Recensie Zomergasten – Weergaloze Pieter Waterdrinker laat het ontroerende Rusland voorbij de Kremlinmuren zien

20-08-2018 10:29

Zomergast en schrijver Pieter Waterdrinker zei het vrij achteloos in een bijzin (‘Duitsland, Frankrijk, Rusland, dat zijn landen waar mijn interesse ligt, niet de Angelsaksische wereld, sorry’), maar de aflevering, gisteravond, waarin hij de gang van zaken mocht bepalen, was één lang, wervelend bewijs van hoeveel luiken, en werelden, er open kunnen gaan als je de Angelsaksische wereld – die ons dagelijks impregneert met slogans, marketing, jongheid en succesverhalen – van je af schraapt. De eerste keer dat ik Pieter Waterdrinker op tv zag, in een prime time talkshow, verdronk hij aan de conversatietafel. Misschien het beste bewijs dat hij waarlijk een schrijver is (in zijn geval, tot voor kort althans, een chronisch onderschatte schrijver), was dat hij in die hogedrukpan van de dagelijkse meningsvorming écht iets wilde vertellen, daarmee monter begon, maar na de eerste zin, met een bovengemiddeld aantal komma’s, getrakteerd werd op beteuterde blikken van de presentatoren en de overige gasten. Hier was iemand vol hartstocht bezig de kijker met enkele weelderige openingszinnen daadwerkelijk naar een andere wereld te voeren, naar de ‘vijandelijke’ Russische wereld om precies te zijn, en niemand in de studio leek daar trek in te hebben.

Wat zijn optreden extra wrang maakte, was dat ook zakenman, mediamagnaat en concurrerend Rusland-kenner Derk Sauer (eigenaar van de Moscow Times) in het programma zat, die in tegenstelling tot Waterdrinker wél gepokt en gemazeld is in de Angelsaksische marketingwetten van vluchtigheid en aandacht trekken, en in een paar korte statements de laatste ontwikkelingen in het Kremlin inblikte. En Waterdrinker daarmee in de schaduw stelde (als talkshowgast, dan). Ziehier de reden dat ik juichte bij het nieuws dat Pieter Waterdrinker Zomergast zou worden. Eindelijk zou hij kunnen afmaken wat hem in die talkshow van destijds werd ontzegd. En misschien is dat ook ten diepste het bestaansrecht van een programma als Zomergasten: interessante mensen een podium geven, die in de dagelijkse nieuwsstroom raken ondergesneeuwd door rigide begrippen als ‘relevantie’, ‘urgentie’ en ‘nieuwswaarde’. (Dus wat mij betreft geen plek voor Louis van Gaal bij dit programma, van wie elke scheet jarenlang in extenso in kranten en op tv al werd geanalyseerd en becommentarieert.)

Vanwege bovengenoemde reden zat ik om 20.15 uur op het puntje van mijn stoel. Ook omdat ik het werk van Waterdrinker al jaren een verademing vind in de ik-gerichte, Nederlandse literatuur. (Zijn laatste, meesterlijke roman ‘Tsjaikovskistraat 40’, een panoramisch werk over de ineenstorting en de geschiedenis van de Sovjet-Unie, sneuvelde dit jaar op onbegrijpelijke wijze in de voorrondes van de Libris-literatuur-prijs, onder meer ten faveure van de uiteindelijke prijswinnaar wiens roman van A tot Z ging over…? Juist, ja. Zijn eigen jeugd.) Toen het naar het einde van de aflevering indringend over de ware aard en de nabijheid van de dood ging – een thema dat bij de Angelsaksen doorgaans wordt vermeden of, in het andere geval, met bergen tranen overladen – opperde presentator Janine Abbring dat Waterdrinker’s ‘oeuvre’ misschien troost bood tegen de dood, hetgeen hij onmiddellijk, en naar mijn beste inschatting volkomen authentiek, weg wuifde: ‘Hou óp!!!’. Djeeeeezzz!, dacht ik. Waar vind je ze nog: bescheiden schrijvers die hun werk niet zien als een goddelijk cadeau aan de mensheid, dat tot in den treuren uitgevent en gepromoot moet worden? Maar als wat loze kruimels, die snel door de gure wind van de tijd zoek zullen raken?

Ook Waterdrinker’s herhaalde stelling dat ‘het leven willekeur is’, druist natuurlijk maximaal in tegen de Angelsaksische denkmodellen, waarbij iedereen de absolute heerser is over zijn eigen lot en, zodoende, zijn eigen succes kan creëren. Of hij nu een aangrijpend fragment van zangeres Hildegard Knef liet zien (overleden aan kanker), van schrijver Maarten Biesheuvel (getroffen door manische depressiviteit) of van de neergestorte MH-17 (met verfrommelde nummers van ‘Linda’ en de ‘Voetbal International’ in het Oekraïense gras): Waterdrinker onthield ons ogenschijnlijk opzettelijk de ‘photoshop’ waarmee dergelijke verschrikkelijkheden, zeker op tv, vaak gepimpt worden. Zeker na het fragment met Theo van Gogh en Boudewijn Büch, aan het Wassenaarse strand, waarin Büch bekent dat van al zijn jeugddromen geen snars terecht is gekomen, kregen we een zowat nihilistisch (maar mijns inziens bevrijdend) toetje van Waterdrinker, die meldde dat de ontdekking van Büch in feite de ontdekking van iedereen is. En dat je, als het over ambities en levensplannen gaat, maar het beste het volgende in gedachten kunt houden: ‘Je mag blij zijn dat je leeft.’ Een kernzin van de avond misschien wel, en van Waterdrinker als mens. Wellicht ook een hoogstnoodzakelijke zin, zo bedacht ik, want hoe anders dan met dit motto lukt het je om als westerling bijna dertig jaar in Rusland te leven? En na al die tijd in Zomergasten nog steeds een heldere, gretige en nieuwsgierige indruk te maken?

Het zal geen verbazing wekken dat ik iedereen aanraad deze aflevering van Zomergasten terug te kijken. Ik geef toe dat ikzelf af en toe ook een traantje dreigde weg te moeten pinken. Het fragment uit een jaren-zeventig-Sovjet-serie, waarin het hoofd van het landelijke statistiekbureau, een alleenstaande vrouw, over de statistieken van de communistische grootmacht waakt en op die manier over de mate van geluk en tevredenheid van de Sovjet-burgers (Waterdrinker: ‘Het systeem was verrot. Maar vergeet niet met hoeveel idealisme en goedhartigheid eraan gewerkt is!’), bezorgde me een brok in de keel. Evenals het speelfilmfragment waarin gewone Russen spontaan een song van Iggy Pop beginnen te zingen, vals, en in een erbarmelijk Engels.

Geteld heb ik het niet, maar volgens mij gebruikte Waterdrinker meerdere keren tijdens de uitzending het begrip ‘de volledige mens’. In zijn geval bedoelde hij daar – naast het hartstochtelijk leven van het leven – vooral ook het lef en de bereidheid mee om het land, dat ons als vijand wordt opgedrongen, anders te bekijken. Nieuwsgieriger. Eerlijker. Vollediger, dus. Fijntjes herinnerde hij ons aan zijn interview met diplomaat en voormalig minister van Buitenlandse Zaken, Ben Bot, die de snelle uitbreiding van de NAVO richting het Oostblok in de jaren negentig achteraf rechtvaardigde met de zinsnede dat ‘Rusland op dat moment zwak was’. Sta dus niet vreemd te kijken, wilde Waterdrinker maar zeggen, dat Rusland op die machtspolitiek terugslaat met machtspolitiek. ‘Wij’, het Westen, zijn niet de onschuldige lieverdjes waarvoor we onszelf houden.

Wie, zoals ik, Waterdrinker een beetje volgt, ook op Twitter, herkende zijn pleidooi voor verdieping van je historische kennis, als continent, als land, als individu. De schitterende extra dimensie die deze Zomergasten aan dat lovenswaardige advies gaf, was de wijze waarop Waterdrinker zijn eigen geschiedenis, en dan vooral die van zijn ouders, kleine hotelondernemers te Zandvoort, eerde. En die van zijn huwelijk met zijn Russische vrouw Julia. Ja, verdomd, daar zat ‘een volledig mens’ tegenover mevrouw Abbring, met al zijn nederlagen en triomfen, open en bloot. Weer die brok in de keel…

Wanneer je Pieter Waterdrinker bij Zomergasten hebt gezien, kun je alleen maar hopen dat de Angelsaksische cultuur bijtijds staande wordt gehouden, in haar drang de mens tot een ‘soundbite’, ‘tweet’ of ‘unique selling point’ te reduceren.

Wat zou het heerlijk zijn als we, in de stijl van Waterdrinker, de ‘volledige Rus’ in onszelf wat meer de ruimte gaven!