Opinie

Bindende leestip: tekst uit 2002 die u verplicht moet lezen op sterfdag van Pim Fortuyn

06-05-2017 18:43

 

Lees ook: 15 jaar moord op Pim Fortuyn, 15 jaar onderdrukking en demonisering door ‘fatsoenlijk’ links
Lees ook: Terugluisteren: Bert Brussen vs. Pieter Klok (Volkskrant) over adverteerdersboycotmanifest
Lees ook: Terugkijken: Roderick Veelo vs. Rosanne Hertzberger over de Geenstijl seksismehuilies
Lees ook: Video – Wierd Duk, Annabel Nanninga en Roderick Veelo over Dumpertgate en NSB-methoden
Lees ook: De totalitaire verleiding: toenemende criminalisering van vrijheid van meningsuiting
Lees ook: manifest tegen de vrije meningsuiting van Geenstijl door Volkskrant en NRC

 

Op 11 mei 2002, daags na het doodschieten van Pim Fortuyn door GroenLinks-lid Volkert van der Graaf (die inmiddels weer vrij rondloopt), publiceerde Paul Frentrop dit geweldige artikel over de demonisering van Fortuyn, de karaktermoord op Fortuyn, de moord op Fortuyn en de moordaanslag op onze democratie. Strekking: er bestaat geen échte vrijheid van meningsuiting in Nederland, wie te vrij zijn mening uit moet dood. ‘Tolerantie hier is repressieve tolerantie.’

Uitgerekend exact 15 jaar na het uitschakelen van Fortuyn, mede dankzij een hoofdredactionele oproep daartoe in NRC Handelsblad, komt datzelfde NRC Handelsblad samen met de destijds al eveneens Fortuyn demoniserende Volkskrant met een manifest waarin adverteerders worden opgeroepen toch vooral Geenstijl.nl niet langer van geldstromen te voorzien, zodat ook Geenstijl.nl kapot gaat.

Zodat ook Geenstijl kan worden uitgeschakeld.

Opnieuw een aanslag

Geenstijl.nl werd opgericht in 2003, een jaar na de moord op Fortuyn. Eén van de redenen van het grote succes van Geenstijl is dat op Geenstijl dezelfde dingen konden worden gezegd en gevonden als Fortuyn zei en vond. Juist omdat Fortuyn er niet meer was kon Geenstijl groeien en bloeien.

Het heeft dus eigenlijk nog lang geduurd voordat de onderdrukkers, muilkorvers en moralisten die werkzaam zijn bij NRC, Volkskrant en NPO opnieuw een aanslag pleegden op opnieuw iets wat te vrij van mening is.

Het gedoofde licht

Dit Trouw-artikel van Frentrop, waarvan hieronder de sappigste bonusquotes, zal u helpen in te zien waarom de vrijheid in Nederland nooit echt vrij zal zijn en waarom de voortdurende heksenjacht op andersdenkenden, de demonisering van, de karaktermoorden op en het geweld tegen die andersdenkenden door moralisten nooit zullen ophouden.

Dit is Nederland: een land dat niet hoeft te vrezen voor tirannen te zwichten, omdat het al lang geleden is gezwicht voor de tirannen, en altijd weer zal zwichten.

Dit is Nederland: het licht is er voor altijd gedoofd, het licht heeft er nooit gebrand.

Dit is Nederland: ‘Als je echt dingen wilt veranderen, word je vermoord.’

 

Quotes uit: ‘De demonisering van Pim Fortuyn’, door Paul Frentrop, in Trouw, 11 mei 2002.

 

“Op het moment dat Fortuyn werd neergeschoten plofte door meer dan 200.000 brievenbussen in Nederland NRC Handelsblad, met daarin een hoofdartikel dat begon met te zeggen dat het nu, na de dodenherdenking en bevrijdingsdag bij uitstek een moment was voor morele bezinning, op vragen van goed en kwaad.

De feiten zijn dat Fortuyn in Nederland, symbolisch genoeg in het mediapark, het lauw kloppend hart van de staatsomroep, is doodgeschoten om wat hij zei.

De conclusie moet zijn: Het is in Nederland gevaarlijk om te zeggen wat je denkt. Het is een grote schande dat spraakmakend Nederland daar op deze bloedige manier op gewezen moet worden.

D66-ers hadden een pathologische afkeer van Fortuyn. Maar ook verstandige mensen als Gerrit Zalm noemden Fortuyn gevaarlijk. En natuurlijk moeten aan de schandpaal ook alle journalisten die de dagen vóór de moord artikelen schreven waarin Fortuyn en Le Pen in één adem werden genoemd, maar daarbij steeds hun handen in onschuld wasten door als tussenzinnetje in te lassen, dat Fortuyn natuurlijk Le Pen niet was. Maar intussen was de verbinding wel gelegd!

Het echte gevaar was de manier waarop de heersende klasse reageerde op de kritiek die Fortuyn uitte. Dat die reactie culmineerde in een fysieke moordaanslag, mag schokken, maar niet verbazen.

De eerste aanslag op Fortuyn was karaktermoord.

Maar wij kennen geen echte vrijheid van meningsuiting. Fortuyn mocht dat niet zeggen. Voor Thom de Graaf was het aanleiding Anne Frank te adviseren haar achterkamertje alvast voor onderduik gereed te maken.

In de marge van deze smerige oorlog raakten enkele vooraanstaande journalisten gewond door vuur van het regiment van Jan Nagel, die hun integriteit ter discussie stelde: ‘Journalisten helpen de PvdA tegen Leefbaar Nederland’. Om die schijn te vermijden gaf NRC-commentator Mark Kranenburg niet zijn baan, maar zijn lidmaatschap van de PvdA op, daarmee niet alleen aantonende dat het professionele hemd hem nader was dan de idealistische rok. Ook meent hij blijkbaar dat de lezer zijn objectiviteit hoger schat als hij geen contributie aan z’n partij betaalt.

Aan de andere kant opereerde men anders. De NOS verlengde het contract van sportcommentator Hans Kraay niet omdat die zich kandidaat had gesteld voor Leefbaar Nederland. Zo wordt in onze democratie met het passief kiesrecht omgesprongen. De Vara leek hetzelfde met diskjockey Henk Westbroek te doen, maar kwam tot een schikking. Westbroek had blijkbaar een beter contract.

Journaal-verslaggever Job Frieszo zwaaide voor de camera met het programma van de Centrum-Democraten. Zelfs de keurige J.L. Heldring vergeleek de opkomst van Fortuyn met die van de NSB-er Mussert in 1935.

Fortuyns standpunt over het asielbeleid riep ter linkerzijde de meeste weerstanden op. ‘Waar het om draait is dat hij op het terrein van het immigratiebeleid morele en politieke grenzen overschrijdt die niet overschreden mogen worden,’ zo stelden Frans Becker en Paul Kalma namens de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de Partij van de Arbeid. Dit bureau stelt in Nederland blijkbaar de morele en politieke grenzen vast.

Tevens werd hij aangevallen op zijn mening over de islam. Daar gaat bij ons Marcel van Dam over. Die noemde Fortuyn op 14 februari ‘een onvervalste anti-islamiet’. Als je dat woord snel uitspreekt roept het al de beoogde associaties op. Van Dam deed dat ook expliciet. Hij stelde Fortuyns anti-islamisme op één lijn met antisemitisme.

Dergelijke nuances zijn niet besteed aan NRC Handelsblad dat ons nog steeds voorhoudt dat we de ene cultuur niet beter mogen vinden dan de andere.

Tolerantie hier is repressieve tolerantie. Je mag een beetje kritiek hebben, dat kan geen kwaad. De mensen moeten een uitlaatklep hebben. Maar er zijn grenzen aan de tolerantie. Als je echt dingen wilt veranderen, word je vermoord.

Dat dit niet eerder in Nederland is gebeurd, is niet omdat we zo tolerant of democratisch zijn, maar omdat sinds de Tachtigjarige Oorlog niemand hier echt de machtsverhoudingen probeerde te veranderen. Troelstra zou ook doodgeschoten zijn als hij had doorgezet.

Het is struisvogelpolitiek om te denken dat wij hier in een soort vreedzaam hobbit-land leven, onbezoedeld door het kwaad. Maar ontkenning is een geaccepteerde reactie.

De Verenigde Staten leerden van de terreuraanslag van 11 september en sloegen hard terug. Wij hebben nu onze eigen terreuraanslag. Die kwam niet voort uit islamitisch denken, maar vond zijn voedingsbodem in de minstens even griezelige Nederlandse ideologie van politieke correctheid.

In Saoedi-Arabië kent men een machtige religieuze politie, die toeziet op gedrag en denken en bekend staat onder de naam ‘Commissie ter Bevordering van de Deugd en ter Voorkoming van Ondeugd’. Wij hebben onze eigen zelfbenoemde hoeders van de politiek correcte zeden, die wel weten hoe ze andersdenkenden moeten aanpakken.

Voor wie de nuance schuwt zal 6 mei voortaan in Nederland de datum zijn die bij uitstek geschikt is voor bezinning op de vragen van goed en kwaad. Het door NRC Handelsblad op 6 mei 2002 afgedrukte hoofdartikel kan daarbij net zo behulpzaam zijn als ‘Mein Kampf’ is bij bestudering van het nazisme.”

 

 

Foto: VARA-leden, Volkskrant-lezers, NRC-abonnees, GroenLinks-leden en NPO-kijkers demoniseren Pim Fortuyn.