Recensie

De dood van Hitler – Of: hoe uitgevers en instanties het publiek misleiden

24-03-2018 16:05

Er is toch echt iets raars gaande, op Hitler- en nazigebied: in 2016 biedt het Duitse veilinghuis Weidler in Neurenberg maar liefst 79 nieuwe Hitleraquarellen en -tekeningen aan. In datzelfde jaar lanceert de Nederlandse uitgeverij Koppernik met veel bombarie een boek met ‘heuse’ gedichten van Adolf Hitler – ze bleken allen nep. In 2017 presenteert het eveneens Nederlandse uitgeefhuis Just Publishers het boek Oorlogsouders, waarin auteur Isabel van Boetzelaer haar Duitse grootouders ophemelt als felle antinazi’s – terwijl haar grootvader in werkelijkheid een gewetenloos kampcommandant was en ook haar grootmoeder niet bepaald vies was van het nazisme.

Kritiekloos papegaaien

Ook in 2017 beweert het NIOD, Instituut voor oorlogs-, holocaust- en genocidestudies, vol trots er ‘vrijwel zeker’ van te zijn een echt Hitler-aquarel te bezitten. Het blijkt een niet te onderbouwen uitroep. Begin 2018 klinkt een tweede ‘heuse Hitler in Nederland’-claim. Ditmaal gedaan door een directeur is van het Limburgse oorlogsmuseum Eyewitness. Ook in dit geval wordt al snel duidelijk dat het schilderwerkje een dertien-uit-het-dozijn-product uit de Hitlervervalsingenindustrie is. Een industrietak met een jaarlijkse omzet van vele miljoenen euro’s.

De verdere overeenkomsten tussen al deze gevallen: de verzamelde pers juicht aanvankelijk kritiekloos de verschijning van de nieuwe Hitlers en publicaties toe, en papegaait al even kritiekloos de ongefundeerde beweringen van het NIOD, veilinghuismedewerkers en de museumdirecteur na. En als blijkt dat er écht iets fundamenteels mis is met die boeken en claims, gaat de pers pas schoorvoetend over tot rectificatie, áls ze dat al doen.

Het klinkt heel spannend maar het verhaal is al 23 jaar bekend

En dan is er nu weer een nieuwe claim. De Belgische uitgeverij Polis en het Hollandse uitgeefhuis Nieuw Amsterdam hebben het boek De dood van Hitler. Het ware verhaal uitgebracht, een vertaling van La mort d’Hitler. Dans les dossiers secret du KGB (uitgeverij Fayard, 2018) van de de Fransman Jean-Christophe Brisard en de Russische Lana Pershina. Het zou nieuwe inzichten bevatten over de dood van een van de beruchtste dictators aller tijden.

Het klinkt heel spannend – maar het ‘ware verhaal’ is al tenminste drieëntwintig jaar bekend. In 1995 verscheen The Death of Hitler. The Full Story with New Evidence from Secret Russian Archives (W.H. Norton & Company. New York / London) van de hand van de Russische historica Ada Petrova en de Britse journalist Peter Wilson.

De oorspronkelijke Franse titel van het nieuwe boek lijkt als twee druppels water op die van het Engelstalige werk. Dat is geen toeval, want qua echte inhoud – de beschrijving van de laatste dagen en de zelfmoord van Hitler, de vondst van het lijk, de autopsies, het latere gezeul met Hitlers kadaver, de verhoren van ooggetuigen – komt het Franse boek vrijwel één-op één overeen met het Engelstalige werk uit 1995. In het zeer gebrekkige bronnen- en notenapparaat van het huidige boek wordt evenwel met geen woord gerept over dat werk uit 1995. Hetzelfde lot treft veel van de andere studies waaruit Brisard en Pershina leentjebuur hebben gespeeld.

Plagiaat?

Dit alles roept de vraag op: is De dood van Hitler. Het ware verhaal, plagiaat of niet? Enerzijds zijn de teksten in sterk geparafraseerde vorm overgeschreven en vermengd met overduidelijk onbetrouwbare informatie van bijvoorbeeld de pathologisch leugenaar Albert Speer. Anderzijds is het duidelijk dat de hoofdbron bewust verzwegen wordt. Bewust, inderdaad, want anders zou deze wel in het bronnenapparaat hebben gestaan. En dát maakt dit boek wel degelijk tot een plagiaatgeval.

Het enige nieuwe aan de dood van Hitler. Het ware verhaal is eindeloos gezever over de queeste van de Fransoos en Russin naar ‘t ‘ware verhaal’, en het halfslachtig aanstippen van een affaire uit 2009. In dat jaar beweerde de Amerikaanse archeoloog Nick Bellantoni, dat hij DNA-onderzoek verricht zou hebben op botmateriaal afkomstig van een Hitler toegeschreven schedeldakfragment, dat sinds 1946 in Moskou bewaard wordt. Hij zou ontdekt hebben dat DNA-analyse uitwees dat de schedel aan een vrouw zou hebben toebehoord.

Nu is er geen enkel bewijs dat deze Amerikaan ooit toegang heeft gehad tot dat botmateriaal. Case closed, zou je zeggen – maar nee, Brisard en Pershina blijven er maar op terugkomen. Is het om te verhullen dat ze eigenlijk helemaal niets nieuws te vertellen hebben?

Hoe het ook zij: Jean-Christophe Brisard, Lana Pershina en de verantwoordelijke uitgevers tonen met De dood van Hitler. Het ware verhaal hoe Hitler blijft verkopen, zelfs als er helemaal niets nieuw over de onbeste man of zijn kadaver te vertellen is.

Het is treurig dat uitgeverijen en instanties middels dit soort publicaties en uitlatingen het publiek voorliegen en oplichten.

Wie dit

De waarheid is namelijk dit: op 30 april 1945, rond 15.30 uur, pleegde Hitler met zijn vrouw Eva Braun zelfmoord in Berlijn. Hun half verbrande lijken werden op 5 mei 1945 uit de tuin van de Reichskanzlei overgebracht naar een onderkomen van het Sovjetleger. Gebitsonderzoek wees voor 100% zekerheid uit dat de twee geblakerde kadavers Hitler en Braun waren. Een gegeven dat de Sovjets lange tijd onder de pet hielden, maar dat uiteindelijk in 1968 (dus vijftig jaar geleden!) openbaar werd gemaakt. Alle details over de autopsies werden in 1995 uit de doeken gedaan. Ook alle achterliggende politieke overwegingen over de geheimhouding en de Sovjetverhoren van SS-ers die bij de barbucue van Hitler betrokken waren kwamen in 1995 uitgebreid aan de orde.

Wie dit allemaal anno 2018 als ‘nieuws’ presenteert is niet goed snik.

Met dank aan Jaap van den Born en Maarten van Voorst.

 

 
Helaas: deze aanbieding is verlopen, maar probeer deze boeken eens