Politici van de rechterkant, ecomodernisten en anderen noemen met regelmaat de gesmolten zout kernreactor met thorium als een oplossing voor de energietransitie en het klimaatprobleem. Het probleem van een discussie over kernenergie is dat deze vrijwel altijd ontaard in welles nietes tussen voor- en tegenstanders. Elke discussie wordt door de tegenstanders meteen neer gesabeld en onderbouwde kritiek wordt door de voorstanders als vijandig gezien. Met als gevolg dat een puur technisch verhaal over haalbaarheid ontbreekt.
De gesmolten zout reactor is één van de zes types van toekomstige vierde generatie reactoren. En dat is gelijk het probleem. Zes verschillende types is zelfs voor een industrie op wereldschaal veel en over het algemeen worden één of twee technologieën dominant. Alleen bij een technologie met veel toepassingen met elk verschillende eisen, zoals bij batterijen, kunnen meerdere technologieën naast elkaar bestaan.
Bij kernenergie zijn de eisen grotendeels uniform, zo veilig en goedkoop mogelijk energie maken. Er zijn verschillen, kleine en grote centrales, hogere temperatuur voor de industrie en verschil in brandstof, maar dan komt men hooguit op vier verschillende reactors, maar waarschijnlijk worden het er niet meer dan twee.
Zo is één type vierde generatie reactor een kweekreactor gekoeld met natrium en een ander type gekoeld met lood (of lood/bismut). De toepassing van deze twee reactors is geheel identiek en op de lange termijn zal blijken dat er één gewoon beter is en er geen toekomst is voor de andere. Op zich is het niet raar dat bij een nieuwe technologie meerdere paden worden bewandeld, maar dan moet er wel een discussie zijn. Natrium gekoelde reactoren hebben ook bij technische onderlegde personen een lage acceptatiegraad, omdat natrium zeer brandbaar en explosief is. Kalkar was bedoeld als zo’n reactor, maar is om die reden nooit afgebouwd. Met lood/bismut hebben de Russen ervaring, maar die lijken er vanaf te stappen.
Bij een gesmolten zout reactor zijn er geen brandstofstaven, maar is de brandstof vloeibaar in zoutvorm. Het zout is niet brandbaar, staat niet onder druk en in geval van calamiteit kan het in een tank wegvloeien waar het passief gekoeld wordt. Nadeel is dat het reactorvat tegen straling, hoge temperatuur en agressieve zouten moet kunnen. Als dat technisch niet goed oplosbaar is, dan zal het reactorvat elke 10 jaar vervangen moeten worden, wat op zich aanvaardbaar kan zijn.
Het gebruik van thorium is goedkoper en geeft minder afval. Het nadeel is echter dat het regelmatig chemisch behandeld moet worden en daarom is het gebruik in bestaande centrales niet aantrekkelijk. Maar de combinatie met gesmolten zout reactor biedt perspectief, omdat daar de brandstof in en uit het reactorvat kan lopen voor behandeling.
In zo’n centrale komen alle voordelen bij elkaar, veilig, weinig afval en hoge temperatuur. Als die belofte uitkomt, dan is er eigenlijk geen reden meer om de overige vierde generatie centrales te overwegen.
Hoewel het op papier er goed uitziet, is het nog te vroeg om de vlag uit te hangen. Dat de politiek terughoudend is, is niet meer dan normaal. Kernfusie en waterstof zijn voorlopig nog eeuwige beloftes en dat kan ook met thorium het geval zijn (hoewel het veel haalbaarder is dan kernfusie). Het nu al als oplossing zien is populistisch, het hoort nog niet in het klimaatbeleid thuis, maar bij onderzoek.
Er wordt beweert dat op zijn vroegst vanaf 2030 thorium centrales met de gesmolten zout techniek gebouwd zouden kunnen worden. Dat is nog ver weg, maar veel belangrijker is het moment dat duidelijke wordt dat dit het echt wordt. Dan kan de ontwikkeling opgeschaald worden en het budget verder verhoogd worden door andere ontwikkelingen te stoppen. Misschien kan die vraag al voor 2025 beantwoord worden.
Hoewel er meerdere startups zijn die aan de gesmolten zout reactor werken (met uranium of thorium), wat de techniek serieus maakt, is er binnen de kernenergie gemeenschap nog geenszins de overtuiging dat dit het gaat worden. Zo wil Frankrijk misschien een miljard euro steken in ASTRID, een natrium gekoelde kweekreactor en België is bij het plaatsje Mol bezig met de MYRRHA reactor op basis van lood/bismut. Als de belofte van de gesmolten zout reactor uit komt, dan hebben beide types eigenlijk geen toekomst.
Ook bij een organisatie als Nucleair Nederland, bungelt de gesmolten zout reactor onderaan van de mogelijke vierde generatie reactoren https://nucleairnederland.nl/vierde-generatie-reactoren en wordt thorium geeneens genoemd.
Naast dat een nieuw type reactor veel geld kost, is ook veel expertise nodig. Deze is in Europa ruim voldoende aanwezig, maar Nederland is daar wat klein voor. De onderzoekers in Delft werken daarom samen met verschillende onderzoekcentra buiten Nederland. Zowel voor geld en expertise is het heel belangrijk om landen zoals Frankrijk, België maar ook de Oost-Europese landen op één lijn te krijgen.
Er moet dus veel harder discussie worden gevoerd over welke van de zes vierde generatie reactoren de toekomst heeft. Door de polarisatie van het onderwerp, is deze discussie moeilijk. De tegenstanders gaan hier niet constructief meedoen. Deze last ligt daarom bij de voorstanders, zij moeten de moeilijke vragen gaan beantwoorden en niet alleen maar jammeren dat ze zo worden tegengewerkt.