijn ogen zo tot tweederangsburgers.

Achter de coulissen zijn politici minder politiek correct

Inmiddels zijn de onderhandelingen achter de rug. Uitkomst is dat het Groot Brittannië zeven jaar lang wordt toegestaan om bij wijze van noodrem nieuwe migranten tijdelijk de toegang tot sociale voorzieningen te ontzeggen. Na die zeven jaar mag dat niet meer en wint het politiek correcte principe waar ook Kok voor staat. Tijdens de onderhandelingen klonk achter de coulissen evenwel een minder politiek correct geluid.

Elsevier meldde dat diverse EU-ministers er voor waren dat migranten uit andere Europese lidstaten geen gelijke toegang zouden moeten krijgen tot sociale voorzieningen. De Britse minister voor Werk en Pensioen Duncan Smith, klapt uit de school: “Als ik met ministers in Duitsland en Frankrijk praat, moet ik nog iemand tegenkomen die niet vindt dat er iets fundamenteel fout is aan dit systeem, waarbij mensen zomaar naar een ander EU-land kunnen vertrekken en zich daar gewoon kunnen aanmelden voor sociale voorzieningen waar zij nooit aan hebben bijgedragen.” Geen van de lidstaten van de Europese Unie wil dat migranten uit andere EU-landen naar hun land komen om daar te profiteren van sociale zekerheidsstelsels.

Gelijke monniken, gelijke kappen

Vrij verkeer van personen is mede bedoeld om EU-burgers in de gelegenheid te stellen in een ander EU-land werk te vinden met de EU als één grote arbeidsmarkt als ideaal. Voor mij had dit niet gehoeven, en had men het systeem met arbeidsvergunningen kunnen handhaven. Maar als men dan kiest voor één grote Europese arbeidsmarkt, dan ontkomt men er niet aan iedereen onder vergelijkbare omstandigheden vergelijkbaar te behandelen. Gelijke monniken, gelijke kappen dus. In zoverre kan ik Kok volgen.

Zijn belangrijkste argument is evenwel dat uitsluiting van arbeidsmigranten van sociale voorzieningen in het gastland discriminerend zou zijn. Dit nu waag ik te betwijfelen. Volgens mij dien je bij een grensoverschrijdend verschijnsel als arbeidsmigratie ook het totaal van rechten en plichten van de arbeidsmigrant in internationaal verband te bezien.

Uitsluiting van sociale voorzieningen is niet discriminatoir

Het hoeft mijns inziens niet zo te zijn dat één land voor alle rechten en plichten instaat. Bepaalde rechten en plichten kunnen gekoppeld zijn aan het gastland. Bijvoorbeeld: als een arbeidsmigrant premie betaalt voor een werkloosheidsverzekering, dan kan deze bij werkloosheid ook aanspraak maken op een werkloosheidsuitkering. Andere rechten kunnen echter gekoppeld zijn aan staatsburgerschap. Het is niet onlogisch zo’n koppeling aan staatsburgerschap te laten gelden voor sociale voorzieningen. Deze worden immers niet uit premies maar uit algemene middelen, zeg maar belastinginkomsten, betaald.

Het verschil met premiebetaling is dat het betalen van belasting geen recht geeft op een wederdienst, ook niet in de vorm van een verzekering. Een arbeidsmigrant zonder werk die als gevolg daarvan zonder inkomen komt te zitten, zou bij deze constructie op het land van herkomst aangewezen zijn voor sociale voorzieningen. Dat geldt voor een Nederlander in Duitsland net zo goed als voor een Pool in Nederland. Bij terugkeer naar het land van herkomst, keert de arbeidsmigrant terug naar de welvaartssituatie van dat land. Dat geldt voor iedereen. Van discriminatie is dus geen sprake.

Ingezetenschap en staatsburgerschap

In een gesloten land zonder veel grensoverschrijdend verkeer van personen maakt het weinig uit of je wetgeving koppelt aan ingezetenschap of staatsburgerschap. Vrijwel alle ingezetenen zijn immers ook staatsburger. In een open land daarentegen is die samenhang veel minder vanzelfsprekend. Veel ingezetenen zijn geen staatsburger en veel staatsburgers zijn geen ingezetene. In zulk een situatie mag best herijkt worden welke wetten gekoppeld worden aan ingezetenschap en welke aan staatsburgerschap. Het is daarbij een voor de hand liggende optie om sociale voorzieningen te koppelen aan staatsburgerschap.

Verschillen in welvaart zijn niet discriminatoir

Vanwege verschillen in welvaart kan het zo zijn dat terugkeer voor een Nederlander in Duitsland anders uitpakt dan voor een Pool in Nederland. Bij de huidige verhoudingen gaat de Pool bij terugkeer er gemiddeld meer in inkomen achteruit dan de Nederlander. Dat kun je natuurlijk sneu vinden voor de terugkerende Pool. Met discriminatie heeft dat evenwel weinig van doen. Je kunt natuurlijk ieder verschil tussen arm en rijk als discriminatie uitleggen. Dat is echter niet gebruikelijk. Wat je er verder ook van vindt, in alle landen van de EU worden aanzienlijke verschillen in inkomen tussen burgers geaccepteerd. Ook verschillen in welvaart tussen EU-landen worden geaccepteerd. Als men al toewerkt naar kleinere welvaartsverschillen, dan door middel van onderlinge concurrentie. De EU is niet gedacht als tranferunie, dat is althans de theorie.

Als je dan toch medelijden voelt met de terugkerende Pool, waarom dan niet met diens landgenoot die in Polen gebleven is? De terugkerende Pool heeft nog altijd het voordeel dat hij door arbeidsmigratie geld heeft kunnen sparen waarmee hij in Polen misschien wel een huis kan kopen of een bedrijf kan opzetten. Ook heeft hij het voordeel dat zijn Nederlandse arbeidservaring in Polen meerwaarde kan hebben. Ten opzichte van zijn landgenoot die in Polen gebleven is, heeft de terugkerende arbeidsmigrant dus overduidelijk vooruitgang geboekt. Bovendien, als je door arbeidsmigratie tijdelijk flink meer verdient, dan kun je incalculeren dat dit voordeel slechts van tijdelijke aard is. Veel reden voor medelijden met de arbeidsmigrant die terugkeert naar de welvaartsverhoudingen in het land van herkomst, is er dus niet.

Wat is een gastarbeider?

De idee achter het begrip “gastarbeider” was indertijd al, dat wie komt om te werken, ook weer vertrekt als het werk erop zit. Kenmerkend voor een gast is dat deze gedurende zijn verblijf in het gastland goed behandeld wordt, maar ook dat diens verblijf slechts tijdelijk is. Wat mij betreft geldt dit ook nu voor arbeidsmigratie binnen de EU. Het idee achter open binnengrenzen is dat deze grenzen gemakkelijk genomen worden om heen, maar ook om terug te gaan. De idee achter arbeidsmigratie is dat je tijdelijk daar woont waar je tijdelijk werkt. Daar is op zich niks mis mee. Probleem is enkel dat dit idee nooit consequent doordacht, laat staan uitgevoerd is. Nu niet, maar ten tijde van de gastarbeiders ook al niet.

Zowel federalisten als supranationalisten denken niet écht internationaal

Als je internationaal denkt, moet je niet halverwege afhaken. Federalisten, voorstanders van Europese integratie zoals Guy Verhofstadt, denken internationale verschillen weg door zich de EU als één staat voor te stellen. Binnen die Europese staat is alles is geharmoniseerd. Er bestaat als het ware geen buitenland meer. Zij denken dus niet écht internationaal. Maar ook supranationalisten, politici zoals Herman Van Rompuy die niet naar totale integratie streven, denken niet écht internationaal. Zij veronderstellen wél dat mensen grenzen soepel passeren om werk te vinden, maar niét dat diezelfde mensen grenzen even soepel passeren om terug te keren, als het werk erop zit. De verantwoordelijkheid voor de arbeidsmigrant verschuift zo in zijn geheel van het land van herkomst naar het gastland. Dat die verantwoordelijkheid door beide landen gedeeld wordt, kan men zich blijkbaar niet voorstellen. Zulk een gedeelde verantwoordelijkheid zou in mijn ogen pas écht internationaal gedacht zijn.

Ongelijke monniken, ongelijke kappen

Als arbeidsmigrant participeer je op de arbeidsmarkt in het gastland. Op die markt heb je dezelfde rechten en plichten als de burgers van dat gastland. Je valt bijvoorbeeld onder dezelfde cao en onder dezelfde Arbowetgeving. Van discriminatie is dus geen sprake. Dat hoeft evenwel niet te betekenen dat je ook ten volle deelneemt aan de sociale voorzieningen van dat land.

Die kunnen voorbehouden zijn aan staatsburgers. Artikel 1 van de grondwet zegt: Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Dat betekent evenwel niet dat toeristen gebruik kunnen maken van sociale voorzieningen. Net zo kan het betekenen dat arbeidsmigranten geen gebruik kunnen maken van sociale voorzieningen. Een principiële grens wordt daarbij niet overschreden. Punt is dat het al dan niet hebben van de nationaliteit je tot een ander geval maakt: ongelijke monniken, ongelijke kappen. Ook bij stemrecht is nationaliteit een onderscheidend criterium. Niets nieuws onder de zon dus.

Meer respect voor de arbeidsmigrant die zichzelf bedruipt

Een niet onbelangrijk deel van de huidige weerzin tegen arbeidsmigratie heeft ermee te maken dat de indruk bestaat dat deze mede is ingegeven om van de verzorgingsstaat te profiteren. Als dat niet meer mogelijk is, dan zullen waarschijnlijk minder arbeidsmigranten komen, en wie komt, voorziet in eigen levensonderhoud. Resultaat zal zijn dat men positiever tegen migranten aankijkt. Uitsluiting van sociale voorzieningen gaat zo bezien de tweedeling in de samenleving juist tegen, iets dat toch ook Kok blijmoedig zou moeten stemmen.